KLOKKEN VOOR KANONNEN llpf 4_, De NSB kreeg van de Duitse autoriteiten te horen dat alle klokken in Nederland uit de torens gehaald moesten worden. rr Het is 12.00 uur. Ik hoor kerkklokken luiden. Al eeuwenlang dezelfde vertrouwde klanken, maar... in 1942 was een kerkklok in Nederland zijn leven ineens niet meer zeker. Voor je het besefte lag je in een trein of boot richting Duitsland om daar omgesmolten te worden tot een kanon of ander stuk wapentuig. Netty Bleichrodt-Vegter - t* l&i y% VOORJAAR 1942 Ons land is al twee jaar bezet door de Duitsers. Op veel plaatsen in Europa wordt hevig gevochten. Kanonnen, bommen en granaten gaan verloren in de strijd. De wapenindustrie in Duitsland draait op volle toeren om het verloren oorlogsmaterieel aan te vullen. Maar waar halen ze zo gauw zoveel grondstoffen vandaan? Seyss-Inquart, de door de Duitsers aangestelde Rijkscommissaris, hield op 11 oktober 1942 een toespraak. De volgende dag stond deze in alle Nederlandse kranten afgedrukt. In zijn rede refereerde de Rijkscommissaris onder meer aan de 'noodzakelijke' vordering van de kerkklokken in het bezette Nederland. KERKKLOKKEN EN METAAL VORDERINGEN (NIOD): 'Eén ding wil ik nog kort vermelden', zoo ging de Rijkscommissaris voort, 'Gij weet, dat wij thans de kerkklokken wegnemen. Dat is een volkomen natuurlijke maatregel. Het is steeds zoo geweest, dus reeds voor eeuwen, wellicht zelfs 1000 jaar geleden, dat men in goede tijden de schatten in de kerken geplaatst heeft. Wanneer dan oorlogen kwamen, werden de kelken en monstransen weggenomen en als oorlogsschat gebruikt, om het vaderland te beschermen. Daartoe kan men dus op zijn minst ook de kerkklokken rekenen, die naar onze begrippen nog lang niet behooren tot zulke godsdienstige voorwerpen als een monstrans of een kelk. Het spreekt vanzelf, dat wij iedere gram koper, tin, enz. mobiliseren. Wanneer thans van eenigerlei zijde, zij het ook een geestelijke, tot mij de vraag gericht wordt hoe ik dat kan doen, zou ik hem hier willen antwoorden: Mijnheer, ik verwonder mij zeer, dat gij niet vrijwillig gekomen zijt, om den Duitschen soldaat dit koper aan te bieden, opdat hij het bolsjewisme van uw grenzen zal afhouden.' 8 - OUDALKMAAR Ik denk dat de Nederlandse bevolking de toespraak van Seyss-Inquart behoorlijk beangstigend vond, maar hoe kwam je onder dit bevel uit? Al in 1941 werd in Nederland verordineerd dat iedere burger voorwerpen moest inleveren die gedeeltelijk uit koper, nikkel, tin, lood of legeringen daarvan bestonden. Deed je dat niet, dan kreeg je een boete en/of een gevangenisstraf tot vijf jaar. Ondanks die dreiging, begroeven veel Nederlanders hun koperen voorwerpen ergens dichtbij hun woning. Maar een kerkklok stop je niet zomaar ongemerkt onder de grond. Om die uit handen van de Duitsers te houden was iets ingewikkelder. benaderd met de vraag of hij de inventarisering en beschrijving van de belangrijke klokken in geheel Noord-Holland ter hand wilde nemen. De heer Belonje accepteerde de functie en stelde in samenwerking met alle burgemeesters in Noord-Holland een commis sie van tien personen samen om de uitvoering binnen de verschillende gemeenten te regelen.1 Op advies van Kalf benaderde Belonje ook de Universiteit van Amsterdam, waarna tien geïnteresseerde studenten geschiedenis zich opgaven om mee te helpen aan de registratie. In Alkmaar zorgde de gemeentearchivaris, tevens museumdirecteur, de heer Th. Wortel, voor de afhandeling. Dat vooral die klokken zo geliefd waren bij de Duitsers kwam omdat de legering van het metaal bestond uit tachtig procent koper en twintig procent tin. Precies dezelfde samenstelling als die waarvan kanonnen werden gegoten. ANGSTIGE VOORGEVOELENS De heer Kalf was van 1918-1939 de eerste directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg. Al sinds 1903 bestond er een rijkscommissie die als taak had een inventarisatie en beschrijving te maken van de monumenten in Nederland. Door de dreiging van een oorlog besloot Kalf al in 1939 de bijzonderheden van alle Lijst met leden van de commissie Noord-Holland RAA SEPTEMBER 1942 De secretaris-generaal van het Departement van Opvoe ding, Wetenschap en Kultuurbescherming, Dr.Tobie Goedewaagen, lid van de NSB, kreeg in september 1942 de officiële brief van de Duitse autoriteiten, waarin stond dat alle klokken in Nederland uit de torens gehaald moesten worden. Hij gaf deze opdracht door aan Dr. Jan Kalf, inspecteur van de kunstbescherming in Nederland. Kalf moest organiseren dat alle torenklokken zo snel mogelijk naar Duitsland getransporteerd konden worden. Een zware taak voor iemand die juist deze historische klokken wilde beschermen. De heer Kalf ging op zoek naar kundige personen die de organisatie voor een gehele provincie wilde coördineren. Zo werd in september 1942 de Alkmaarse advocaat-procureur mr. dr. J. Belonje door de heer Kalf NASCAÜLAAM 41 iVTwk O AJ Uijl t>s (<j 2J*—, y Afl U* ld ZVt, >J,Ü l/, W V-15 iJ-xt. tjyf 1 UtA.i. ïtr&Ji, «^>nvi/w4r li A> TN - tC't' 72 lv*vu{. .W7-—A. lUl- Üj-k, r. ÓS'Ü- 1- K&C+ Lt*.- r 4 t*ieêtfb, aft/ "£i- OUDALKMAAR - 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2021 | | pagina 6