In 1810 werd begonnen met de invoering van het Franse dienstplichtstelsel Doelenstraat westzijde met woonhuis rector en ingangspoortje van de Latijnse School en het Burgerweeshuis. Tekening 1799. Onbekend Collectie Regionaal Archief Alkmaar PR 1000096. de Napoleon, P.-M. Laurent de L'Ardeche, 1843. Armée moe[s]ten dienen."1 Officieren en onderofficieren van de verschillende korpsen zouden de kinderen snel afhalen. Lokale bestuurders en kerkfunctionarissen tekenden bezwaar aan tegen deze maatregel. In Sneek kwam het tot een oproer. Uiteindelijk besloot Lodewijk Napoleon om de maatregel grondig te herzien. Er werd gezegd dat de koning "geenszins van intentie [was] om een geforceerde Krijgsdienst in te voeren."2 Wel moesten wees- en armjongens nog steeds worden aangemoedigd om dienst te nemen, want er was nog steeds behoefte aan een sterke defensie. Er waren echter weinig gestichtsjongens die zich vrijwillig opgaven voor het leger. Toch bleef Lodewijk Napoleon bij het plan om deze jongens in het leger te laten dienen. Zo konden namelijk bezuinigingen worden uitgevoerd op de armenzorg en kon het leger worden versterkt zonder de conscriptie in te voeren. In juli 1808 richtte de koning een Militaire Kweekschool op. Jongens die geen ouders meer hadden of door hun ouders waren verlaten zouden vanaf hun geboorte tot hun achttiende jaar op kosten van de staat worden gevormd tot "brave en onversaagde Soldaten en Zeelieden".3 De instelling van de Koninklijke Militaire Kweekschool leidde in het begin niet tot grote protesten. Wel werden kinderen soms uit armengestichten teruggevorderd, om dat de ouders niet wilden dat hun zoon het leger in ging. In december 1808 verscheen een opruiend pamflet met als titel "Droevige klagt van een Aalmoeseniers- Weeskind", 6 - OUDALKMAAR maar de oplage hiervan was waarschijnlijk niet hoog en het verspreidingsgebied was vermoe delijk beperkt. In de zomer van 1809 bereikten de protesten tegen het opnemen van wees- en armenjongens in het Franse leger echter een hoogtepunt. De Vijfde Coalitieoorlog dreigde en dus moest Lodewijk Napoleon maatre gelen nemen om de Hollandse defensie te versterken. Hij richtte een legerkorps op waarbij Koninklijke Kwekelingen zouden worden ingedeeld. Alle jongens van 16 jaar en ouder die in liefdadige gestichten zaten, maar ook jongens die door de armenzorg buiten deze inrichtingen werden onderhouden moesten worden gezonden. De bevolking was zeer ver ontwaardigd over het oproepen van weerloze weesjongens voor de militaire dienst. Sergeant Spekking merkte erover op dat [het] niet billijk [was] dat men de arme Weesen, die reeds door Gods hand van haar vader en moeder sijn berooft geworden soo sal behandelen".4 Dit gevoel leefde bij veel mensen in die tijd. Er ontstond dan ook onrust in Leeuwarden, Nijmegen, Leiden, Gouda, Utrecht en op het Gelderse platteland. Het felst werd er echter geprotesteerd in Amsterdam en Rotterdam. Maar desondanks zette Lodewijk Napoleon zijn beleid door. Amersfoort werd het hoofd depot van het korps en Naarden het hulpdepot. Tevens werd er een complete militaire staf Pupille de la Garde Imperiale; door Hippolyte Bellangé; uit Histoire Franse dienstplichtstelsel. In 1798 werd al bij wet geregeld dat alle mannen van 20 tot 25 jaar in de Franse Republiek en in de bezette gebieden verplicht waren om zich in tijden van oorlog na een oproep te melden voor militaire dienst. Alleen gehuwden, weduwnaars en gescheiden mannen met kinderen waren hiervan vrijgesteld. Dit conscriptiestelstel breidde zich verder uit toen Napoleon Bonaparte in 1799 aan de macht kwam. In 1802 gold de dienstplichtwet tevens in tijden van vrede. Ook werd toen de regeling van plaatsvervanging door gebruik te maken van een 'remplapant', een persoon die tegen betaling de dienstplichttijd van iemand anders invult, formeel opgenomen in het dienstplichtsysteem. Een jaar later werd een vast contingent ingevoerd uit de belangrijkste jaarklasse van dienstplichtigen, de 20-jarigen. Zij zouden jaarlijks worden opgeroepen. Vanaf 1805 bepaalde een benoemd. Toch werden er wel minder armenkinderen gerekruteerd dan aanvankelijk de bedoeling was. De protesten hadden dus wel enig resultaat.5 INLIJVING IN HET KEIZERRIJK Na de inlijving van Nederland in 1810 in het Franse Keizerrijk werd begonnen met de invoering van het OUDALKMAAR - 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2019 | | pagina 5