ALKMAAR ALS PROVINCIAAL
CENTRUM VAN DE 'NEDERLANDSCHE LANDSTAND'
Noord-Hollandse boeren tijdens de Duitse bezetting
I S"
De Landstand beoogde
een nationaalsocialistische
eenheidsorganisatie te zijn
Marlies ten Berge
In de bezettingsjaren was er sprake van voedselschaarste en voedseldistributie. We kennen het bonnensysteem,
maar hoe zat het eigenlijk aan de kant van de productie? Ook de Nederlandse boeren hadden te maken met
allerlei maatregelen die voortvloeiden uit de bezetting. Het Duitse bestuur probeerde Nederland op
nationaalsocialistische wijze te (re)organiseren. Elke vereniging of organisatie die de nazi's niet konden
gebruiken werd opgeheven. In plaats daarvan kwamen er eenheidsorganisaties. Boeren moesten lid worden
van de nationaalsocialistische Landstand die in Alkmaar een 'gouwhuis' vestigde.
HET GOUWHUIS IN ALKMAAR
Half februari 1941 werd een 'gouwhuis' van de gouw
Noord-Holland van het NAF geopend in Emmastraat
Opening van het gouwhuis te Alkmaar op 21/02/1941 in
Café Central. In het midden van de voorste rij Evert Jan
Roskam. Foto Th. Volmer, Beeldbank WO2- NIOD
NSB-BOEREN
Al in juli 1940 werd het 'Nederlandsch Boerenfront'
vanuit de NSB opgericht onder leiding van Evert Jan
Roskam. In november van dat jaar ontstond het
'Nederlandsch Agrarisch Front' (NAF), ook onder
leiding van Roskam. In Noord-Holland was het Jan Saal,
een boer in de Waardpolder met bestuurlijke ambities
en redenaarstalent, die zich zeer voor deze organisatie
inspande. Vanaf 1933 was hij lid van de NSB en sinds 1935
(voor deze partij) lid van de Provinciale Staten. Hij werd
de drijvende kracht achter het opzetten van de 'gouw'
Noord-Holland, met Alkmaar als bestuurlijk centrum, de
eerste in het land en met een werkgebied van ongeveer
twee miljoen inwoners, 'zoodat het van méér dan
symbolische beteekenis is, dat van Alkmaar de
Victorie is begonnen'.1 De stad, streekcentrum voor
het omringende platteland, was kennelijk een geschikte
locatie voor bijeenkomsten van de NSB-boeren.
41.2 De verschillende functionarissen die bij de opening
aanwezig waren, onder wie Roskam, werden welkom
geheten door gouwleider Jan Saal. Vervolgens bezichtig
den de aanwezigen het gebouw, waarna in Café Central
aan het Hofplein een bijeenkomst werd gehouden met
nog enkele sprekers.3
In het gouwhuis werd de administratie van de hele
gouw behandeld. De gouw was verdeeld in 16 streken,
die weer waren onderverdeeld in buurten. In 78 van die
buurten waren gemachtigden aanwezig om de orders
van het NAF uit te voeren, Alles tezamen beschikte de
gouwgemachtigde Jan Saal over een staf van meer dan
- OUDALKMAAR
180 personen. De streekleiders kwamen eens in de twee
weken in het gouwhuis bij elkaar.
DE LANDSTAND
Het NAF vormde de organisatorische kern van de op
24 oktober 1941 door rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart,
de hoogste nazi-bestuurder in Nederland, ingestelde
'Nederlandsche Landstand'. Een organisatie met een
nieuwe naam, maar veel veranderde er niet: Evert Jan
Roskam werd hoofd van de Landstand met de titel
'Boerenleider'. Op 12 februari 1942 meldde de krant:
'Gistermorgen waren de voorloopige dorps- en streek-
boerenraden van den Nederlandschen Landstand in
de provincie Noord-Holland bijeengekomen om in
tegenwoordigheid van een groot aantal Nederlandsche,
zoowel als Duitsche autoriteiten getuige te zijn van de
officieele installatie van het gewest Noord-Holland van
den Nederlandschen Landstand'.
En waar kon dat beter gebeuren dan in een zaal van
de Harmonie in Alkmaar? Volgens de krant was het er
al vroeg druk en was de zaal buitengewoon smaakvol
versierd met de Landstandemblemen en -kleuren. De
toespraken van Roskam en 'Beauftragte' Unger maak
ten duidelijk waar de Landstand voor stond: 'Het is géén
Propaganda affiche van het NAF Beeldbank WO2 - NIOD
verlengstuk van het staatsapparaat maar het tot zelf
bewustzijn gekomen boerendom dat zijn eigen recht
en zijn eigen eer handhaaft.' De vooroorlogse landbouw
organisaties hadden namelijk een verkeerde geestes
gesteldheid. 'De Führer immers heeft reeds gezegd, dat
de grondslag voor ieder Germaansch volk het boerendom
is.' De boerenleiders moesten 'als gelijke partners met
de burgemeester de belangen van boer en voedselvoor
ziening beschermen.'5 Op deze bijeenkomst werd Jan
Saal als provinciaal boerenleider geïnstalleerd.
DOELSTELLINGEN
De Landstand beoogde een nationaalsocialistische een
heidsorganisatie te zijn. Haar belangrijkste doelen waren
het behartigen van de belangen van boeren, vissers en
tuinders en mee te werken aan de voedselvoorziening
van de Nederlandse bevolking. Een belangrijke taak was
het op poten krijgen van de organisatie door geschikte
dorps- en buurtboerenleiders te vinden. Bij Saals afscheid
in 1943 werkten in Noord-Holland drie Landstand
afdelingen op volle kracht: de afdelingen 'Volk en
Bodem', 'Voortbrenging' en 'Marktordening'. De Land
stand telde 'reeds' 1000 actieve medewerkers.
En hoewel de leiders benadrukten dat de organisatie
niet autoritair was maar een beweging van onderop, viel
dat niet echt vol te houden. Alle boeren, tuinders en vis
sers werden verplicht lid en moesten contributie betalen.
Propaganda moest een handje helpen bij de acceptatie
van dit alles. Nadrukkelijk richtte de organisatie zich ook
op de landarbeiders. Het vooroorlogse klasseverschil
tussen boer en knecht zou veel kleiner moeten worden.
Ook de landarbeider was tenslotte 'boer' door het werk
dat hij verrichtte.4
MAN, VROUW EN JEUGD
De organisatie richtte zich niet alleen op de boeren,
maar in het bijzonder ook op de jeugd en de vrouwen.
OUDALKMAAR - 45