Met de prikstok is gezocht naar funderingen van de oude toegangsmuur. gangspunt voor verder overleg met direct omwonenden, de Historische Vereniging Alkmaar en de Stichting Behoud. Gebogen over de tekening ontstond een verfijn der ontwerp. Bij de omwonenden bleek een sterke voor keur voor een groene invulling in plaats van een muur. Er is overlegd over beplanting en het opheffen van het pad langs de kerk, dat in later tijd is aangelegd. En ook nu kwam overlast aan bod. Al met al kreeg ook het plein voor de kerk een rol in het geheel. Samengevat wordt het kerkhof herkenbaar gemaakt met een haag, met aan de voorzijde een toegangspoort en een groen verblijfsplein. de historische plek te kunnen zetten is met de prikstok gezocht naar funderingen van de oude toegangsmuur. Maar er is niets van dien aard aangetroffen. De entree is uitgelijnd op de hoogte van de eerste muurdam, zoals ook de prenten laten zien. OUDALKMAAR Definitief ontwerp voor de herinrichting van het kerkhof. Het ontwerp met de entreepartij. De tekst uit: 'Alles blijft', Gerrit Komrij, 2001 op de togen luidt: Je bent een deel van alles bij je leven en alles blijft bestaan wanneer je sterft. Op het plein komen voor de entreepartij diverse plant- vakken met elk een eigen kleurstelling. De vakken samen krijgen de vorm van een gotisch kerkraam, de kleurvakken verwijzen naar glas in lood. Langs de kerk komt een plantenborder en her en der zijn bankjes opgenomen in het ontwerp. De ingang van de kerk blijft bereikbaar voor rouw- en trouwauto's en voor onderhoudsvoertuigen. Het fietsenrek op het pleintje ver dwijnt en er komt extra stallingsruimte in de Kerkstraat. De inrichting en materiaalkeuze van het gehele plan is terughoudend en eigentijds en wordt uitgevoerd in natuursteen, hout en roestig cortenstaal. Ook de informa tieve elementen zijn geïntegreerd in de bestrating en de stalen onderdelen. Hierbij is aansluiting gezocht bij de vormentaal van het kerkgebouw. Om de entreepartij op SYMBOLIEK De dood wordt al eeuwen omgeven door symboliek. In de nieuwe situatie is dit dan ook bewust meegenomen. Zo komt op de drempel van de entreepartij een natuur stenen tegel met een voorstelling die in Alkmaar en omgeving vaak op grafstenen is te zien. Het is een voor stelling van een treurwilg met een rups en een vlinder: de wilg verbeeldt het verdriet van de nabestaanden, de rups symboliseert het aardse leven dat als vlinder overgaat in het zielenleven. In het hek en de staanders van de entree is subtiel een gotisch kerkraam verwerkt. In de staanders komt een passende tekst over dood en herdenken. Tegel met symbolische voorstelling die veel gezien is in deze regio. FUNDERING HOUTEN KLOKKENTOREN Voor de hoekwoning tegenover de ingang van de kerk, nu Koorstraat 10, stond vroeger een houten klokkentoren. Voor het huis ligt nog altijd een vierkant pleintje, nu met een grote boom. Het luiden bij begrafenissen in de kerk en op het kerkhof werd gedaan door de grafdelver. De klokkentoren is gebouwd in 1501, volgens een notitie die Cornelis Pronk op zijn tekening van de toren maakte. Een rekeningenboek van de middeleeuwse kerkmeesters bevestigt dat.9 De sloop in 1857 is ook gedocumenteerd. De fundering van de toren wordt zichtbaar gemaakt in de bestrating en zal goed laten zien dat deze deels door loopt onder de naastgelegen woning, waar de toren als het ware tegenaan was gebouwd. Het vierkante pleintje blijft op deze manier herkenbaar. Omdat de wortels van de boom de bestrating omhoog drukken, krijgt deze meer 'adem' met een verhoogde boomspiegel met planten. In de stalen rand wordt de tekst uitgespaard die op een van de luidklokken stond, en die zegt dat ieder in de dood gelijk is: Als mijn geluyt woerde gehoort, so komt unde brenget de dooden vort, om te begraven alle gelyck, het so ock arm ofte ryck.10 Met dank aan Harry de Raad, voor zijn hulp bij het raadplegen en vertalen van de bronnen in het Regionaal Archief Alkmaar. De uitvoering van de herinrichting is ingepland in twee fases. In het voorjaar is het kerkhof aangepast en in de zomermaanden volgt het plein. De werkbegeleiding ligt in handen van Stadswerk072 en de uitvoering wordt verzorgd door de firma Vreeker uit Hem, gespecialiseerd in begraafplaatsen, Metaal Maatwerk Groot bv en Jan Reek natuursteen. NOTEN: 1. Parochiearchief, 1417-1574. Korte vermelding van de verkoop van een belendende woning in 1491. 2. 'Frederik Houtman de Zeevaarder', Mr. J. Belonje, pag. 36-38 uit Alkmaarse Volksalmanak 1979, Alkmaar. 3. Een kopie van deze drie begraafboeken staat in de studiezaal van het Regionaal Archief Alkmaar. 4. Stadsarchief 1254-1815, band 34. Eerste keurboek, folio 167. 5. Idem, folio 170. 6. Idem, folio 167. 7. Archief van de Hervormde Gemeente Alkmaar (Kerkvoogdij) 1573-1945. Nr. NL-AmrRAA-10.4-012, 211. Staat van inkomsten uit 1786. 8. Idem, band 211 en 215, reglementen uit resp. 1786 en 1822. 9. RAA Collectie Aanwinsten, inv.nr. 16, fol 2611/1156. Transcriptie Simon Eikelenberg ca. 1730, '...des soe sal [Pieter Heinricks] nog maken dat ballinck huys ende dat klock huis' (met datum 1501) 10. Tekening van de klokken door C.W. Bruinvis, voor de afbraak in 1857. De tekst is van klokkengieter Henrick Wegewart uit Kampen, die in 1614 een tweede klok goot. -j: ïiï.-ïi! jij De houten klokkentoren in 1729, door Cornelis Pronk (collectie Regionaal Archief Alkmaar). OUDALKMAAR -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2019 | | pagina 4