Alkmaarse verenigingen
hadden samengewerkt
om deze bijeenkomst tot
een succes te maken.
Demonstratie in Amsterdam. In de achtergrond het
geruite vaandel van Alkmaar zichtbaar.
DE ALKMAARSE POLITIEK
De strijd om het vrouwenkiesrecht was een landelijke
strijd, maar ook de gemeentepolitiek was nog een
exclusieve mannenaangelegenheid. De traditionele
politieke elite maakte de dienst uit in de stad. Maar dicht
bij huis speelden ook enkele kwesties waar de vrouwen
beweging iets over te zeggen wilde hebben. Op 6 april
1912 werd in Alkmaar een bijeenkomst gehouden van de
Nationale Vrouwenraad. Meerdere Alkmaarse verenigin
gen hadden samengewerkt om deze bijeenkomst tot
een succes te maken. Mevrouw K.C. Rippink-Bunnik (lid
van de Bond voor Vrouwenkiesrecht en echtgenote van
burgemeester Rippink) was erevoorzitster, mevrouw De
Lange Tigler-Wybrandi was voorzitster en de 'volijverige'
Anna Aukes-Timmer had als secretaresse een groot deel
van de organisatie op zich genomen. Naast de vergade
ringen werden in de namiddag door de dames verschil
lende Alkmaarse bezienswaardigheden bewonderd en 's
avonds was er een feestavond. De organisatoren wilden
de samenwerking voortzetten. Men besloot tot de
oprichting van een Vereniging tot behartiging van
plaatselijke belangen waarin meerdere vrouwenvereni
gingen vertegenwoordigd waren, zoals Tesselschade,
Toynbee, de Protestantsche Vrouwenvereeniging,
Vereeniging tot verbetering van het zedelijk bewustzijn,
Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, Bond voor Vrouwen
kiesrecht, Vereeniging vakschool voor verbetering van
vrouwen- en kinderkleeding, Kinderbond, Centraal
Genootschap voor kindervacantie-colonies, Kamer van
navraag, Bond van bewaarschoolhouderessen en het
bestuur van de Huishoud- en Industrieschool.
Er ging een verzoek naar de gemeente om in de plaatse
lijke commissie van toezicht op het lager onderwijs een
of meer vrouwen op te nemen, ze spraken mee over de
ontzetviering in 1913 en er werden handtekeningen
verzameld om een afzonderlijk bassin voor vrouwen
mogelijk te maken in de nieuwe zweminrichting van het
Witte Kruis. 8 In 1914, bij het uitbreken van de Eerste
Wereldoorlog, werd de nieuw opgerichte Alkmaarse
afdeling van Vrede door Recht uitgenodigd tot deelname
en ondersteund, en vrouwen en meisjes werden in een
advertentie opgeroepen te helpen in gezinnen waar door
de oorlogssituatie de vrouw tot kostwinner was gemaakt.
EEN DWAZE AKTIE.
m'ETte&MifsswT tori 9s vreemds vwjwm-it «kickt
Da Hollandtch* ■ufTrajallaa loolan hun altfec ruliao ia.
De Notenkraker 4-4-1914 Vrouwen van de Bond gooien de
ruiten in van het kantoor van de Vereeniging. Spotprent op
de onderlinge onenigheid binnen de vrouwenbeweging.
In maart 1915 stuurde deze vereniging een adres aan de
Alkmaarse gemeenteraad. Ze protesteerden daarin
tegen het voorstel van het college van B&W om 'het
vrouwelijk hoofd der meisjesschool te doen vervangen
door een man; dat naar haare mening een school
uitsluitend bezocht door meisjes en waar geen ander
dan vrouwelijk personeel werkzaam is, zeer goed geleid
en bestuurd kan worden door een vrouw. Dat zeer zeker
onder de sollicitanten vrouwen zijn die reeds met lof
soortgelijke betrekkingen hebben vervuld'. 9 Het mocht
niet baten. Juffrouw Pruim, die de school tot grote bloei
had gebracht, werd toch vervangen door een man, de
heer C.J. Reiziger. 10 Daarna horen we niet veel meer van
de Vereniging tot behartiging van plaatselijke belangen.
