RAADSELACHTIGE
TASHAAK VAN
ZILVERSMID
GERRIT ROGHAIR
Zeker is dat de vier stukken
hardsteen al die tijd van
waarde werden geacht
Charlotte Hoitsma
De decoratie op de tashaak
toont een gevleugelde
putto met een omhoog
geheven toorts.
rvan
het kasteel
Stadstimmerwerf, aan het Museum, of misschien wel aan
een particuliere verzamelaar, een restauratieaannemer of
-architect, maar bewijs daarvoor is er niet. Op oude
inventarislijsten van het Stedelijk Museum, dat vanaf het
ontstaan in 1875 ook een collectie bouwfragmenten
beheert, komen deze fragmenten niet voor.3 Op de
Stadstimmerwerf werden waardevolle, uit sloop afkomstige
bouwmaterialen bewaard om deze te kunnen
hergebruiken, maar daarvan werd geen registratie
bijgehouden. Maar pas in 1986 worden onze fragmenten,
zonder vermelding van herkomst, geregistreerd door de
afdeling Monumentenzorg wanneer een lijst van een
deel van de inhoud van de lattenloods op het opslagter
rein van Openbare Werken wordt opgemaakt.4
De foto's zijn gemaakt door de auteur.
NOTEN:
1. Regionaal Archief Alkmaar, archiefmap 14389.
2 RAA archiefmap 18390, en mondelinge informatie van Piet
Verhoeven en Joop Elsinga.
3. Met dank aan dr. Christi Klinkert, conservator Stedelijk
Museum Alkmaar.
4. Catalogus Natuurstenen Bouwfragmenten, Monumentenzorg
Alkmaar (1986).
5. Met dank aan drs. Karel Emmens.
6. H. Janse en D.J. de Vries: Merk en werk van de steenhouwer,
Zwolle/Zeist 1991, pag. 69.
7. RAA, transcripties Beleg van Alkmaar, Fabriek 1573 mei-juli
en juli-december.
Een passage in het onlangs verschenen boek over de
Alkmaarse Grote Kerk5 vormde een nieuw spoor. In de
collectie bouwfragmenten van de Rijksdienst voor het
Cultureel Erfgoed blijkt zich een serie bijpassende
hardstenen stukken te bevinden, waaruit een begin
zestiende-eeuws poortje valt te reconstrueren en waa
de herkomst bekend is: het aan de vooravond van
het beleg van Alkmaar in 1573 verwoeste kasteel van
de heren van Egmont, in Egmond aan den Hoef.6
De sponning in de hardstenen omlijsting van de
doorgang maakt deze geschikt voor een ophaa
Helaas kon niet worden vastgesteld waar onze
hardsteen verbleven tussen de teloorgang van
in 1573, het geleidelijke verval en de uiteindelijke afbraak
van de restanten vanaf 1793, en het weer opduiken van de
brokstukken op papier in 1986. Daarom is het ook nog
onbekend, waarom de hardstenen onderdelen van het
poortje in de afzonderlijke verzamelingen terecht
kwamen. Daarover kan slechts worden gespeculeerd.
Van de gelijktijdig verwoeste abdij van Egmond is
bekend dat stenen en bouwdelen in 1573 zijn benut voor
de versterking van de stadswallen: in de rekeningen
boeken zijn de betalingen aan slopers, schuitvoerders en
bouwers van nieuwe stadspoorten vastgelegd.7 Maar het
kasteel van Egmond is niet gelijk en ineens gesloopt, en
het poortje kan daarom niet op dergelijke puinschuiten
zijn meegelift.
De huidige Monumentenloods is een rechtstreekse
afstammeling van de bouwmaterialenopslag van de stad
Alkmaar en heeft dus oude stedelijke wortels. Hoe dan
ook is zeker dat de vier stukken hardsteen al die tijd van
waarde werden geacht en daarom door de achtereen
volgende beheerders altijd bewaard zijn gebleven.
- OUDALKMAAR
Onlangs heeft het Stedelijk Museum Alkmaar een
tashaak van de Alkmaarse zilversmid Gerrit Jacob
Roghair (1765-1822) aangekocht. Zilveren tashaken
werden gebruikt om de tas aan de riem of onder
het schort te dragen. Aan de onderzijde van de
haak bevindt zich een ringetje waaraan de tasbeu-
gel, die de stof van de tas bijeenhoudt, kan worden
bevestigd. Deze manier van dragen raakte rond het
midden van de negentiende eeuw uit de mode,
waardoor er niet veel meer tashaken bewaard zijn.
Alkmaars zilver is van hoge kwaliteit, maar er is nog
weinig van bewaard gebleven. Dat maakt de tas
haak dubbel zo bijzonder en daarmee een waarde
volle toevoeging aan de collectie.
Dat de haak van Roghairs hand is, weten we doordat er
een meesterteken op is aangebracht. Dit zijn merken die
een zilversmid in het door hem vervaardigde object sloeg.
Dit kan een bepaald symbool zijn, maar vaak gaat het
hierbij om initialen. In het geval van de tashaak duiden
de cursieve letters GIR op het meesterteken van Rog
hair. Hij kwam uit een vooraanstaande familie gevestigd
in Rhenen. Nog steeds zijn er verwijzingen naar hen te
vinden in deze stad, zo vind je er bijvoorbeeld de Rog-
hairsparrenweg en Roghairweg. Gerrit Jacob Roghair
verhuisde begin 1797 naar Alkmaar, waar hij op 7 februari
zijn meesterproef deed, de eed aflegde en 50 gulden
betaalde en zo lid werd van het 'Gout en Silversmits Gil
de binnen de Stad Alkmaar'. In juli van dat jaar trad hij in
het huwelijk met Cornelia van Fokkenberg. Zij kwam uit
een bekende zilversmidsfamilie: ze was de dochter van
Cornelis van Fokkenberg, de deken en keurmeester. Het
echtpaar heeft onder andere aan de Houttil gewoond.
Naast zijn beroep van zilversmid vervulde Roghair ook
een aantal andere functies. Zo was hij deken en ouder
ling van de hervormde kerk en mocht hij in 1811 lid zijn
van de commissie, die keizer Napoleon zou ontvangen
op 17 oktober van dat jaar. Helaas is het niet tot een
ontmoeting gekomen. Napoleon bleef bij zijn aankomst
bij de Friese Poort in Alkmaar in zijn koets zitten, nam de
speciaal gemaakte, vergulde stadssleutel in ontvangst,
liet de paarden verwisselen op de Houttil en reed daarop
door naar Amsterdam. Verder was Roghair niet alleen
geïnteresseerd in zilver, maar ook in wetenschap. Dat
OUDALKMAAR - 37