'Uit de opdrachten blijkt dat hij werkte voor belangrijke stedelijke instellingen' m *111 4. Van Horstok, Oeverlandschap, 1791, olieverf op doek, 208 x 39.5 cm, Stedelijk Museum Alkmaar. 3. Van Horstok, Landschap met vee, 1791, olieverf op doek, 204.8 x 243 cm, Stedelijk Museum Alkmaar. 1. J. P. van Horstok, Dorpskermis, 1791, olieverf op doek, 210.7 x 480 cm, Stedelijk Museum Alkmaar. JOHANNES PETRUS VAN HORSTOK Johannes Petrus van Horstok was tijdens de tweede helft van de achttiende eeuw een van de weinige kunstschilders in Alkmaar. Hij werd op 1 april 1745 geboren in Overveen. Gesteund door zijn ouders kwam hij in de leer bij Pieter Barbiers (1717-1780) te Amsterdam en was van 1766 tot 1772 lid van de Teeken-Akademie daar, waar hij onderwijs kreeg van Tako Hajo Jelgersma (1702-1795).1 Na zijn oplei ding vertrok de jonge kunstenaar naar Alkmaar. Daar heeft hij van 1773 tot 1800 gewoond, waarna hij naar Haarlem verhuisde. Tijdens zijn loopbaan heeft hij, zover bekend, twee leerlingen gehad: Adrianus de Visser (1762-1837), de latere tekenmeester van Alkmaar en Johannes Reekers (1790-1858). In de periode dat Van Horstok in Alkmaar woonde is hij in negen jaar drie keer getrouwd en kreeg hij in totaal vijf kinderen.2 In de literatuur wordt gesproken over een groot verval in de kunsten tijdens de achttiende eeuw. Ook Alkmaar miste toentertijd schilders van niveau.3 Van Horstok merkte dit op en sloot zich onder andere om die reden niet aan bij het schildersgilde. Hij noemde de schilders die wel ingeschreven stonden 'onaardige brodders en huisschilders'.4 Kunstenaars- biograaf Adriaan van der Willigen beschreef Johannes Petrus van Horstok dan ook als opgeruimd van geest en als een braaf (dat wil zeggen: dapper) man.5 Uit de opdrachten die Van Horstok verwierf, blijkt dat hij werkte voor belangrijke stedelijke instellingen. Zo beschilderde hij de binnenluiken van het grote orgel in de Grote Kerk, maakte hij een fors altaarstuk voor de Sint-Laurentiusstatie en vervaardigde hij een altaarstuk 30 - OUDALKMAAR 2. Van Horstok, Kustlandschap met toren, 1791, olieverf op doek, 207.6 x 241.8 cm, Stedelijk Museum Alkmaar. voor de Banekerk, alle te Alkmaar. Ook maakte hij werken voor de oostgevel van de Waag en voor de gevel van het stadhuis.6 In totaal bestaat zijn overgeleverde oeuvre uit zo'n 150 werken. Johannes Petrus van Horstok was, kortom, een kunstenaar die zich bewust was van zijn kwa liteiten en die enige faam genoot in Alkmaar aan het einde van de achttiende eeuw. ENSEMBLE Het grootste Alkmaarse behangselstuk, ca. 2,5 x 4,5 m, verbeeldt een boerenkermis. In een dorpje zijn mensen aan het dansen, treden er acteurs op en wordt er gevoch ten. Rechts op de schildering is een taveerne, genaamd 't Zwaantje. Hier serveert een vrouw maaltijden aan de gasten, die buiten naar de mensen zitten te kijken. Het tweede stuk toont een kustlandschap bij onstuimig weer. Twee grote schepen, waarvan één met een Nederlandse vlag, trotseren de golven, terwijl twee figuren vanaf de kant staan toe te kijken. De twee bomen naast de vuur toren zijn sterk gebogen - zo hard waait het. Op het derde stuk is een grasveld met schapen en koeien te zien. Rechts op het doek staat een gebouwtje afgebeeld dat door de slechte conditie van de verflaag nauwelijks te zien is. Voor dit gebouwtje staat een herder die met een stok in zijn hand de dieren het grasveld op jaagt. In het ensemble bevinden zich tevens twee kleinere stuk ken. Op een langwerpig smal stuk zijn twee vissers op een kalme rivier afgebeeld (p. 30, afb. 4). Dit heeft waarschijn lijk een plaats gehad tussen twee ramen. Het tweede klei nere stuk is rechthoekig, relatief klein en geheel in wit- en 5. Van Horstok, zes putti, 1791, olieverf op doek, 63.5 x 102.2 cm, Stedelijk Museum Alkmaar. grijstinten uitgevoerd (afb. 5). Zonder twijfel is het boven een deur geplaatst geweest. Het stelt vier gevleugelde kinderfiguurtjes voor die verwikkeld zijn in activiteiten als vissen en vuur maken. Ze verbeelden waarschijnlijk de vier elementen: aarde, water, lucht en vuur. CORNELIS VAN OOSTVEEN ALS OPDRACHTGEVER De opdrachtgever van de behangselstukken is naar alle waarschijnlijkheid notaris Cornelis van Oostveen (overleden 1822). Uit archiefdocumenten blijkt dat Van Oostveen in 1778 en in 1807 eigenaar was van het pand op Langestraat 43. Hij bezat nog enkele andere panden, stallen en tuinen in Alkmaar, maar zal gewoond hebben in zijn huis aan de Langestraat - toen verreweg de belangrijkste straat van Alkmaar. Van Oostveen zal dus de opdrachtgever zijn geweest van de behangselstukken. Hij was een gezag hebbend man in Alkmaar, vanaf 1815 zelfs een van de vier burgemeesters van de stad. Van Horstok en Van Oostveen hebben elkaar al voor de vervaardiging van de behangsel stukken getroffen, toen Van Oostveen in 1780 een testament voor Van Horstok en zijn vrouw Catharina Johanna de Bruin opstelde.7 Dit maakt het des te aannemelijker dat Van Oostveen de opdracht heeft gegeven. Helaas is niet bekend wat die opdracht precies inhield. We weten niet of Van Oostveen ideeën heeft gehad over de onderwerpen of dat Van Horstok geheel vrij was in zijn invulling van de behangselstukken. HET WERKPROCES Johannes Petrus van Horstok bereidde zijn schilderijen nauwkeurig voor op papier. Dit blijkt uit een tekening in OUDALKMAAR - 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2020 | | pagina 3