Een wakkere politieagent
vermoedde ‘met een jood
te maken te hebben die
geen ster droeg’.
-jfa.
Boerderij Kleibroek.
Kotogr&jof Piet Pronk, COlleCtiieDirk. Pronk.
1
Bram en 'MayAn op de bridloft in Bergen
50 - OUDALKMAAR
Dit al onder het voorwendsel van een doktersbezoek. Hoe
uitzonderlijk was hun verzoek? ‘Verzoeken om de gemar
keerde joodse wijken te verlaten werden bij bosjes
gedaan en werden ook bij bosjes afgewezen. De Jood-
sche Raad en de politie moesten erin toestemmen. In het
begin werd nog toestemming verleend voor zakelijk
werkverkeer. Later werden de aanvragen beperkt tot
medische verzoeken. Mevrouw Drukker was in die
Amsterdamse periode nog redelijk gezond. De familie
voerde aan dat Bram of Marjan specialistische hulp nodig
had. Het verzoek moet zijn gedekt door een arts in
Alkmaar.’
Na het verschijnen van mijn boek bezocht ik een mevrouw
die als tiener dicht bij de Kleibroeken heeft gewoond. Ik
had geschreven dat de Duitsers tijdens de razzia tweemaal
via het landpad naar de boerderij waren gegaan. Zij
vertelde dat ze de eerste keer via het landpad gingen en
de tweede keer met een schuitje achterom in aanwezig
heid van een Nederlandssprekende man. Dus heel gericht.
Dat er verraad in het spel was, lijkt mij aannemelijk, maar
is niet hard te maken. Er hingen vreemde kleren aan de
waslijn en de bakker bracht er meer broden dan voorheen.
Dat kan meerdere mensen zijn opgevallen. Een eventueel
verraad blijft in nevelen gehuld.’
contact gezocht met de dochter van Kila en gevraagd
naar eventuele aantekeningen, maar dat leverde niets op.
Na de arrestatie volgde een aftocht naar Kamp Wester-
bork. Van daaruit ging het gezin eerst op transport naar
VERRAAD
De situatie in Amsterdam werd steeds nijpender. De
razzia’s volgden elkaar in hoog tempo op. De familie
Drukker besloot onder te duiken. Op 15 september 1942
verlieten zij ongezien de hoofdstad en reisden per spoor
naar een pension in Utrecht. Na duikadressen op de
Veluwe en in de Amsterdamse Czaar Peterbuurt beland
den ze in februari 1944 in de stolpboerderij van de familie
Kleibroek in Warmenhuizen. Daar werden Bram, Juliette,
Marjan en hun gastheer Piet Kleibroek enkele maanden
later opgepakt bij een razzia. Zijn ze verraden? ‘Kila heeft
zich in de jaren negentig nog uitgebreid met Johanna
Blommestijn-Schouten kunnen onderhouden en spreekt
in Kaddiesj onomwonden van verraad, maar in welke
richting de vermoedens gingen schrijft hij niet. Ik heb