'STAARTSTER BOVEN ALKMAAR' 1681 UIT DE COLLECTIE VAN: RIJKSMUSEUM AMSTERDAM DOOR: JOOST COX In de collectie van het Rijksmuseum bevindt zich een tekening met een bijzondere voorstelling. 'Nachtlandschap met de grote komeet (staartster) gezien op een veld buiten de Geesterpoort te Alkmaar in januari 1681. Enkele toekijkers heffen de armen ten hemel.' Zo luidt de nadere omschrijving bij de tekening. De komst van kometen aan het firmament werd in vroeger tijd lang beschouwd als een voorbode voor rampspoed, misères, oorlogen en epidemieën Afbeelding collectie Rijksmuseum, objectnummer RP-T-00-341 We zien diverse personen in een besneeuwd veld bij de Geesterpoort staan, duidelijk onder de indruk en welhaast in vervoering de komeet aanschouwen. Dat is ook te lezen in een eigentijdse beschrijving uit Alkmaar van die komeet, die voor het eerst te zien was op 26 december 1680: 'Een verschrikkelijke comeet gesien. Stont in 't Westen 's avonts den tweden Karstdach met een roede off staerte, lang 60 graden, seer vierich [vurig] en brandich, alsoo dat vrome menschen hem aensiende van vresen snickten, ja besweecken, niet wetende wat daer op volgen soude. En wiert den gehele nacht bij ons gesien, als kunnende sijn staertniet onder den horizont verbergen. In 1681 in February is hij verdwenen en de 9 Maert en 11 April weder gesien. - OUDALKMAAR Nota: Vant begin des werelts aff tot nu toe wert gevonden omtrent 300 cometen te sien te zijn. Noch sedert Christi geboerte tot nu toe sijnder 119 oprechte cometen gesien en altijt yets raers na gevolcht. God weet wat ons noch meer sal overkomen als die grote watervloet in Zeelant, Zuytholland etc.'1 De komst van kometen aan het firmament werd in vroe ger tijd lang beschouwd als een voorbode voor ramp spoed, misères, oorlogen en epidemieën. De befaamde, in Rotterdam wonende Franse wijsgeer en schrijver Pierre Bayle veroordeelt in oktober 1681 het geloof in kometen als voortekenen van rampen als ketterij in zijn boek: Pensées diverses écrites a un docteur de Sorbonne a l'occasion de la comète qui parut au mois de Décembre 1680 ('Ver schillende gedachten geschreven aan een doctor van de Sorbonne ter gelegenheid van de komeet die in de maand december 1680 verscheen'). Dat geloof be hoort naar zijn mening tot de sterrenwichela rij en is dus bijgeloof. 'In de filosofie wordt evenmin een verband gelegd tussen het ver schijnen van planeten en het opduiken van rampen op aarde', schrijft hij in zijn maar liefst 600 pagina's dikke boek. Aan het begin van die eeuw (1618) bleek uit dit verslag uit Alkmaar welke rampen zoal werden toegeschreven aan de komst van ko meten: 'Star met steert en grote roede gesien En heeft geduert omtrent 30 dagen, gelij- ck den duytschen oorlogh geweest 30 jaren. Nota: Groot 64 graden, lang de steert en afgrijselijck, die veel quats aen de catholijcke religie gedaen heeft met grooten oor- loch in Duytsland, door Zweden alles bekans vernielt en in Hollant dat Dortse synodus en malkanderen vermale- dijende, den geloove van Armijn en Gomarus off Guesen Calvijn, het om 't leven brengen Barnevelt, catholycken uyt de regeringe, vervolginge, pest, dieren tijt etc.'.2 Ook dominee Baltasar Bekker doet net als Pierre Bayle in 1683 alle voorspellingen van rampspoed af als bijgeloof. Zijn boek heet: Ondersoek van de betekenisse der kome ten bij gelegenheid van de gene die in de jaren 1680, 1681 en 1682 geschenen hebben. Bekker schrijft daarin: 'Maar die eenigsins gezond van brein en vrij van vooropge nomen oordeel is kan lichtelijk bevroeden dat dit allemaal verdichtselen van losse hersens zijn.' In zijn boek schrijft hij: 'Iemand die in 1692 tachtig jaar is, heeft van 1607 tot 1682 negen kometen kunnen zien. Toch leeft hij onge- stoord verder.' Zo heet een hoofdstuk: 'Noit heeft men ook enige besondere gevolgen uit de besondere gelegentheid van eenige steertsterre konnen voorseggen.' Een ander hoofdstuk is getiteld: 'Aangaande de bovennatuurlijke he meltekenen in de schrifture verhaald, de geboortester on- ses saligmakers hadde geen gemeenschap met de ko- meeten.' De komeet van 1680 wordt gewoonlijk aangeduid als de 'Komeet van Kirch'. De naderende komeet werd door de Duitse astronoom Gottfried Kirch op 14 november 1680 ontdekt met behulp van een telescoop toen de komeet nog niet met het blote oog zichtbaar was. Het is de eerste komeet die met behulp van een telescoop ontdekt is. Bij nadering van de zon ontwikkelde deze komeet zich als een spectaculair verschijnsel aan de hemel met een enor me staart. Hij was zo helder dat hij ook overdag zichtbaar was. Het is een periodieke komeet, die een baan om de zon beschrijft in naar schatting 9400 jaar en dus is in het jaar 11080 weer aan het firmament te verwachten... De tekening is van de hand van Lambert Doo- mer (Amsterdam 11 febr. 1624 - 2 juli 1700) en is uitgevoerd in zwart met pen in bruin en pen seel in grijs, zwart krijt (27 cm. x 41 cm.). Hij was de zoon van een schrijnwerker van Duitse af komst, Herman Doomer en Baertge Mertens. Rembrandt kocht zijn schilderijlijsten bij Doo mer sr., gaf waarschijnlijk les aan Lambert rond 1644 en maakte portretten van vader en moeder Doomer. In 1669 verhuisde Lambert met zijn vrouw naar Alkmaar; in 1673 gingen hij en zijn vrouw wonen in het Proveniers huis in de Paternosterstraat. Hij was geen lid van het Sint Lucasgilde maar desondanks voerde hij enkele belangrij ke opdrachten in de stad uit. Zo schilderde hij de drie re genten van het Burgerweeshuis in 1680 en maakte hij het schilderij van de drie regentessen van het Proveniershuis van het Mannengasthuis in 1681 (beide schilderijen beho ren tot de collectie van het Stedelijk Museum Alkmaar). Zijn vrouw was in 1677 overleden en hij was in 1679 op nieuw getrouwd met Geesje Esdré (Esdras), binnenmoe- der van het Proveniershuis. In 1695 verhuisde het echtpaar naar Amsterdam; bij zijn overlijden in 1700 bleek dat hij een belangrijke kunstverzameling bezat, met onder ande re enkele schilderijen van Rembrandt. NOOT: 1 WA. Fasel, Alkmaar en zijne geschiedenissen - Kroniek van 1600-1813, p. 73. 2Idem, p. 36. OUDALKMAAR - 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2019 | | pagina 8