Napoleon vond zelf dat
hij Holland relatief mild
behandelde.
Grenadier van de Garde Imperiale, 3e (Hollandse) Regiment; door Hippolyte
Bellangé; uit Histoire de Napoleon, P.-M. Laurent de L'Ardeche, 1843.
LX TR'A I T M O R T U A I K E.
cA\
-%u
Overlijdensakte van een soldaat, Pieter Hof.
blz. 134 'Alkmaarse militairen'. Foto George Olthof.
Li-i* .1 ^uA I>^n+r *1
Illi V<MM «.III 1 11IH1'
familie terwijl Holland niet lang daarvoor nog
dienstplichtvrij was.7
Naast het organiseren van een leger waren ook
de havens, water- en verdedigingswerken van
belang. Tussen 24 september en 31 oktober 1811
bezocht Napoleon daarom meer dan veertig
plaatsen in de Nederlanden om dit te inspec
teren. De intocht in Amsterdam is een voor
beeld van een geslaagde tocht. Dit gold niet
voor Alkmaar. Men was daar enkele maanden
bezig geweest met de voorbereiding. Straten en
huizen werden versierd, triomfbogen opgericht
en er werd een galadiner ten stadhuize geor
ganiseerd. Napoleon nam echter niet eens de
moeite om uit zijn koets te stappen. Hij nam de
speciaal voor die gelegenheid gemaakte sleutel
van de stad aan, sprak ongeveer tien minuten
met enkele officieren en vertrok weer. De
burgemeester, mr. Gijsbert Fontein Verschuir,
sprak de notabelen die zich voor het stadhuis
verzameld hadden huilend toe: 'Vrienden, gaat
naar huis, de keizer is al gepasseerd.'8
VELDTOCHT TEGEN RUSLAND
Napoleon begon zijn veldtocht tegen Rusland
met 600.000 man in juni 1812 en kwam op
14 september 1812 Moskou binnen met circa
140.000 man. Van deze 140.000 man kwamen
er bij de terugtocht slechts 25.000 levend over
de rivier Memel. Meer dan 95% van de troepen
was dus bezweken aan het oorlogsgeweld of
aan de ontberingen. Dit nieuws werd in de
Hollandse departementen bekend tijdens Kerst
lotingsysteem welke dienstplichtigen uit een jaarklasse
naar het actieve leger zouden moeten gaan. Zo kwamen
er nog meer wijzigingen in het conscriptiestelsel. De
keizer had op dit gebied in ieder geval zowat onbeperkte
bevoegdheden. Daar maakte Napoleon dan ook steeds
meer gebruik van.6
In vredestijd moest men twee jaar in dienst, waarna men
nog tot 45-jarige leeftijd oproepbaar was. In oorlogstijd
was er echter geen einddatum voor een dienende soldaat.
De conscriptie-activiteiten werden intensiever na juni
1811, omdat Napoleon zijn veldtocht naar Rusland aan
het voorbereiden was. In nog geen jaar tijd werden meer
dan 10.000 mannen en jongens onttrokken aan hun
1812. In januari 1813 werden er 350.000 nieuwe dienst
plichtigen opgeroepen. Een paar maanden later liet
Napoleon per decreet weten dat hij een Garde d'Honneur
had opgericht. Dit elite ruiterkorps was bedoeld om
welgestelde families beter te binden aan het keizerlijk
bewind. De geselecteerden mochten hun opzending
- OUDALKMAAR
ZtM a ft
=jr
»t d* JL,
JdJ, /jtMt sir
d&i* iMü tfrf sKinii fjd u«ir
/'Miti 4iy,'
/Jt i/ A J 'rfN*.
naiif dt if A cuudi* Jt a»department
alt x t ci rii rninf quilil li/Apil-i? Té- Ju Jitoi*
At jfutMf-r fan s/i <c y c« fc du nwi»
Sd J'jui iÏ/X- par mice
Je dVUMffi/ jfpvi.'nf '.iff r nrtif.t Je jrfcitwX tji If dit PÓJtatif
ei Uvrfcrmt tlM ttgfiXTt Jtl //.ff Jiil'<t êtpitaJ
Fm i S2i^' b J' A mob /S/Hs
4c-
M.
