il Het beschilderde glas werd geplaatst in opdracht van de hertog van Saksen. I 5 g WW® I Ruiven, Rietwijk, Schoten en Egmond M 4 il OUDALKMAAR - 5 Bruinvis schrijft dat een zekere dominee P.J. Glasz (notabene deze naam!) in het tijdschrift Oud Holland Originele beschrijving van het raam in het noordtransept. Kerkraam te Haarlem met Claes van Ruyven. Vervolgens schrijft Bruinvis dat in een ander glasraam Christus als hovenier is uitgebeeld met Maria Magdalena ‘in den hof’. Geschonken in 1505 door den ‘Vice Curator’, de Heer Pelt. Bruinvis vertelt jammer genoeg niet in welk raam die schildering te zien was. Om u een idee te geven hoe dat moment ‘in de hof’ meermalen vastgelegd is heb ik als voorbeeld het schilderij van Jacob Cornelisz. van Oostsanen gekozen. Te meer daar dit schilderij in dezelfde periode geschilderd werd. Ook Mr. 3. Belonje (1899-1996, Nederlands bestuurder, bankier en historicus) schreef met Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins in 1928 over de inrichting van de Grote Kerk in Alkmaar13. Als eerste raam beschrijft Belonje: "Een glas geschilderd op last van den Hertog van Saksen, als boete voor de vermoording van den Schout Nicolaes van Ruyven te Haarlem door het Kaas- en Broodvolk. Er was op afgebeeld een geknielde krijgs man, waaromheen 4 gekleurde wapens en het onder schrift ‘Anno 1492 drie dagen in Mei sloegen de Casen- broots de poorten van Haerlem op ende Claes van Ruyven van Haerlem doot'." Belonje schrijft dat dit raam er waarschijnlijk net zo uit zag als een raam in de Grote Kerk in Haarlem, maar hij vertelt niet op welke plaats in Alkmaars Grote Kerk dit raam precies te zien was. En inderdaad in het Diarium (dagboek) van Aernout van Buchel, alias Aenoldus Buchelius (1565-1641, Nederlands oudheidkundige, humanist en genealoog), wordt dit raam in het Latijn beschreven. Van Buchel bezocht Alkmaar in 1591. Bruinvis vertaalt deze tekst in 1907. Van Buchell schrijft dat er niet ver van de grafstede van Floris V, in de Grote Kerk, ter rechterzijde van het koor een glasraam te zien is, voorstellende ‘een geknield gewa pend man met hierbij 4 in kleuren geteekende wapens, die wel de kwartierwapens van den afgebeelde zullen voorstellen, t.w. Ruiven, Rietwijk, Schoten en Egmond’. prachtige en schier allen onderling verschillende kop stukken der ramen, allen zeldzaam werden gevonden’. Glasz schrijft ook over het glasraam voorstellende Christus als hovenier. Daarna noemt hij een glasraam in de Corfkapel, waarvan nog in 1572 door Willem Tijbout, glasschrijver te Haarlem, een ‘uitgeworpen ruit, God den Vader voorstellende’, voor 32 stuivers werd hersteld. Dat waren nog eens schappelijke prijzen. Vervolgens beschrijft Glasz natuurlijk ook het kolossale venster in de noorderkruisgevel precies volgens de tekst van Westphalen. Daarna vertelt hij iets over de acties om ook het zuiderkruisraam van een dergelijk mooi glas te voorzien. Daarvoor werden door de ‘regeering’ al spoedig pogingen in het werk gesteld. Burgemeester Jan Gherijtsz. en Barthout Gherijts gingen in 1519 naar Brussel om daarover te praten. De kanselier, de Heer van Augi, werd in