VAANDEL AFD. ALKMAAR VEREENIGING
VOOR VROUWENKIESRECHT 1907
UIT DE COLLECTIE VAN: ATRIA TE AMSTERDAM
JOOST COX
Het is dit jaar honderd jaar geleden dat het algemeen kiesrecht in Nederland werd ingevoerd. Aan het eind van de
negentiende eeuw was het kiesrecht nog alleen bestemd voor volwassen mannen (boven de 23 jaar) die voor een
bepaald bedrag in de directe belastingen werden aangeslagen (het censuskiesrecht). Zij moesten verder in het bezit
van burgerlijke en burgerschapsrechten zijn waardoor bijvoorbeeld ongehuwde mannen jonger dan 25 jaar veelal
geen stemrecht hadden. Rond 1880 beschikte slechts 12.1% van de volwassen mannen over het stemrecht.
iff VERLENGING
VOOR
Alkmaar droeg dus
ook 'haar' steentje bij aan het bereiken van
het algemeen kiesrecht.
'Op vrouwen op! De dag gaat gloren;
De donk're nacht wijkt voor het licht.
Eind'lijk is de strijd volstreden,
De strijd, die eischte uw menschenplicht.
De kamp, die al uw krachten vergde,
De zware kamp voor 't heilig recht.
Is na een kwarteeuw moeizaam werken,
Ten gunste van de vrouw beslecht.
Want moedig strijdend, 't hoofd geheven.
Fier staande in het volle leven,
Hieldt ge omhoog steeds, de kiesrechtvaan.
Bondt ge den kamp voor 't recht kloek aan.
Dat recht der vrouwen lang onthouden
Door onwil en door domheidsmacht.
Dat recht al worst'lend nu veroverd,
Geev' ons weer nieuwe strijdenskracht'.
In maart 1883 vroeg Aletta Jacobs (Nederlands eerste
vrouwelijke universitaire student (1871) en arts) aan
het gemeentebestuur van haar woonplaats Amster
dam om haar als kiesgerechtigde te registreren.
Want zij voldeed immers aan alle wettelijk gestel
de belastingeisen en andere voorwaarden voor
stemrecht. Haar verzoek werd afgewezen op
basis van de redenering van het college van
B&W: adressante moge zich dan al be
roepen op de letter der Wet, volgens den
Geest onzer Staatsinstellingen is aan de
vrouw geen kiesrecht of stemrecht ver
leend'. Aletta Jacobs liet het daar niet
bij zitten en bracht haar zaak voor de
rechter, die oordeelde dat het on
mogelijk de bedoeling van de Ne
derlandse wetgever geweest kon
zijn de vrouw kiesbevoegdheid
te geven. Dat oordeel werd in
cassatie bevestigd door de
Hoge Raad. In 1887 vond er,
mede door dit
verzoek, een grondwet
telijke wijziging van het
kiesrecht plaats; de kiezers
moesten nu 'tekenen van maat
schappelijke welstand en geschikt
heid' vertonen. En werd ook expliciet
vastgelegd dat de kiezers mannelijk
moesten zijn...
Vrouwen lieten het daarbij niet zitten. Om uitbreiding
van het kiesrecht te bewerkstelligen werden vrouwen
uitgenodigd lid te worden van al bestaande kiesrecht
verenigingen, zoals de Bond voor Algemeen kies- en
stemrecht. Naar aanleiding van een wetsvoorstel uit
1893, waarbij het kiesrecht sterk werd uitgebreid,
bleek echter dat het de kiesrechtverenigingen
alleen om steun te doen was geweest; zij hadden
niet de minste animo voor vrouwenkiesrecht.
Wilhelmina Drucker van de Vrije Vrouwenver-
eeniging nam daarop het initiatief voor een
vereniging voor vrouwenkiesrecht. Op 5 febru
ari 1894 werd de Vereeniging voor Vrouwen
kiesrecht opgericht. Al vlug daarna volgden
lokale afdelingen; allereerst te Amster
dam, Rotterdam, Den Haag, Groningen
en Middelburg. Tot presidente van de
afdeling Amsterdam werd Aletta
Jacobs verkozen; in 1903 werd ze ook
presidente van de landelijke vereni
ging. In 1907 splitste, in de beste
Hollandse traditie, een deel van
de leden zich af en vormde
de Nederlandsche Bond voor
Vrouwenkiesrecht; in 1916 stichtten
andere uitgetreden leden de Neutrale
Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht.
Na het verkrijgen van algemeen kiesrecht
in 1919 veranderde de naam in Nederlandsche
Vereeniging van Staatsburgeressen. Foto auteur
- OUDALKMAAR
In Alkmaar werd een afdeling van de Vereeniging voor
Vrouwenkiesrecht in 1907 opgericht met 68 leden. Be
stuursleden waren onder andere mej. E. van der Hoeven
(presidente), mej. Nelly Carels (secretaris) en mevr. A.F.
Bossert-Zaadnoordijk (penningmeester). Mej. Van der
Hoeven werd in 1912 ook tot hoofdbestuurslid van de
landelijke vereniging verkozen. Er werd een vaandel
gemaakt, vermoedelijk door enkele leden zelf gebor
duurd, in 'huisvlijt'. Het was allerminst vanzelfsprekend
dat er vaandels bij betogingen werden meegedragen.
Grote groepen vrouwen vonden het bezwaarlijk om in
het openbaar te spreken of om zichtbaar en wel in een
betoging mee te lopen, laat staan een vaandel mee te
dragen. Wilhelmina Drucker wilde al in 1903 dat de Ver
eeniging voor Vrouwenkiesrecht een eigen vaandel zou
maken. Een heuse en felle campagne volgde; Drucker
drong jaarvergadering op jaarvergadering aan op het
aanschaffen van een eigen vaandel. Zij versloeg de be
sprekingen in de verenigingsbestuur vervolgens kritisch
in het blad 'Evolutie': het voorstel werd aangehouden in
1903, weggestemd in 1904, en nadien jaren van de agenda
gehouden 'als ware dat stuk doek een giftige slang'.
Een ware richtingenstrijd dus in de landelijke vereniging.
Maar de leden van de afdeling Alkmaar dachten daar
dus anders over. Het vaandel is uitgevoerd in witte katoen
met gouden letters en is het grootste vaandel in de col
lectie van het Atria, Kennisinstituut voor Emancipatie en
Vrouwengeschiedenis. Het toont in het midden in een
cirkel vrouwe Justitia met weegschaal, staande voor een
opkomende zon en de Latijnse tekst: Jus Suffragii ('Het
recht om te stemmen'). Daaromheen de tekst: 'Afd.
Alkmaar van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht 1907'.
In de collectie zit nog een tweede Alkmaars vaandel. Een
wit gekleurd vaandel met in het midden het stadswapen
van Alkmaar omgeven door de tekst in gouden letters:
'Algemeen Vrouwenkiesrecht' met onder in de punt een
tulp, het vaandel is aan de onderkant afgebiesd met
gouden franjes.
Alkmaar droeg dus ook 'haar' steentje bij aan het berei
ken van het algemeen kiesrecht.
Er werd in augustus 1919 ook nog een toepasselijk
'overwinningslied' gecomponeerd. Het JUS SUFFRAGIILIED
kende twee (lange) strofen; het vaandel wordt ook niet
vergeten. Hier wordt de eerste strofe weergegeven:
Bron: website Atria; Atria, archieven Vereeniging voor Vrouwen
kiesrecht en Afd. Alkmaar.
OUDALKMAAR -