Overigens leidde de actie tot een venijnig en cynisch artikel in de Alkmaarsche Courant dat het de bedoeling was dat aan één kunstenaar zou worden opgedragen het maken van de ontwerpen van alle wandtapijten scheid met de meer organische Art Nouveau, is de omar ming van technologie in aanvulling op traditionele motieven. De stijl wordt gekenmerkt door de rijke kleuren, geometrische figuren, naturalistische motieven, abstractie en stroomlijning. De - pas in later tijd gegeven - naam Art Deco is ontleend aan de internationale expositie voor decoratieve kunst, de Exposition des Arts décoratifs et Industriels modernes", die in 1925 in Parijs gehouden werd. Het was overigens de bedoeling die expositie in 1914 te laten plaatsvinden maar het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verhinderde dat. Medemblik deed vier kostbare goudleerbehangpanelen cadeau uit het oude stadhuis. Foto auteur. onbekend ten provinciehuize want bij brief van 11 dec. be richt het college van Gedeputeerde Staten aan B&W van Alkmaar 'met groote ingenomenheid' kennis genomen te hebben van de aanbieding van het geschenk en verzoekt 'aan den raad Uwer gemeente onze gevoelens van erken telijkheid' over te brengen. In dezelfde brief wordt er aan toegevoegd dat rijksbouwmeester Bremer, in samenwer king met professor Roland Holst, directeur van de Rijks academie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam, zich bereid heeft verklaard 'in de opluistering van het nieuwe gouvernementsgebouw zooveel mogelijk eenheid te be vorderen'. Richard Nicolaüs (Rik) Roland Holst was een veelzijdig beeldend kunstenaar: schilder, tekenaar, litho graaf, boekbandontwerper, etser, houtsnijder, glazenier en schrijver; hij was van 1926 tot 1934 directeur van de Rijksacademie. In de kunstwereld ontwikkelde Roland Holst zich tot een invloedrijk en gezaghebbend persoon. In zijn functie, en in zijn vele geschriften, benadrukte hij de ambachtelijke en ethische aspecten van de kunste naar. Kunst behoorde in zijn visie een maatschappelijke functie te vervullen, verheven ideeën uit te drukken in 'schone' vormen en voor een breed publiek toegankelijk te zijn. G GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR STELT GELD BESCHIKBAAR In november 1929 stelde de gemeenteraad van Alkmaar ten hoogste 1.500 gulden beschik baar voor een wandtapijt voor de Statenzaal. Dat leidde vervolgens tot een brief van rijksbouwmeester Bremer van 27 nov. inzake een 'misverstand' over de kosten van het maken van de wandtapijten; die zouden, in tegenstelling tot de eerdere mededeling in de 'circulaire' van de twee gedeputeerden, 3.500 gulden per exemplaar bedragen.2 Blijkbaar was dat 'misverstand' snel uit de weg geruimd of P PERSSTEMMEN Overigens leidde de actie om de Noord Hollandse gemeenten om geschenken te vra gen voor de inrichting en aankleding van het provinciehuis tot een venijnig en cynisch artikel in de Alkmaarsche Courant van 4 januari 1930 onder de kop: 'Een college dat zich niet populair maakt'. Dat begint met de casus: 'Stel U een oogenblik voor, dat de firma Jansen en Co. een bloeiende handelsonderneming met veel per soneel heeft. De firma gaat op eersten stand een nieuw gebouw betrekken, een klein paleisje met vele kamers, hallen en trappen en als de directie door het nieuwe ge- 18 - OUDALKMAAR bouw stapt komt onwillekeurig de gedachte naar voren, dat het de firma een kapitaaltje zal kosten om dat alles op passende wijze te meubileeren en stoffeeren. Dan komt meneer Jansen op een schitterend idee. De firma zal ge lijktijdig met het betrekken van het nieuwe gebouw haar vijftig jarig bestaan vieren, een gedenkdag, die door het personeel zeker niet onopgemerkt zal worden gelaten. Reeds heeft de procuratiehouder op een cadeautje gezin speeld. Welnu, dat is een prachtige gelegenheid om