Wel gunstig voor de vrouwenbeweging was dat de
(liberale) kiesvereniging Eensgezindheid artikel 1 van haar
Gemeenteprogram aldus vaststelde: "In de van gemeen-
- OUDALKMAAR
Beeldbank Atria
tewege te benoemen commissiën en besturen behooren
vertegenwoordigers van verschillende kringen en
groepen der burgerij, zoowel mannen als vrouwen zitting
te hebben." 11
DE GROTE DEMONSTRATIE
De grondwetsherziening met de regeling van het
(vrouwen)kiesrecht zou binnen afzienbare termijn in de
Tweede Kamer besproken worden. Men realiseerde zich
dat nu alles op alles gezet moest worden. Als de oogst te
laat werd binnengehaald, zou de arbeid van jaren
verloren gaan! Al meer dan twintig jaar duurde de strijd.
Op 18 juni 1916 werd door Bond en Vereeniging geza
menlijk een grootse betoging op het IJsclubterrein in
Amsterdam georganiseerd. Ter voorbereiding waren al
allerlei bijeenkomsten gehouden, zoals in de Harmonie
op 28 februari en op 9 juni in de Buitensociëteit in de
Alkmaarder Hout. Maar 18 juni was de grote dag. Uit alle
delen van het land kwamen demonstranten naar
Amsterdam, ook uit Alkmaar. "Zij die uit Alkmaar op een
gezelschapsbiljet wenschen te reizen kunnen daarvan
opgave doen tot uiterlijk 15 juni a.s. aan mej. A.F. Bossert,
Huigbrouwerstraat 11, onder bijvoeging van fl 1,- voor de
reiskosten. De trein vertrekt 's morgens om 9.37." 12
Ruim veertig treinkaartjes zijn bewaard gebleven in het
kasboek van de VvVK, maar in Amsterdam werd een
stoet gevormd van ongeveer 18.000 mannen en vrouwen
onder wie veel leden van de Vereeniging in klederdracht.
De foto's geven een indrukwekkend beeld en het NH
Dagblad schreef dat de duizenden 'kalm en waardig hun
wenschen hebben kenbaar gemaakt'. Niet iedereen was
te overtuigen, zoals blijkt uit een handgeschreven
commentaar in een exemplaar van De Groene Amster
dammer uit 1916: "In hoeveel huisgezinnen zet de vrouw
een goede kop koffie? Welnu, is een kookcursus dan niet
nuttiger dan vrouwenkiesrecht?" Het ledental van de
Vereeniging steeg tot 22.000, ondanks een afsplitsing van
de Neutrale VvVK. Ter vergelijking: in dat jaar had de hele
Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP) er 17.000!
In september 1916 nam de Tweede Kamer, na opening
van de Staten-Generaal, de grondwetsherziening
opnieuw in behandeling. De VvVK besloot een adres aan
te bieden en opnieuw een grote betoging te houden in
Den Haag. Hierbij hield de Bond zich afzijdig uit vrees te
militant te worden. Acht weken lang werd door vrouwen
een permanente vrouwenwacht gevormd om Kamer
leden constant aan haar eisen te herinneren. Datzelfde
jaar was er op 13 augustus een landelijke meeting in
Bergen. In de oproep voor de bijeenkomst stond:
"De beslissing nadert, een beslissing voor lange jaren.
Iedere volwassene beïnvloedt nu die beslissing, ook door
onverschillig terzijde te blijven staan."
DE GRONDWETSWIJZIGING VAN 1917
Ondanks alle offers in tijd, geld en energie lukte het weer
niet: het vrouwenkiesrecht werd niet in de grondwet van
1917 opgenomen. De vrouwenbeweging was maar één
van de partijen die zich in de strijd hadden geworpen,
ook de socialisten en de partijen op godsdienstige
grondslag hadden grote belangen. Onder leiding van
premier Cort van der Linden sloten de Nederlandse
politieke partijen in 1917 een compromis. In ruil voor
algemeen kiesrecht zou de overheid scholen op gods
dienstige grondslag subsidie betalen. Op 12 december
1917 zette Cort van der Linden zijn handtekening onder
een wijziging van de Grondwet. Alle Nederlandse
mannen mochten voortaan stemmen, dat noemde
men Algemeen Kiesrecht. De naam zegt eigenlijk wel
voldoende over de positie van vrouwen.
En nog steeds werden de oude argumenten op tafel
OUDALKMAAR - 85