■iaüïA-.,
NEDERIANDSCHE
De landelijke boerenleiders
maakten zich
schuldig aan corruptie
HET BOERENBEDRIJF
MASSALE BIJEENKOMST
VOOR DE LANDELIJKE JEUGD
op. Donderdag 7 Mei1
:*s morgens 11 uur te Alkmaar
la het Wapen van Heemskerk:
Het woord zal o.m. gevoerd worden
éoor den
sl Boer enjeug diet dep Si 8 oer m o
Bijeenkomst van de
gouwkring van de
Landstand in Café Central.
Ca. 1942. Regionaal Ar
chief Alkmaar
voor hun tegenwoordig zo waardevolle vervoermiddelen;
speldjesverkoopers en tussen dit alles de vrolijke roep van
herkenning tusschen verschillende bezoekers.'11
De provinciale boerenleider opende de dag met een toe
spraak vanaf een groots opgezet podium vol nationaal-
socialistische symboliek: zwaarden en ploegijzers, en het
grote wiel met korenaren boven zijn hoofd. 'In dezen tijd,
nu wij geen regeering en geen koloniën meer hebben, is
het de taak van de boeren, in den Landstand vereenigd,
om zelf het fundament te leggen voor een nieuwe
boerenorde 'De Landstand leeft en marcheert, dat
bewijst ook het bezoek van de vele boeren die om raad
komen in het gebouw aan den Kennemerstraatweg te
Alkmaar.'12 Naast het stevige programma met toespraken
was er ook ruimte gemaakt om het publiek te vermaken.
Voor de muzieknis in de Alkmaarse muziektuin was een
decor (tien meter hoog en zestien meter breed) van een
Texelse boerderij op een duintop met helmgras geplaatst.
Voor deze boerderij werd het toneelstuk 'De Strooppot'
opgevoerd en deden mensen in typisch Texelse kleder
dracht een volksdans. Van dit vermaak werden opnamen
gemaakt door het nationale bioscoopjournaal.
NSB-leider Mussert bezoekt de kaasmarkt.
Beeldbank WO2 - NIOD
AFSCHEID VAN JAN SAAL
Een jaar later, op 21 mei 1943, nam Jan Saal in de Van
Teylingenzaal van Hotel Proot afscheid als boerenleider
van Noord-Holland. Hij had goed werk verricht. De Land
stand in Noord-Holland was volgens de krant de eerste
georganiseerde afdeling in ons land, die het snelst op
volle toeren werkte.13 Saal wees er in zijn afscheidsrede
op dat in de drie jaren dat hij en zijn medewerkers
hadden gestreden voor hun ideaal, reeds veel was
bereikt. Hij bleef positief en beloofde betrokken te blijven
bij de provincie.
48 - OUDALKMAAR
Door de landelijke Jeugd rail wordt «en
r joFwtaelend programme van vellcidaruai, tang^
en Isanetlifdl geboden
De werkelijkheid was minder mooi. De journalist van de
krant van de Landstand die Saal interviewde, noteerde
de reactie van Saal na vele pogingen om de slecht
functionerende gaskachel in het gouwhuis aan de praat
Advertentie voor bijeenkomst van de Landstandjeugd.
Dagblad voor Noord-Holland 5 mei 1942
te krijgen: 'Och, we zijn het hier gewend dat het niet
direct vlot gaat.' Waarmee de interviewer direct aan kon
sluiten op de 'moeilijkheden, welke de Landstand heeft
te overwinnen'.14
Jan Saal schreef in april 1942 in een brief: 'Mijn dorps
boerenleiders worden geheel geïsoleerd door de
tegenwerking en sabotage van de worteltje-boven
klanten.'15 Slechts een minderheid van de boeren
betaalde de verplichte contributie en de landelijke
leiding maakte zich schuldig aan corruptie. 'Boerenleider'
Roskam moest in 1943 om die reden ontslag nemen.
Jan Saal ging als voorman van de Landstand de lande
lijke organisatie uitbouwen en werd plaatsvervangend
'Boerenleider' in Den Haag, een functie die hij tot 15
augustus 1944 zou vervullen.
In de bezettingsjaren viel de buitenlandse handel
grotendeels weg, waardoor sommige boeren, zoals
bollentelers, over moesten schakelen op andere pro
ducten. De hele productie en verkoop werd geregle
menteerd door het Voedseldistributiekantoor. De na
druk kwam te liggen op akkerbouw: veeteelt leverde
minder voeding op. Daartoe werden boeren verplicht
een deel van hun grasland te scheuren. Dat beteken
de dat ze weiland moesten omploegen en omzetten
in akkerland, zodat er graan of aardappels verbouwd
konden worden. Alles moest gemeld worden: de hoe
veelheid productie, het transport naar veiling, fabriek
of slachthuis, dorsrechten enzovoorts, zodat er niets
aan de strijkstok bleef hangen en onttrokken werd
aan de voedselvoorziening.
Ook de boeren hadden te maken met schaarste aan
producten. Paarden, die toen nog veel gebruikt wer
den in de landbouw, werden nogal eens gevorderd.
In de laatste oorlogswinter werden ook koeien en var
kens massaal gevorderd. Brandstof voor tractoren was
niet meer te krijgen. Net als bij andere vervoersmid
delen moest men zich behelpen met gasgeneratoren.
Stikstof (kunstmest) was 'op de bon' en in het laatste
oorlogsjaar in Noord-Holland helemaal niet meer te
verkrijgen omdat ook transport vanuit Limburg (DSM)
stillag. Hoewel de prijzen voor landbouwproducten
beter waren, werden de opbrengsten minder en dus
daalden ook de inkomens van de boeren. Arbeid was
er wel genoeg: vanwege het belang van de voedsel
voorziening werden boeren en boerenknechten vrij
gesteld van 'Arbeitseinsatz', tenminste voor enige tijd.
Met name de inundaties waren een groot probleem
voor boeren van wie land onder water kwam te staan.
OUDALKMAAR - 49