augustus ‘een vereering toegelegd’ van 30 rijnsgulden, om de ‘belangen der stad in deze te dienen’. Dat betekende waarschijnlijk dat hij 30 rijnsgulden betaalde voor een eervolle vermelding of afbeelding in het zuiderkruisraam. In oktober werden 67 rijnsguldens betaald voor ‘wagenschot’16 aan de heer Van Montignij, (1883-heden) een artikel heeft geschreven over de glas in loodramen in de Grote Kerk in Alkmaar. Ik heb onmiddel lijk de trein naar Den Haag genomen, want ik wist dat daar in het Rijksinstituut voor Kunsthistorische Docu mentatie (RKD) alle tijdschriften van Oud Holland in de boekenkast staan. Ik vond het nummer en las daarin dat in 1516 door de glazenier Foy Jacobs uit Leiden het kolossale glas geleverd werd voor de noorderkruisgevel van de Grote Sint-Laurenskerk in Alkmaar. Hij ontving daarvoor de niet onbelangrijke som van f 275,14 van de kerkmeester Van Teylingen. Het artikel in Oud Holland was door dominee Glasz in 1908 geschreven en was getiteld: ‘VOORMALIGE GLASSCHILDERINGEN, zoo te Alkmaar als door Alkmaar elders geschonken’. Hij vond de gegevens in oude bronnen ‘samengesteld in de besluiten der vroedschap (adviseurs van de burgemees ter) en de thesauriersrekeningen (rekeningen penning- meester)’.14 VOORMALIGE GLASSCH! MONGER wo tf Alkinanr ah door Alkmaar elders gjesdtonkeu, DOOk F. J. s Hij vertelt dat dit beschilderde glas in de kerk werd geplaatst in opdracht van de hertog van Saksen, zoals ook het glas in Haarlem, op kosten van de beide steden en de ‘onderhorige’ dorpen, als boeteglas voor ‘de vermoording’ van de schout Nicolaas van Ruyven te Haarlem door het ‘verwoede Kaas-en-broodvolk’. Het onderschrift luidde: “Anno 1492 drie dagen in Mei sloegen de Casenbroots de poorten van Haerlem op ende Claes van Ruyven van Haerlem doot.”15 Het ging dus inderdaad om eenzelfde raam. E «Vult L^.i'.e 4» flirfii te Alkmaar oi Jew itad boo&i uL--<Li]k In de t&ü lij -.irrnTtIt'd >4 dr iietjtil'S Jn ■TB theuurif kin d'erw» ifdi Ir JOen 14», 4K dr llmdlilfcffcBMC ren liLuii in bd kittige ItTrn di'tf cnHKft beeft in^ewmen Jan ml 'rotdi Eedichf. Immer» bet ik.jLi, zeilt de bcrlwn ■kt (JribiW JcmpjeWS utfcWfkrdr chnti Tiirt iwrrkn; uoi jiq. bt ilal het prrrt«44»1imT flirt him tajine rig w»r de kerkgebouwen tv W K rtl itttnmirtf u irukcn <Jl„w lm litta. in dw MC pnili-JJrjdr (Ia» blhMBwJti tsl e<n be*ijl. /Lllraiir in -tKra tijd een »1*4 Vrt en zich wl< ywldr; |r iitti :e Lyea rif* buervrl iceoli er row altijd nrlwzn L’ ?ef ais, He™ MüfkWJiI «b eorftiFflkltc te beware» wal er t»E ik l, ipl N Het artikel van dominee Glasz. graaf van Hoogstraten, ‘gezonden uit erkentelijkheid’ dat hij zijn best had gedaan voor de ‘verwerving’ van het glas. De hulp die men van de koning verwachtte bleef echter uit en zo duurde het tot 1642 voor een begin werd gemaakt met de versiering van het zuiderkruisraam. Dat het zolang duurde voordat er nieuwe plannen werden gemaakt en uitgevoerd konden worden kan mogelijk met geld te maken hebben, maar misschien nog meer i i met de Reformatie tussen 1550 en 1630. Aft" 4 - OUDALKMAAR

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2022 | | pagina 4