HET
OORLOGS
DAGBOEK
VAN MIEN
HEKKET
Harry de Raad en Roxanne
Borgman
mei /945
Vrij na vijfjaren, je kon het niet geloven, kunt het
ook nu nog niet af en toe, hoewel het aan de
andere kant weer niet in te denken lijkt dat ze vijf
hele jaren weggeweest zijn die vlaggen, die
kostelijke Hollandse vlaggen, die vreugde, dat
Oranje, dat overweldigende ongekende enthousi
asme, die muziek, die echte, echte vaderlandse
liedjes, de beierende klokken, het Waagcarillon.
Vrijheid, iets wat je nu, na precies een week vaak al
haast als gewoon aanvaardt, maar wat je toch ook
soms plotseling bestormt als iets groots en hevigs,
iets wat je nog steeds niet geloven durft.1
Vreugde bij de intocht van de Canadezen in Alkmaar op
8 mei 1945. Foto: P.J. Bosman. Collectie Regionaal Archief.
HET DAGBOEK
Het citaat hiernaast komt uit het dagboek dat de toen
23-jarige Alkmaarse Wilhelmina Louisa (Mien) Hekket
heeft bijgehouden van 27 augustus 1944 tot en met 12 juli
1945. Het dagboek is bijzonder goed geschreven. Mien
had een uitstekend taalgevoel en dito vlotte pen. In haar
levendige beschrijvingen weet ze steeds de kern te raken
van de gebeurtenissen waar ze deelgenoot van was.
Het dagboek, bijgehouden in een dik schoolschrift, telt
over 1944 slechts enkele aantekeningen. Pas vanaf 11 mei
1945 werd het door Mien regelmatig bijgehouden. Haar
motivatie was 'dingen op te schrijven waarvan ik weet
dat ik er later nog eens iets over zou willen weten.'2 Daar
kwam gaandeweg de behoefte bij om de belangrijke
gebeurtenissen tussen Dolle Dinsdag (5 september 1944)
en de bevrijding vast te leggen. In het dagboek wisselen
terugblikken van Mien en beschrijvingen van actuele
gebeurtenissen elkaar af. Aan het eind - het schrift telt
160 pagina's en is helemaal volgeschreven - was Mien
met haar terugblik gevorderd tot het voorjaar van 1945.
Helaas ontbreekt het opvolgende dagboek.3 Gelukkig
76 - OUDALKMAAR
De eerste
bladzijde
van het
dagboek.
Pasfoto van Mien, ca. 1940.
kunnen we de lacune opvullen met enkele in het
familiearchief bewaard gebleven brieven waarin Mien de
gebeurtenissen in Alkmaar in de eerste meidagen
beschrijft.
Het dagboek van Mien is waarschijnlijk het enige door
een Alkmaarse vrouw geschreven oorlogsdagboek dat
bewaard gebleven is.4
MIEN HEKKET
Mien Hekket werd op 17 augustus 1921 in Alkmaar
geboren. Zij was het enig kind van Adolf Hekket, een
Alkmaarse fabrikant van verpakkingspapier, en diens
echtgenote Elizabeth Catharina Schermerts. De papierfa
briek heeft bestaan tot begin jaren zeventig en stond op
de hoek Kanaalkade-Pieterstraat.
Mien bezocht het Murmellius Gymnasium en studeerde
vanaf 1939 rechten in Amsterdam. Tijdens de oorlog
woonde ze bij haar ouders in Alkmaar aan de Kennemer-
straatweg 109 (nu 111).
DE LAATSTE OORLOGSWINTER
Mien kijkt in haar dagboek terug naar de gebeurtenissen
in de laatste maanden van de oorlog, vanaf Dolle Dins
dag, 5 september 1944. Even leek het alsof de bevrijding
aanstaande was. Maar het bleek een loos gerucht en een
lange zware winter vol ontberingen volgde. Eind oktober
was er geen gas en elektriciteit meer en werden de
voedselrantsoenen steeds kariger. Vanuit hun huis aan de
Kennemerstraatweg zag de familie Hekket eindeloze
stromen hongerige bewoners uit de grote steden lopend
en op de fiets langskomen, op zoek naar voedsel. Mien
had veel medelijden met de 'trekkers':
Dagboek, /945
Die eerste fietsers dijden uit tot een stróóm fietsers binnen
een week, Haarlem, Den Haag, Rotterdam, Amsterdam,
overal kwamen ze vandaan. En dat bleef niet alleen steeds
doorgaan, langzamerhand kwamen de lopers, met
handkarren eerst, daar waren veel zwarthandelaren bij,
later ook met eigengemaakte vehikels (die ook veel achter
fietsen hingen) met kinderwagens (de Scheveningse
vissersvrouwen), met kruiwagens, met alles wat maar iets
vervoeren kon. Hele gezinnen soms, later, na de razzia's
meestal alleen vrouwen, kinderen en oudere mannen. Die
honger hadden, die niets mee hadden en die op de
bonnefooi moesten zien te leven op die tochten die soms
OUDALKMAAR -