vloer- kleeden en loopers, halbanken, lichtkronen en allerlei andere benodigdheden te krijgen zonder dat de firma er een cent voor heeft uit te geven.' De hiervoor vermelde 'circulaire' van gedeputeerde Mi- chels wordt aangehaald: 'Het is begrijpelijk dat een derge lijke circulaire in vele gemeenten allesbehalve met en thousiasme ontvangen is.' En verderop 'In Hensbroek, Abbekerk, Opperdoes, Beets, Koedijk, Warmenhuizen en wellicht nog andere gemeenten is het "verzoek" van Ged. Staten reeds verworpen. Hier en daar was er ternauwer nood een meerderheid voor te vinden en zal het "ge schenk" een allesbehalve spontaan karakter dragen.' Dat alles leidt tot de vraag: 'Men mag zich afvragen of het col lege van Ged. Staten, dat zich den laatsten tijd door een enigszins autoritair optreden allesbehalve populair ge maakt heeft, door deze cadeau-actie niet bezig is zijn ka rakter van gezaghebbend orgaan te verliezen.' Dat is dui delijke redactionele taal... HET ONTWERP VAN HET ALKMAARSE WANDTAPIJT Blijkbaar was er onduidelijkheid aan het begin A van het traject over het ontwerp en wie daar in over de regie had, de gemeente of de provincie, in casu de rijksbouwmeester. Dat blijkt uit een brief van B&W van Alkmaar aan de rijksbouwmeester van 6 januari 1930 waarin we lezen: U te verzoeken, ons omtrent de meest gewenschte wijze om tot een opdracht te geraken te willen inlichten en daarbij tevens te willen mededeelen, of omtrent het tapijt, wat kleur en teekening betreft bij zondere aanwijzingen moeten worden gegeven.' Dat leidt tot een antwoord van ir. Bremer bij brief van 25 april 1930(!) met als inhoud: dat het de bedoeling was dat aan éen kunstenaar zou worden opgedragen het maken van de ontwerpen van alle wandtapijten voor de verga derzaal der Staten, van welke tapijten er een door Uwe gemeente was geschonken. Nadat met enkele kunste naars overleg had plaats gehad en enkele voorontwerpen waren ingekomen, is ongeveer twee weken besloten het maken van de ontwerpen op te dragen aan den Heer W. Arondéus te Amsterdam, die daarmede aan het eind der volgende maand gereed hoopt te zijn. Indien het ingeko men ontwerp van dien aard is, dat ik het voor uitvoering geschikt acht, zal ik U dat, voor-dat de opdracht wordt ge geven voor beoordeeling toezenden.' Dat voldongen feit valt in Alkmaar bepaald niet in goede aarde. Koel is de toon en kordaat het standpunt van het college in hun schrijven d.d. 6 mei: 'Met eenige bevreem ding hebben wij kennis genomen van de belangwekken de inlichtingen, welke U ons bij Uw terzijde aangehaalden brief hebt verstrekt. Uit Uw mededeelingen blijkt ons, dat met betrekking tot de opdracht tot vervaardiging van het door de gemeente te schenken wandtapijt reeds allerlei voorbereidingen zijn getroffen, dat het ontwerp reeds wordt samengesteld en dat het eerst in het laatste stadi um aan ons ter beoordeeling zal worden. Noch in onze briefwisseling met G.S., noch in de brieven welke wij om trent deze aangelegenheid aan U verzonden, hebben wij doen blijken, dat wij de beschikking over het door den Raad verleende crediet uit handen zouden geven. Ook te genover den Raad zijn wij verplicht, zelf te bepalen op welke wijze het bedrag zal worden besteed.' Tot besluit stelt het college vast dat het zich door de gang van zaken in geen enkel opzicht gebonden acht en derhalve volledi ge vrijheid voorbehoudt om die aanwijzingen te geven ten aanzien van het ontwerp passend bij een geschenk van de gemeente. De rijksbouwmeester en prof. Roland Holst houden bij brief van 8 mei 1930 echter voet bij stuk en schrijven dat de wandtapijten 'door denzelfden kunstenaar zullen moeten worden ontworpen, dat zij van rustige ornamen tele teekening moeten zijn en dat de versiering in hoofd-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2019 | | pagina 11