ars Cccrcttüf As ginsis il.;rgt it fuisst 4c fti/uici
CtnijhïOJ $m.r Li iipaOAtt iit m'/t Jg
É-fan-cre jJ i/Ht JtJ vif J Art 4i'u4iYf,
Fsk J ^f.et
fit iisfvtid
K ff O
namelijk niet weigeren en ook geen plaatsvervanger
sturen. Het ging om zonen van 19 tot 30 jaar uit de rijk
ste families van elk departement. Vanuit de Hollandse
departementen zijn er uiteindelijk 435 Gardesoldaten op
mars gegaan. Er kwam tevens een reorganisatie van de
Nationale Garde.
Napoleon vond zelf dat hij Holland relatief
mild behandelde. Hij was van mening dat
volgens de Franse maatstaven van 3.000
dienstplichtigen op één miljoen inwoners ieder
jaar 6.000 dienstplichtigen in de Hollandse
Departementen moesten opkomen terwijl hij
er steeds 3.000 opriep. In de praktijk was het
Keizerlijk beleid echter helemaal niet mild.
Het totaal aantal jongens en mannen dat in
de periode januari 1811 tot november 1813 naar
het leger en de marine werd gezonden was
31.595. Het feitelijke aantal manschappen
was trouwens nog groter. Een dienstplichtige
kon namelijk alsnog afgekeurd worden, ziek
worden, sterven of deserteren. In deze gevallen
werd dat opgevangen door een nieuwe dienst
plichtige uit dezelfde jaarklasse en hetzelfde
kanton te sturen.
Dat de dienstplicht vele jongens het leven
heeft gekost, viel ook tijdgenoten op. In 1816
schreef iemand na een bezoek aan Alkmaar
'De heer Johnson scheen geheel in verrukking
te zijn, toen hij de zoo bevallige maagden-rij,
waarop Alkmaar met regt roem kan dragen,
met nauwkeurigheid bezigtigde; een weinig
daarna fluisterde hij mij in het oor: het schijnt
mij toe mijn Vriend! dat de geesel des oorlogs
hier ook de bloem der jeugd heeft verdelgd,
nauwelijks zijn hier tien jongelingen voor
dertig ongehuwde meisjes tegenwoordig: hoe
veel heeft die Corsikaansche Dwingeland niet
voor zijn rekening! Hij heeft niet alleen tegen
het mannelijk geslagt gewoed, maar hij heeft
te gelijk ook, door hetzelve voor een groot deel te vernie
tigen, aan velen van deze bekoorlijke maagden, die met
de goederen des geluks minder zijn gezegend, doch voor
het overige alles schijnen te bezitten om een' man regt
gelukkig te maken, de zoete hoop ontrukt om immer
aan hare bestemming te kunnen beantwoorden!'10
Opnieuw waren meer mannen nodig. Zo werden behalve
de mannen van 20 tot 26 jaar, ook die van 26 tot 40 jaar
opgeroepen voor actieve dienst. In de nazomer en herfst
van 1813 begon Napoleons militaire neergang, maar zelfs
nadat het Franse bestuur was ineengestort, verdween
de dienstplicht niet. Deze keerde in vrijwel ongewijzigde
vorm terug in het Koninkrijk der Nederlanden.9
ALKMAARSE MILITAIREN
De aantallen Nederlandse soldaten in het Franse leger
zijn volgens Olthof te laag ingeschat. Hij onderzoekt mo
menteel de matricules (militaire registratielijsten) van het
Keizerrijk Frankrijk, waar alle soldaten staan ingeschreven.
Deze matricules zijn nog niet allemaal gedigitaliseerd,
waardoor niet alle Alkmaarse soldaten achterhaald
kunnen worden. De geboorteplaats, het departement
OUDALKMAAR - 9