De overwinning in de Slag bij het Schooneveld voorkwam een Engels-Franse invasie van de Republiek. De zeeslag bij de bank van Schooneveld in 1673, Petrus Johannes Schotel (Dordrecht 1808-Dresden 1865), Beeldbank NIMH. Het fregat Alkmaar op zee, tekening (rond 1700), Sieuwert van der Meulen 1663-Alkmaar 1730), collectie Teylers Museum, Haarlem. aan het begin van de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog (1652-1654) en werd door de Engelsen buitgemaakt in het Kanaal in juni 1652. Gedurende haar hele 'loopbaan' heeft het 'Wapen van Alkmaar' slechts één kapitein gekend, namelijk de Alkmaarder Jan Warnaertszoon Capelman. Er was in 1638 ook al sprake van een ander schip ver noemd naar de stad, namelijk de 'Burgh van Alkmaar'. Het schip was ook uitgerust door de Admiraliteit van het Noorderkwartier en had als afmetingen 120 x 27 x 11 voet met een bemanning van 98 man en 30 stukken geschut. Het schip nam deel aan de Slag bij de Hoofden (de Engelsen noemen het Battle of the Kentish Knock) op 8 oktober 1652 op de Noordzee tijdens de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog. De "Hoofden" was in de zeventiende eeuw de gangbare benaming voor het Nauw van Calais. Die zeeslag tussen een Engelse vloot van 68 schepen en 'onze' vloot bestaande uit 57 schepen wordt ook wel de Tweede Slag bij Duins ge noemd. De 'Burgh van Alkmaar' vloog bij die zeeslag op de tweede dag, 9 oktober, de lucht in. Het schip had als gezagvoerder commandeur Gerrit Nobel, wonende aan de Langestraat te Alkmaar, die eerder dat jaar, begin februari, getrouwd was met Maria Ruijl. De Engelse schepen waren groter en beter bewapend; de Neder landse schepen leden zware schade, met vele doden en gewonden. Dat vormde aanleiding voor een verandering van het vlootprogramma van de Republiek: voortaan wer den grotere en zwaarder bewapende schepen gebouwd. SLAG BIJ HET SCHOONEVELD EN ''T WAPEN VAN ALKMAER' De Eerste Slag bij het Schooneveld was een van de zeeslagen tijdens de Derde Engels-Nederlandse Oorlog (1672-1674). De zeeslag, die voor de Zeeuwse kust gevoerd werd, vond plaats op 7 juni 1673. De Engels-Franse vloot onder leiding van prins Rupert van de Palts werd door de Nederlandse vloot onder bevel van luitenant-admi raal-generaal Michiel de Ruyter verslagen. Deze overwin ning, samen met de overwinningen in de Tweede Slag bij het Schooneveld en de Slag bij Kijkduin, voorkwam een Engels-Franse invasie van de Republiek, de invasie macht stond al klaar in de Engelse havens. De Neder landers waren er zich zeer bewust van dat het vaderland in groot gevaar verkeerde na het Rampjaar 1672. Er is eind mei 1673 een beroemde dagorder uitgegeven door stadhouder Willem III in de vorm van een brief aan De Ruyter, die bezorgd werd op het admiraalsschip. 'Deze brief is misschien de meest indrukwekkende vlootorder, ooit tot onze zeelieden gericht', aldus de vooraanstaande maritiem historicus J.C.M. Warnsinck. VLOOTORDER MEI 1673 '...'t vernoegen te hebben van daar by een te zien zoo veel eerlyke Patriotten, die cordatelyk de handt aan 't werk slaan, om 't Vaderlandt tegens vyandtlyk geweldt te helpen dekken.', 'Wy zullen betrachten dat de geene die haar loffelyk zullen hebben gequeeten dankelyk beloont en gevordert werden,.', maar 'aan den geene die zich lafhartigh, en anders als een braaf soldaat en zeeman, voor den vyandt zal draagen, niets zoo gevaarlyk zal zyn als de havenen van den Staat, daar hy niet zal kunnen ontgaan, noch de straffe handt van de Justitie, nochte de