DOOPHEK VAN DE LUTHERSE KERK (1692)
UIT DE COLLECTIE VAN: VICTORIA&ALBERT MUSEUM [LONDEN]
JOOST COX
In deze rubriek worden bijzondere 'Alkmaarse' voorwerpen belicht, die zich in museale collecties in binnen- en buitenland
bevinden. Het kan daarbij zowel om kostbare kunstvoorwerpen gaan als ook om hele gewone, dagelijkse gebruiksvoor
werpen. Zolang ze maar bijdragen aan het 'verhaal' van Alkmaar.
Doophek in het V&A museum; Onbekend
Collectie Regionaal Archief Alkmaar FO 1008441.
Er is een bijzonder Alkmaars object in het laatste kwart
van de negentiende eeuw in Engeland terechtgekomen:
het prachtige doophek van de kerk van de evange-
lisch-lutherse gemeente van Alkmaar.1 Het doophek
scheidde in protestantse kerken de dooptuin van de rest
van de kerk. Het is een lage omheining die gewoonlijk
van hout is gemaakt. Het bovenste deel is vaak doorzich
tig en voorzien van kleine spijlen of balusters of is open
gewerkt. Boven de toegang tot de dooptuin bevindt zich
soms een koperen boog: de doopboog. Op het doophek
is soms een lezenaar voor de voorzanger bevestigd.
De nieuwgebouwde Lutherse kerk werd op 14 septem
ber 1692 ingewijd op de hoek van de Oude Gracht en
Baangracht. De omschrijving van de Rijksdienst voor het
Cultureel Erfgoed op de Rijksmonumentenlijst luidt:
'Evangelisch-Lutherse Kerk. Bakstenen zaalkerkje (1692)
op rechthoekige grondslag; kroonlijst en omgaand
schilddak. Hoofd- en zijingang door een korfboog ge
dekt; natuurstenen blokken. Spitsboogvensters. Inwen
dig houten plafond met brede koof; eiken preekstoel
(1692), doopbanken met gesneden deuren, gesneden
eiken tochtportaal (1695), koperen kroon (XVIIIc), vier ko
peren wandluchters. Van oorsprong eenklaviers orgel in
1754 gemaakt door een onbekende orgelmaker, moge
lijk door Pieter Müller. In 1879 gewijzigd en uitgebreid
met een tweede klavier door L. Ypma.' Daar had natuur
lijk ook het doophek bij moeten staan.
- OUDALKMAAR
Familiewapens van dominee Lange en de ouderlingen Harboe en De Roode;
Onbekend Collectie Regionaal Archief Alkmaar FO 1008443/1008444/1008445.
De beschrijving luidt: Een doophek van eikenhout met
drie, identieke [front]panelen en deuren aan beide
zijkanten, de afmetingen zijn frontaal 4,55 breed en 1,45
m hoog, en de deuren zijn even hoog en 0,75 m breed.
Elk paneel is voor de onderste helft gesloten en voor de
bovenste helft opengewerkt; rijk gesneden met gebla
derte en bloemen en met wapenschilden en inscripties.
De panelen zijn verdeeld door smalle pilasters, die op het
bovenste gedeelte zijn gesneden met gebladerte. Cen
traal zijn geplaatst een koperen lezenaar en een kleinere
koperen boog. Daarnaast zijn er twee grote koperen
bogen, bekroond met een Lutherse zwaan, geplaatst
boven de beide zijingangen. De kleine boog was oor
spronkelijk op de preekstoel van de kerk geplaatst.
De drie panelen vertonen familiewapens met inscripties.
Allereerst en centraal geplaatst, onder de lezenaar, van
de 'staande' predikant, dominee Laurentius Lange, ten
tijde van het betrekken van het nieuwe kerkgebouw in
1692. Zijn familiewapen vertoont een helm(teken) met
een wapenschild met een menselijk hart doorboord
door twee kruislingse pijlen, omringd door een lauwer
krans. De onder het wapenschild geplaatste inscripties
op twee banieren luiden: D° L. LANGE pREDiEKANT. Ook
van twee ouderlingen zijn de familiewapens aanwezig.
Op links het wapen van Pieter Harboe, met de inscripties:
P. HAERBOE ovDERLiNGH. Op rechts het wapen van
Jan de Roode, met de inscripties: I.D. ROODE ovDERLiNGH.
De verfijnd vormgegeven lezenaar was een geschenk van
1. Dr. J.W. Pont, Het doophek uit de kerk der Evang.-Lutherse
gemeente van Alkmaar, in Londen, p. 1-11 in: Jaarboek der
Vereeniging voor Nederlandsch-Luthersche Kerkgeschiedenis,
Amsterdam 1915.
mevrouw Hobbe, de vrouw van Henricus van Born, die
van 1658 tot 1662 predikant was. Zo staat het gegraveerd
in de lezenaar: MARGARETA HOBBE HOYSVROV VAN D°
HENRICUS VAN BORN. En er zijn twee koperen kandelaars
naast de lezenaar bevestigd, voorzien van Hebreeuwse
karakters.
Hoe is dat Alkmaarse doophek nu eigenlijk in de collec
tie van het V&A Museum terechtgekomen? Predikant
Hendrik Frederik W. Grottendieck (1865-1878) vond het
maar in de weg staan en verzocht in 1875 de kerkenraad
het doophek te verwijderen. Het verzoek werd ingewil
ligd en het doophek opgeslagen in de consistoriekamer.
Daar stond het uiteraard ook, en meer, in de weg zodat
het op 4 februari 1879 voor 285 gulden werd verkocht aan
een antiquair.2 Die verkocht het doophek, waarschijnlijk,
aan Thomas Merthyr Guest, een industrieel uit Wales,
die woonde op Inwood House, Henstridge in Engeland;
hij verkocht het vervolgens in 1901 aan het Londense
museum voor 30 pond. Daar werd nauwelijks winst op
gemaakt, het verkoopbedrag in guldens in 1879 maakt
omgerekend 24 pond.... In 1975 is nog geprobeerd het
doophek terug te laten keren naar de Lutherse kerk maar
die poging bleek vruchteloos.3
Het is eeuwig zonde dat het doophek voor de Lutherse
kerk en Alkmaar verloren is gegaan, maar het is een mooie
aanleiding om het te gaan aanschouwen in Londen!
2. RAA, Inventaris van het archief van de Evangelisch-Lutherse
gemeente te Alkmaar, 1641-1950 (1963), 78-79 Register van
rekeningen van kerkrentmeesteren, 1864-1919.
3. Oud Alkmaar, 1 december 1975, p. 8.
OUDALKMAAR - 19