voEoRp vrouwen DE STRIJD VOOR HET VROUWEN KIESRECHT aan de man werd dus dat vrouwen ondergeschikt waren officieel in de grondwet vastgelegd. OPRICHTING VAN ALKMAARSE AFDELINGEN Marlies ten Berge STEM LOKAAL LAAT MIJ BINNEN-IK BRENG NIEUW LICHT In 1919 kwam er actief kiesrecht voor vrouwen. Hier ging een lange strijd aan vooraf. Ook Alkmaarse vrouwen én mannen leverden hieraan een bijdrage. Dit artikel schetst de weg naar vrouwenkiesrecht in Nederland en gaat vervolgens in op de twee Alkmaarse verenigingen voor vrouwenkiesrecht. VROUWENEMANCIPATIE Aan het eind van de negentiende eeuw ontstonden emancipatiebewegingen van allerlei groepen in de samenleving: van arbeiders, katholieken, protestantse 'kleine luyden' en ook van vrouwen. Zij wilden een plek veroveren op terreinen als onderwijs, arbeid en bestuur. Vooral bij de burgerij ontstonden vanaf ongeveer 1870 discussies over rechten en plichten van de vrouw. Terwijl ongehuwde vrouwen uit de verarmde bourgeoisie niet mochten werken en afhankelijk bleven van familie, hadden gehuwde dames meestal weinig te doen. Dat laatste werd door de in 1866 in Alkmaar geboren Cecile de Jong van Beek en Donk beschreven in haar roman Hilda van Suylenburg. Zij organiseerde ook de Nationale Tentoonstelling voor Vrouwenarbeid in de zomer van 1898. Voor het eerst verenigden zich toen vrouwen van de meest uiteenlopende richtingen voor een gemeenschappelijk doel: een overzicht geven van alle arbeid die in Nederland door vrouwen werd verricht. Na 1898 verschoof het accent van de vrouwenbeweging van arbeid naar kiesrecht. NAAR ALGEMEEN KIESRECHT Thorbecke had bij de grondwet van 1848 het censuskiesrecht ingesteld: het kiesrecht was verbonden aan 'een zekere mate van welstand', oftewel aan de belasting die je betaalde. Steeds luider werd de roep om uitbreiding van dit kiesrecht. Omstreeks 1880 stonden de kranten er vol van. Kiesrecht voor vrouwen interesseerde echter bijna niemand, hoewel op dat moment Engelse 18 - OUDALKMAAR Aletta Jacobs in 1913. en Amerikaanse vrouwen, de suffragettes, hier al actie voor voerden. Het was Aletta Jacobs die in Nederland de strijd aanging. Zij was arts, voldeed ruimschoots aan de voorwaarden en wilde zich in 1883 registreren als kiezer in Amsterdam. Ze werd geweigerd. In de grondwet werd gesproken van 'ingezetenen' en men was van mening dat dat dus mannen waren. Aan alle dubbelzinnigheid werd in de grondwetswijziging van 1887 een einde gemaakt: het kiesrecht werd verruimd, maar ook werd opgenomen dat alleen mannen kiesrecht konden bezitten. Het idee dat vrouwen geen volwaardig burgers waren en onder geschikt aan de man, werd dus officieel in de grondwet vastgelegd. En het was een taai idee. In 1917 werd de kiesrechtstrijd beslecht door de toekenning van het 'algemeen' kiesrecht in ruil voor gelijkstelling van het bijzonder onderwijs. Maar pas in 1919 was er echt sprake van algemeen kiesrecht. Dat was namelijk het jaar dat ook de vrouwen in Nederland naar de stembus mochten gaan. DE STRIJD VOOR VROUWENKIESRECHT De aan het eind van de negentiende eeuw bestaande kiesrechtverenigingen nodigden vrouwen wel uit lid te worden, maar bleken in de praktijk weinig te voelen voor vrouwenkiesrecht. Daarom besloot Wilhelmina Drucker in 1893 het initiatief te nemen voor een 'Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht' en stuurde met enkele anderen een circulaire aan allerlei als vooruitstrevend bekend staande mensen. Een van de opmerkelijkste reacties kwam van Louise Gravin Eversen uit Alkmaar: 'De ondergeteekende veronderstelt, dat de vrouwen die kiezer willen worden, niet goed in de bovenkamer zijn. De ondergeteekende verklaart dat zij eventueel het kiesrecht voor zich niet zou wenschen en liever met haar huisgezin bemoeit. De ondergeteekende verklaart, dat zij het voeren van het vrouwenkiesrecht niet noodig, noch nuttig acht, in het belang des lands en der vrouwen van Nederland, die beter doen naaien en breien; zij verzoekt als hare meening in de courant op te nemen, dat vrouwen zich niet met manszaken bemoei en, maar voor het eten en de wasch zorgen, opdat het gezin op tijd alles heeft en dan zullen zij gelukkig huwelijk hebben.'1 Wie was deze onbekende Louise Gravin Eversen uit Alkmaar? Waarschijnlijk was het mevrouw Louise Adriana Eversen die gehuwd was met een Pieter de Graaf. Haar pseudoniem kleurde uiteraard ook het antwoord: 'We mogen natuurlijk niet oneerbiedig worden, anders zouden wij die gravin wel eens de les willen lezen, omdat zij zoo slecht van het haar voorzeker in ruime mate geboden beste onderwijs heeft geprofi teerd Gij, gravin Eversen, hebt door de zorgen uwer dienstbaren alles op tijd" maar hoevelen uwer mede zusters derven dat!!!!' OUDALKMAAR -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2021 | | pagina 11