vloek en de haat van zyn medeburgers, die op hem zal vallen en blyven.' Deze brief werd door De Ruyter aan alle officieren voorgelezen en 'met groote beweegenis der gemoederen gehoort. OUDALKMAAR Men hoorde veele Officieren eenige van zyn Hoogheits woorden telkens herhalen: inzonderheit daar hy zeide, dat 'er voor de lafhartigen niets zoo gevaarlyk zou zyn dan de havenen van den Staat: en men besloot derhalven, te winnen of te sterven.'3 De Engels-Franse vloot was in alles in het voordeel: 86 schepen terwijl de Nederlandse vloot uit 64 schepen bestond, 24.295 tegen 14.762 man en 4826 tegen 3157 stukken geschut. De Nederlandse bevelvoerders gaven de eigen vloot gelet op het ondertal dan ook de bijnaam het 'Kleen Hoopken'. Opperbevelhebber Michiel de Ruyter leidde zelf het centrum van de vloot (de 'middentogt'), waartoe ook "t Wapen van Alkmaer' behoorde onder gezagvoerder Jan Croock (of Krook) uit Alkmaar. Een linieschip voorzien van 62 stukken met 186 zeelui en 56 soldaten aan boord; de afmetingen waren 140 x 37 x 14 voet; gebouwd in 1666 op de werf te Enkhuizen. Zelfs de naam van de ontwerper is bekend, namelijk Jacob Willemssen. "t Wapen van Alkmaer' vocht ook mee later dat jaar, op 11 augustus 1673, in de Slag bij Kijkduin. Kapitein Jan Croock voerde eerder, in 1666, het bevel over het schip 'De Hollandse Tuin' met 256 man en 56 stukken geschut. Er wordt in het Regionaal Archief een 'Request' bewaard van Jan Croock, kapitein van 's lands schip 't Wapen van Alckmaer, aan de Raad van State, om de uitgeloofde beloning van 6000 Carolus gulden voor zich en zijn bemanning te mogen ontvangen, vanwege het overmeesteren van een Engelse brander in augustus 1673, met mandaat van betaling van 13 maart 1676.4 Een jaar eerder, op 7 juni 1672, nam ''t Wapen van Alkmaer' onder bevel van kapitein Klaas Anker deel aan de door de Nederlanders gewonnen Slag bij Solebay. Tenslotte vocht "t Wapen van Alkmaar' onder bevel van kapitein Jan Kalff ook mee in de Slag van Beachy Head (ook Slag bij Bevesier) die op 10 juli 1690 als onderdeel van de Negenjarige Oorlog werd uitgevochten. De Engels-Nederlandse geallieerde vloot leverde slag met de Franse vloot en eindigde in een grote Franse over winning. Het Nederlandse eskader onder leiding van de Zeeuwse admiraal Cornelis Evertsen de Jongste werd vrijwel geheel buiten gevecht gesteld; van de 22 schepen gingen zes linieschepen en drie branders verloren, doch niet "t Wapen van Alkmaar'. DE 'POORT VAN ALKMAAR' (1693) EN DE 'ALKMAAR' (1782) Het oorlogsschip de 'Poort van Alkmaar' werd in 1693 op de werf te Hoorn in opdracht van de Admiraliteit van het Noorderkwartier gebouwd, uitgerust met 70 stukken geschut, met als afmetingen 156 x 41 x 15 Amsterdamse voeten. Waarschijnlijk is het dit schip dat rond 1700 is getekend door de in Alkmaar werkzame kunstenaar Sieuwert van der Meulen. In 1696 was Jacob Roos de kapitein, die het gezag voerde over een bemanning van 375 man; kapitein Block was in juli 1700 gezagvoerder. Het werd in 1712 voor het laatst in de annalen vermeld. Het laatste oorlogsschip in deze rij dat tijdens de Republiek werd gebouwd, het linieschip 'Alkmaar', liep van stapel in 1782 op een werf in Enkhuizen, ook weer gebouwd door de Admiraliteit van het Noorderkwartier. Het had als afmetingen 155 x 43 x 20 Amsterdamse voeten (43.6 x 12 x 5.6 m.), had 56 stukken geschut aan boord en een bemanning van 350 zeelui. De 'Alkmaar' OUDALKMAAR -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2018 | | pagina 6