over het riviertje wordt gesproken als over de Ye. In de archieven van de abdij van Egmond uit de dertiende, veertiende en vijftiende eeuw zijn meerdere beschrijvingen te vinden van de verkoop of uitgifte in leen van stukken grond in het stroomgebied van de Die, zowel in Heiloo en Limmen als in Alkmaar.4 In 1251 bijvoorbeeld, worden door Lubbertus, abt van Hecmunda, enige tienden in leen gegeven bij Heiligheloe aan de overzijde van de Ee. Dit in verband met uitgaven voor herstel van de dijken bij Harghen en Scagen. In andere aktes wordt de stroom de Ye, d'Ye en het Ye genoemd. Het feit dat het veenriviertje in deze documenten voortdurend de of het Ye wordt genoemd, pleit ervoor dat het in die tijd als een onder deel van het Oer-IJ werd beschouwd. Het gebied aan de oostzijde van de Die wordt van oudsher zowel in Alkmaar als in Heiloo en Limmen het Overdie genoemd. VAN MOERAS NAAR WEIDEGROND Tussen de twee strandwallen vormde zich in de loop der tijd een dik pakket laagveen, een ontoegankelijk moeras, waarvan de Die de kern vormde. Via deze stroom werd het regenwater afgevoerd, evenals het water dat van de strandwallen de strandvlakte instroomde. Aanvankelijk, in de tijd dat de monding van het Oer-IJ nog open is, zal de stroom zuidwaarts zijn geweest. Later, wanneer de monding is dichtgeslibd, zal het water in noordelijke richting via de Zijpe worden afgevoerd. Door ontginnings activiteiten vanaf de strandwal en de aanleg van dammen en dijken krijgt men langzamerhand meer grip op het waterpeil en kan het gebied in cultuur worden gebracht, waarmee in de loop der tijd een veenweidegebied ont staat. De boerderijen veilig voor het water gelegen aan de rand van de strandwal, onder andere langs de oude Oosterweg van Limmen, Heiloo en Alkmaar, met wei- en hooilanden in de nog wel altijd waterrijke strandvlakte. Wanneer in 1820 de Kennemerstraatweg wordt aangelegd, volgt men voor een groot gedeelte het tracé van deze weg. DIJKEN Bij stormvloeden en hoge waterstanden gebeurde het nogal eens dat het water via de open zeeverbindingen diep het Die-gebied binnendrong en grote schade toebracht aan de met veel moeite in cultuur gebrachte agrarische gronden. Met de aanleg van dijken vanaf 1100 proberen als eersten de monniken van de abdij van Egmond de overlast van het binnendringende zoute water tegen te gaan. Tussen Heiloo en Limmen wordt aan het eind van de elfde eeuw de Limmerdam aangelegd en in 1280 maakt graaf Floris V bekend dat een dijk is De Die aan de oostkant van de Heiloo. Rechts de Kooibrug over de A9. De hoge bomen bij het viaduct zijn in 2018 gekapt in verband met vergevorderde plannen voor een afslag van de A9 bij Heiloo. (foto Jaap de Graaf) De Heilooër Tolweg, de plaats waar de Die veran dert van een middeleeuwse veenstroom in een parkach tig water. (beeld uit een film van Walter van Schagen en Jack Groot) aangelegd tussen de stad Alkmaar en Boekel. De originele akte is niet bewaard gebleven, maar een latere copie van de brieff van boekeire dijck is opgenomen in het privilege- en keurboek van de stad Alkmaar.5 Over het algemeen wordt aangenomen dat met deze dijk de Heilooërdijk wordt bedoeld, maar er zijn ook twijfels.6 INPOLDERING In de loop van de tijd zijn, zoals gemeld, in de Die op diverse plaatsen meertjes gevormd. Vlak ten zuiden van Alkmaar was zo het Aftermeer (later Achtermeer) ontstaan en nog wat zuidelijker het Heiioërmeer. Beide meren zijn in de zestiende eeuw drooggelegd, het Aftermeer waarschijnlijk al in 1533, waarmee het de oudste droogmakerij van ons land is. Het Heiioërmeer volgde in 1566.7 Rond de meertjes werd een ringsloot aangelegd waarna een windwatermolen het water kon afvoeren om het nieuwe land droog te houden. Bij de plannen tot inpoldering werd bijzondere aandacht besteed aan de belangen van de scheepvaart. Het Alkmaarse stadsbestuur, dat economische belang had bij vaarten richting stad, bepaalde dat de westelijke ringsloot voldoende breed en diep moest zijn om de schepen doorgang te verlenen. Op die manier vormde de westelijke ringsloot van de Heiloër- en Aftermeer met de Die een doorgaande vaarweg richting Alkmaar. Het sluijsje bij de Nieuw- poort, aan de Hijloërdijk". 1800, Collectie RAA BELANGRIJKE VAARWEG De Die vormde eeuwenlang een belangrijke vaarweg. Materialen voor de bouw van kasteel Ter Coulster en voor de buitenhuizen Nijenburg en Ypestein in Heiloo zijn via deze waterweg getransporteerd. Toen rond 1100 de houten kerk van Heiloo door een tufstenen kerk werd vervangen, zal dit bouwmateriaal met schepen via de Die zijn aangevoerd. Voor dit transport zijn in Heiloo vanaf de Die een zestal vaarten richting strandwal gegraven. Daarvan zijn onder andere de Ter Coulstervaart en de Nijenburgervaart nog steeds aanwezig. Ook voor het regionale transport was de Die van belang. De boeren uit Heiloo en Limmen brachten hun agrarische producten als boter en kaas per boot naar de markt in Alkmaar en ook koeien, schapen en ander vee werden over het water naar Alkmaar of naar markten elders in de provincie vervoerd. Een hindernis voor de scheepvaart over de Die vormden de Limmerdam en de Heilooërdijk. Bij de eerste werden de schepen met behulp van een overhaal of overtoom over de dijk 'gehaald'. Een overhaal is een installatie waarmee een platte schuit over een dijk l** 14 - OUDALKMAAR OUDALKMAAR - 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2020 | | pagina 9