De kosten van het dejeuner bedroegen 965 gulden, 18 stuivers en 8 penningen. De straatweg met de herberg de 'Vier Staten' met rijtuigen en paarden, gezien naar de stad. Tekening, L.R., 1748. Collectie RAA PR 1000216. «fö* tóvvM ty fa i /m/,//.is op extra kosten gejaagd. Van reizen van de prins elders door Noord-Holland is bekend dat kuilen in de wegen en opritten naar bruggen moesten worden geëffend en gedicht, afhangende takken gesnoeid en scherpe bochten soms tijdelijk verlegd om de zware koetsen met hun uitzonderlijke bespanning veilig te laten passeren. DRAAIBOEK VOOR DOORLUCHTIGE HOOGHEDEN Ten zuiden van Alkmaar, bij de 'Vier Staten', een herberg aan de huidige Kennemerstraatweg ter hoogte van de Heilooërdijk, werd het hoge bezoek verwelkomd op het grondgebied van de stad door Arend Jan van der Steen, lid van de vroedschap en Alkmaars afgevaardigde in de Staten van Holland, en door stadssecretaris Jan Winder. De echte eredivisie van stadbestuurders wachtte de prins en prinses op in het stadhuis in de Langestraat. Een 'draaiboek' van de ontvangst is in kladversie bewaard gebleven. Het telt negen met de pen beschreven foliobladen. Gezien de lange, formele titels waarmee de hoge gasten steeds worden aangeduid, is het stuk waarschijnlijk opgesteld om voor akkoord te worden doorgestuurd naar Den Haag, naar de hofhouding van de prins. In tien punten staat precies opgesomd welk ceremonieel in acht zal worden genomen om de hoogheden met 'de meeste eere en luijster' te ontvangen. Op de grote dag zal worden gevlagd vanaf de torens van de Grote Kerk, de Kapelkerk, het stadhuis, de Waag en het Accijnshuis. Vervolgens is tot in het kleinste detail de logistiek van het bezoek vastgelegd, van het eerste saluutschot tot en met het laatste, wanneer de stoet het Alkmaarse grondgebied weer verlaat. Er is gewikt en gewogen, dat laten de doorhalingen zien. AANSPRAAK Voorafgegaan door het rijtuig met de stadssecretaris en geëscorteerd door een detachement ruiters reden de hoge gasten naar de stad. Vanaf de Kennemerpoort defileerde de stoet over de buitensingel naar de Geester- of Bergerpoort (bij de huidige Bergerbrug). Had deze omweg een ceremoniële of een meer praktische reden? Vanaf het Ritsevoort en de Koorstraat had een koets met zesspan mogelijk niet zonder onelegant gemanoeuvreer de draai naar de Langestraat kunnen maken. Vanaf de stadswal tot aan het stadhuis stonden in dubbele rijen de vier vendels van de schutterij opgesteld, 'meest alle in Uniforme met blaauwe Rokken en Witte Kousen' en wapenrusting met snaphaan (vuursteen geweer) en bajonet, patroontas, kruithoorn, degen met 'portepee'5 en hellebaard. Voor het stadhuis steeg het prinselijk paar uit de karos onder het gedreun van saluutschoten, klokgebeier en het geschal van trompetten en waldhoorn. In het voorportaal werden zij verwelkomd door de hoofdofficier (de schout) en de jongste twee van de vier zittende Alkmaarse burgemeesters. Langs een haag van bestuurders en oud-bestuurders werden zij vervolgens naar de Burge meesterskamer geleid, waar de twee oudste burgemees ters hen plechtig ontvingen. Volgens het draaiboek stonden voor de schoorsteen twee armstoelen klaar, met een derde stoel iets ter linkerzijde voor de hertog - OUDALKMAAR ■rV,,J\rr«r /OAV j? -.Trias, - 'hbi, i VfeVC r. -v ,1_'Y _- j r.rrj .-i/y.' Willem V en prinses Wilhelmina verplaatsten zich bij hun bezoeken in het land in een karos be spannen met zes paarden. Aankomst van de stadhouder in Leeuwarden, 24 juli 1773. Onbekende kunstenaar, collectie Rijksmuseum Amsterdam. van Brunswijk. Burgemeesters en schepenen zaten of stonden aan de raamzijde van het vertrek, de oud burgemeesters en leden van de vroedschap langs de wand aan de overzijde. Hoofdofficier Rutgerus Paludanus sprak een 'welgepaste Aanspraak en Compliment' uit, die door de hoogheden 'op het gracieuste' beantwoord werd. De dames en minder belangrijke invités hielden zich intussen in de vertrekken achter de Burgemeesters kamer op. Het moet een flinke drukte zijn geweest. De complete stedelijke elite gaf acte de présence. ZEGENWENS De 'heren en dames van distinctie' kregen hierna gelegen heid om hun 'compliment' te doen aan het prinselijk paar. Dat verleende vervolgens audiëntie aan de officieren van de schutterij en het garnizoen. De predikanten van de Hervormde en Lutherse gemeente maakten eveneens hun opwachting. Predikant Dirk Lesier van de Grote Kerk zag hierbij kans 'een zeer nette en welgepaste zegenwens' uit te spreken. Vertegenwoordigers van de grote rooms-katholieke gemeenschap, de doopsgezinden en de remonstranten behoorden kennelijk niet tot de geïnviteerden.7 Het 'dejeuner' werd opgediend in de Prinsenzaal op de benedenverdieping. De tafelschikking hield rang en stand zorgvuldig in het oog. Zo zaten aan de rechter hand van prinses Wilhelmina de echtgenotes van de president-burgemeester en van een vooraanstaande oud-burgemeester met een jonkheer-predicaat, de dames Du Tour en Le Chastelain. Waarom de laatste volgens een andere invitatielijst voor de hele ceremonie afzegde, blijft onbekend. De kosten van het dejeuner bedroegen volgens de bewaard gebleven rekening 965 gulden, 18 stuivers en 8 penningen. In een tijd dat een meester-timmerman met moeite een gulden (20 stuivers) per dag verdiende, een aanzienlijk bedrag. In de som was een post van 77 gulden en 5 stuivers begrepen voor de kosten van bedienden, koetsiers en tuinlieden. Een flinke post van 135 gulden was er voor Benjamin van Doorn, 'confiturier'7 en van 72 gulden op naam van Paulus Brinkhuis voor geleverde wijnen, met aparte bedragen van 16 gulden voor champagne en Tokaywijn, en van 3 gulden voor mineraalwater ('Bristolwater'). De grootste posten betroffen het dagloon van de koks en de door hen geleverde onderdelen van de maaltijd. Kok Ernst Fabricius8 ontving bijna 300 gulden, tweede kok W.J. Schroeven uit Beverwijk stond voor bijna 185 gulden op de rekening. Aan diversen, zoals een kist fruit, fooien en 'overbrengen van goed, en zuykergoet' werd nog eens 50 gulden afgeschreven. OUDALKMAAR -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2019 | | pagina 4