ft
Op 16 juli 1943
wordt het depot in
Alkmaar leeggehaald,
170 klokken verdwijnen
naar Duitsland.
lu/TTL-i jj ïi» - ?t t# m* <rnr^,
9**£, (TTz)^.
m<LLA£S- A/ff&DF/V. EJ jAtfftL-
#EA.T PF g RAVE FFCE&UNT AMSTELOPAMtt
A° t T o S 4* Sir m0M?V
FeW€PlCTUM-
^vi-^trv*, AjuJ
i. A A X*' ^*v'/
F- ift\Ll *Ar*V>£*^-. i~t» S
- kf
Gipsafdruk en
afschrift torenklok
Kwadijk
ten aan te brengen. Ook over het merken van A, B, of C
was nog steeds veel verwarring. Er kwamen veel vragen
over de mogelijkheid een klok te ruilen, waardoor
misschien een oude, interessantere klok toch bewaard
kon blijven. Er werd een plan opgesteld omdat er in de
categorie C (onder de 150 kilo) veel 'minderwaardige'
exemplaren voorkwamen, terwijl er verschillende waar
devolle oude klokken met A en B gekwalificeerd waren.
Na een briefwisseling mocht er geruild worden indien de
klokken hetzelfde gewicht hadden. Zo werd de klok van
de Pius-Stichting (Petit Fritsen, 1925) geruild tegen de
klok uit het Oudeliedenhuis (1700) in Haarlem.
Na het zorgvuldig beschrijven en natekenen van
decoraties op de klokken werd van de belangrijkste
versieringen een afdruk gemaakt met behulp van klei of
plasticine. Daarmee kon later een gipsafdruk worden
gemaakt. Daarna moesten de klokken ook nog
gefotografeerd worden. Het was keihard doorwerken!
Op 18 februari 1943 wijzen de Duitse autoriteiten de
officiële depots aan. Er komen twee depots in
Amsterdam, een in Hilversum en een in Alkmaar.
Het depot in Alkmaar wordt de N.V. Kaashandel-Maat
schappij 'Gouda', Wolfpad 12.
Door de strenge winter met lage temperatuur liet
het weghalen van de buit gelukkig nog even op zich
wachten. In Amsterdam was er overigens al wel een
begin gemaakt.
Op 27 februari 1943 schrijft Belonje een brief aan Kalf,
met de noodkreet: Wat moet ik doen? Er is veel te weinig
gips voor de afgietsels! Waar halen we dat vandaan?
Zoals geschreven in de gebruikelijk taal:
Hooggestrenge Heer, Met succes is thans van eenige
klokken een aantal gipsafdrukken vervaardigd of
schoon het zeer bezwaarlijk was de benodigde gips te
12 - OUDALKMAAR
-
Jw hat Uaaeaatc £#«tuur rm ai >xob»r
Klerbr ontTanct U in epdmcht Tm fykaimpaot La Kurjitbou ohenalTS
7/A 1 fcarwtiok 300 kg
*/B T fiO
Amsterdam, ia ïahrumri 19^6
EGGERDING CO.
NTERNATIONALE EXPEDITEURS EN SERSCHEPINSS aSENTEN
AMSTERDAM C. - UAST^EW.EC 7.
Eén van de grootste en één van de kleinste a
teruggekeerde klokken in Amsterdam. Nati- Jj
onaal Archief. Foto: Rijksvoorlichtingsdienst.
verwerven. Als gevolg van dit laatste zijn de gemaakte
gipsafgietsels zeer licht van bouw.(...) is extra gips nodig
zou ik het zeer op prijs stellen indien u mij een adres
zoudt kunnen opgeven waar ik voldoende gips zou
kunnen betrekken indien u mij voor een nader te
bepalen quantum gips een toewijzing zoudt kunnen
geven.
Intussen werden ook al vanuit Alkmaar klokken door de
Duitsers weggevoerd.
EEN INDRUKWEKKENDE STILTE WAS OVER HET
HELE LAND GEVALLEN
Op 11 maart 1943 krijgt Belonje bericht dat alle klokken
met een P gemerkt, van vóór 1800, voorlopig niet naar
Duitsland gaan. Alle andere klokken gemerkt met een A,
B en C zullen direct worden afgevoerd. Op 16 juli 1943
wordt het depot in Alkmaar leeggehaald, 170 klokken
met een totaalgewicht van 43.148,5 kg verdwijnen naar
Duitsland. Een fotograaf wordt niet toegelaten. De
klokken zijn afkomstig uit 27 verschillende torens,
verspreid over geheel Noord-Holland.
ANGST SLAAT TOE
Op 3 mei 1943 komt als genadeklap een brief met
'Nadere beschikking van de Rüstungsinspekteur':
Omdat de metaaltekorten oplopen moeten ALLE
klokken uit de Provincie Noord-Holland verwijderd
en weggevoerd worden. Met inbegrip van de M,
monumentale klokken en de carillons.
Op 19 september 1943 schrijft Belonje een brief aan de
directeur van het Gemeente-Museum Alkmaar, of hij het
op prijs stelt de gipsafgietsels van de Noord-Hollandse
torenklokken te ontvangen. Het positieve antwoord volgt
onmiddellijk. De afgietsels worden opgeslagen op de
zolder van het gemeentehuis aan de Langestraat.
AFVOER VAN DE MONUMENTALE KLOKKEN
Op 23 oktober 1944 werden 107 M-klokken en 148
carillonklokken (totaal 81.672 kg), afkomstig uit de torens
van Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland, aan boord
gebracht van het vrachtschip Hoop van Zegen. De
Duitsers hadden eerder dit schip uit Dordrecht
gevorderd om de roofbuit te vervoeren. De eigenaar van
OUDALKMAAR - 13