Geleynssen dreigde zelfs vervolgd te worden en kreeg opnieuw huisarrest. iiTii *4liUA>4 IlKWTlM* ,TMV SKl'H I n<7 CMUfftttT. I Schilderij van de retourvloot, die onder commando van Geleynssen in 1648 uit de Oost terugkeerde in Neder land. (Onbekende schilder, collectie Stedelijk Museum Alkmaar). Een dure miscalculatie van Geleynssen "Ja, maar heel veel anders kon hij niet. De Pauw was zwaar gehavend. Reparatie bleek noodzakelijk. Geleynssen kón ook echt niet weten dat de ingangsdatum van het bestand met de Portugezen was opgeschoven om uitvoering te kunnen geven aan de geheime plannen van de VOC. Die voelde zich ijzersterk en Van Diemen verwachtte dat de Compagnie een betere positie zou krijgen, met name in de kaneelhandel op Ceylon, als er nog wat tijd werd gerekt." Het reisgezelschap kreeg in Goa huisarrest. Dat lijkt onder de omstandigheden van die tijd mee te vallen "Misschien, maar de Hollanders moesten in hun benauw de onderkomen wel overal zelf voor zorgen. De inrichting was erg karig en ze zaten maandenlang dicht opeen gepakt. Tien mannen overleden. Dat moet het gevolg zijn geweest van besmettelijke ziektes, want aan het voedsel kan het niet gelegen hebben. Geleynssen regelde dat er 68 - OUDALKMAAR geen gebrek was aan eten of drinken en betaalde dat uit eigen zak. Inclusief alle andere uitgaven die het gedwon gen verblijf met zich meebracht, kostte hem dat 1600 gulden. Een flink bedrag, dat hij later trouwens nog wel even bij de VOC heeft gedeclareerd." Nieuwe onderhandelingen tussen de VOC en de Portugezen leidden ertoe dat er steeds meer beman ningsleden vrijkwamen. Ook Geleynssen mocht na een halfjaar vertrekken naar Batavia. Maar daar wachtte hem een ijzige ontvangst, schrijft u "Van Diemen was behoorlijk nijdig. In het grote politieke en militaire spel tussen Van Diemen en de Portugese tegenstanders destijds waren de gebeurtenissen in Goa een forse tegenvaller. De Portugezen hadden nu een mooie troef. Geleynssen zelf heeft opgetekend dat de gouverneur-generaal wellicht liever had gezien dat de Pauw was gezonken dan dat het schip, de bemanning en de lading in handen vielen van de Portugezen." "Geleynssen dreigde zelfs vervolgd te worden en kreeg opnieuw huisarrest, dit keer in Batavia. Maar Van Diemen had hem ook dringend weer nodig als directeur in Perzië, waar de zaken nog altijd niet goed gingen. Om de VOC-top gunstig te stemmen, stemde Geleynssen in met een tweede termijn. Ook al was zijn contract met de VOC inmiddels al vier jaar lang verlopen en hij naar eigen zeggen in vergelijking met collega's onderbetaald werd. En op voorwaarde dat de VOC alvast zou uitkijken naar een vervanger op korte termijn. Geleynssen is er opnieuw bijna vier jaar gebleven, in grote mate succesvol, maar feitelijk tegen zijn zin in." EREPENNING VOOR PENSIONADO Via Batavia keerde Geleynssen terug naar Alkmaar. Bij de VOC stond hij er weer goed voor. Zijn salaris werd met terugwerkende kracht flink opgetrokken. Als waardering kreeg Geleynssen de titel Buitengewoon Raad van Indië en werd hij benoemd tot commandeur van een retour vloot, bestaande uit twaalf schepen, die begin 1648 naar de Republiek voer. Bij zijn terugkomst ontving Geleynssen uit handen van het VOC-bestuur, de Heren Zeventien, een gouden erepenning, die nog altijd te bewonderen is in het Stedelijk Museum Alkmaar. Ook toucheerde hij een bonus van 600 gulden om er een mooie gouden ketting bij te kopen. Bij gebrek aan concrete bronnen weten we van veel ex-functionarissen van de VOC niet of nauwelijks hoe die na terugkeer uit de Oost precies hun oude dag beleefden. In hoeverre is het u gelukt Geleynssen in die periode toch enigszins uit de anonimiteit te halen? "Vanaf het moment dat Geleynssen begon als rente nierende pensionado in Alkmaar heb ik vrijwel alleen nog administratieve informatie van en over hem kunnen terugvinden, plus brieven die hij in die jaren had ontvangen. Assistenten om uitgaande brieven over te schrijven had hij niet meer en kennelijk had Geleynssen geen behoefte om dat zélf te doen. Maar wat er was, is goeddeels bewaard gebleven en biedt toch nog een behoorlijk helder zicht op zijn verdere leven." "Tot aan zijn dood in 1674 leidde Geleynssen een bestaan als welgesteld burger door alle rijkdommen die hij had vergaard. Hij investeerde in vastgoed en bezat zeven huizen binnen Alkmaar, een grote hofstede in de Heerhugowaard, die Hasselaarsbos heette, een tuin net buiten Alkmaar en een stuk land in de Bergermeer. Een groot huis aan de Langestraat koos hij als zijn woning. Helaas staat dat huis er nu niet meer." Opvallend is dat Geleynssen na zijn terugkeer geen noemenswaardige rol heeft gespeeld in het Alkmaarse stadsbestuur. Kennelijk wist hij niet door te dringen tot de échte elite "Nee, maar hij deed er wel veel moeite voor. Geleynssen volgde volledig het gedrag van de Alkmaarse notabelen. En dat niet alleen met al zijn bezittingen en zijn huisper soneel. Niet lang na zijn terugkomst gaf hij bijvoorbeeld drie weelderige diners. De menu's en de lijsten met vele invloedrijke gasten zijn bewaard gebleven. Maar ondanks al die moeite en zijn imposante carrière lukte het hem niet opgenomen te worden in de vroedschap. Goed, de concurrentie was groot en misschien ontbrak het hem uiteindelijk aan ambitie, maar meest aannemelijk is volgens mij wat anders: zijn eenvoudige afkomst." "Wat ook niet hielp: Geleynssen was alleenstaand en was er dus ook niet geslaagd in te trouwen in een regenten familie. Dat zou zijn kansen ongetwijfeld hebben ver groot. Wel had hij tijdens zijn eerste verlofperiode zijn OUDALKMAAR - 69

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2021 | | pagina 7