het militaire als ook het handelsbelang Dat Alkmaar in 1254 stadsrechten verwierf onderkende dus zowel Gezicht op Alkmaar vanaf het noorden door Pieter Goos, 1660. Op de voor grond de Frieseweg ter hoogte van de kruising met de Munnikenweg. Onder de tekening een gedicht van Constantijn Huygens met vertalingen ervan in het Frans en Latijn door L.M. Linksboven het wapen van Alkmaar en rechts boven het wapen van West-Friesland. over de Alkmaarse historie werd gebundeld en samenge vat. In dit handboek kon niet op alle onderwerpen even diep worden ingegaan. Zo is de informatie over de stadsontwikkeling toen vrij beknopt gehouden en zijn er relatief weinig kaarten in het boek opgenomen. In de ter gelegenheid van de Open Monumentendag van 2009 verschenen bundel Alkmaar op de kaart werden vele oude kaarten van de stad en omgeving opgenomen, maar ontbrak een doorgaand verhaal over de stedelijke ontwikkeling. Bij Vantilt verscheen in 2014 van de hand van Ben Speet een Historische atlas van Kennemerland, maar deze beperkte zich tot Zuid-Kennemerland. Met het schrijven van de historische atlas van Alkmaar wilden we een poging doen om de bestaande lacune te vullen. Het schrijven van het boek was een plezierige bezigheid. Alkmaar heeft een boeiend en veelzijdig verleden, wat een onderzoek naar de stadsgeschiedenis aan de hand van historisch kaartmateriaal al snel tot een enerverende reis maakt. Collega's van het Regionaal Archief en externe deskundigen leverden commentaar op de concept-teksten en droegen bij aan de inhoud. Speciale vermelding daarbij verdienen Mark Alphenaar, Diederik Aten, Jan van Baar, Peter Bitter, Joost Cox, Jesse van Dijl, Marijke Joustra, Gerrit Valk en Frits David Zeiler. Vooral de medewerking van Peter Bitter was essentieel: hij leverde onder meer de historische reconstructiekaarten van Alkmaar in de jaren 1000, 1200, 1300 en 1400. STADSONTWIKKELING VAN ALKMAAR In het boek wordt geschetst hoe Alkmaar, ontstaan als een kleine nederzetting van vissers en boeren op de rand van een strandwal, in de elfde en twaalfde eeuw langzaam - OUDALKMAAR uitgroeide tot een handelsnederzetting. De ligging van Alkmaar was gunstig: via het Voormeer en Zeglis konden schepen via de toen nog aanwezige grote meren in Noord-Holland die in open verbinding stonden met de Zuiderzee, gemakkelijk goederen aan- en afvoeren. De nabijheid van de abdij van Egmond gaf een extra impuls aan de ontwikkeling aan Alkmaar. Veel van de goederen die de abdij nodig had, werden via Alkmaar aangevoerd. Belangrijk voor de vroege geschiedenis van de stad was verder de ligging van Alkmaar op de grens van Kennemer land, vlakbij het vaak opstandige West-Friesland. De vol doorstane Spaanse belegering in hetzelfde jaar maakte de stad een periode van snelle groei door. In het binnen de stadsomwalling getrokken Voormeer werden nieuwe eilanden aangeplempt om de groeiende bevol king en nijverheid ruimte te bieden. De Alkmaarse kaasmarkt groeide in de zeventiende eeuw uit tot de grootste van de Republiek. Ook had de stad een voor trekkersrol wat betreft de toepassing van windmolen techniek bij allerlei vormen van nijverheid. In de tweede helft van de zeventiende begon een periode van stagnatie die voortduurde tot de tweede De omgeving van de Grote Kerk op de kaart van Cornelis Drebbel, 1597. graven van Holland hadden aan Alkmaar een trouwe bondgenoot in hun steeds terugkerende strijd tegen de West-Friezen. Dat Alkmaar in 1254 stadsrechten verwierf onderkende dus zowel het militaire als ook het handels belang van de inmiddels tot kleine stad uitgegroeide nederzetting. In de eeuwen erna ontwikkelde Alkmaar zich tot de markt- en handelsstad voor de omliggende regio. Vooral na de droogmaking van de vele grote en kleine meren in Noord-Holland in de zestiende en zeventiende eeuw werden de relaties tussen Alkmaar en het omringende platteland steeds nauwer. In 1573, onder dreiging van een aanval door Spaanse troepen, werd in Alkmaar begonnen met de aanleg van nieuwe vestingwerken. Daarbij werd de gelegenheid te baat genomen om de stad uit te breiden. Na de succes- Kaart van de Alkmaarder Hout door stadstimmerbaas Albert van Panders, 1765. Detail. helft van de negentiende eeuw. De aanleg van het Noordhollands Kanaal in de jaren 1819-1824, waarvan het tracé op initiatief van de Alkmaarse bestuurders vlak langs en zelfs deels door de stad liep, veranderde daar aanvankelijk weinig aan. Pas in de tweede helft van de negentiende eeuw, toen de industriële revolutie ook in Nederland op gang kwam, profiteerde ook Alkmaar mee. De stad kreeg een spoorwegaansluiting en in de jaren zeventig en tachtig van de negentiende eeuw kwam er ook enige moderne industriële bedrijvigheid. Door de groei van de bevolking werd nu ook buiten de oude binnenstad gebouwd. Toch duurde het nog tot rond de eeuwwisseling voordat de eerste grotere wijken buiten de binnenstad gereed kwamen. De groei zette toen snel door, mede geholpen door de actievere overheid en de inmiddels opgerichte woningbouwver enigingen. Na de Tweede Wereldoorlog werd de groei versneld voortgezet. Belangrijk daarbij was de aanwijzing OUDALKMAAR - 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2019 | | pagina 3