DE RESTAURATIE VAN HET PERKAMENTEN BOVENBLINDE ZEIL DOOR BENITA JANSMA. drukt. Dat kan alleen als dat zeil flink bol staat. Textiele zei len hangen recht naar beneden, perkament doet dat niet. Dat heeft kennelijk niemand zich gerealiseerd, want op alle foto's zit de bocht in de stang naar de achterkant gekeerd, naar het zeil toe gedraaid in plaats van er van af. De enige uitzondering is een ongedateerde oude tekening van de doorsnede van de kerk, waarop het model duidelijk is afgebeeld met de bocht in de stang aan de goede kant. Tijdens een van de ingrepen aan het model voor 1924 zijn dus alle zeilen door textiel vervangen, alleen de beschre ven bovenblinde bleef om begrijpelijke redenen gehand haafd. Die bengelde tussen 1944 en 1985 zelfs als een vreemd tussenvoegsel tussen de blinde en de nieuwe bovenblinde. Daarna heeft Fons Kramer zeer terecht de stoffen bovenblinde weggehaald en het perkamenten exemplaar op zijn rechtmatige plaats gehangen. Het was daarmee nog steeds het enig overgebleven zeil van het schip dat niet van textiel was gemaakt. Bij de restauratie van de kerk tussen 1994 en 1996 werd het model tijdelijk elders ondergebracht. Na de verbou wing bleek de originele stang te zijn verdwenen. Men heeft toen een nieuwe laten maken, die een bocht opzij kreeg. Dit deed men om te voorkomen dat de stang tegen de stagen drukte. Dat dit nooit de reden voor de bocht in de originele stang kan zijn geweest, wordt onmiddellijk duidelijk als we de afbeeldingen bekijken: de stang is recht waar hij zowel de grote- als de grote bramstag kruist en de bocht zit duidelijk waarneem baar in langsscheepse richting. Hoe logisch ook, het kost moeite om de conclusie te durven trekken dat dit oude model oorspronkelijk geheel getuigd moet zijn geweest met perkamenten zeilen. Het gebruik er van op een zeventiende-eeuws model kent voor zo ver mij bekend, geen precedent in dit land, dus er was voldoende aanleiding voor twijfel. Wat ook niet mee hielp was dat het materiaal tegenwoordig een wat kitscherige bijklank heeft door de quasi antieke schemerlampkappen die ervan worden gemaakt en door de in serie geproduceerde malle Columbus modellen die in donkerbruine meubelwinkels op de massiefhouten dressoirs als sfeervolle decoraties zijn te bewonderen. Die zijn ook altijd uitgerust met perkamenten zeilen, liefst met beschildering en met een enorme bolling om het geheel te 'verfraaien'. Maar als we verder doordenken, is perkament voor een kerkschip juist helemaal geen rare optie. Verschillende redenen maken dit materiaal zelfs zeer geschikt: het model kan alleen van op een afstand worden bekeken, dus details aan de zeilen zijn niet nodig. De bolle zeilen geven een zekere vaart aan het geheel, het materiaal was in de zeventiende eeuw in ruime mate voorhanden en de houdbaarheid ervan is bijna eindeloos. Om mijn twijfels weg te nemen heb ik Kees Paul, gepen sioneerd conservator van het Amsterdamse Scheepvaart museum uitgenodigd om hierover samen van gedachten te wisselen. Kees is een voorzichtig man, die allerminst geneigd is wilde beslissingen te nemen en ik was be nieuwd of ik een mogelijk andere plausibele verklaring voor de bocht in de stang over het hoofd had gezien. Hoewel hij, zoals verwacht, in het begin afkerig stond tegenover perkamenten zeilen, moest hij later toegeven dat er geen andere argumenten waren om over de toe passing van het materiaal een veto uit te spreken. UITVOERING Door bemiddeling van Joost Cox kwam ik terecht bij mevrouw Benita Jansma, papierrestaurator bij het Re gionaal Archief in Alkmaar. Zij verklaarde zich meteen enthousiast bereid zich te ontfermen over het originele bovenblinde zeil, dat hoognodig aan restauratie toe was en was tevens zeer behulpzaam bij de aanschaffing van het benodigde perkament voor de overige zeilen. Bij nadere beschouwing bleek de manier waarop de tex tiel zeilen waren gemaakt een nauwkeurige kopie van de bewerking van de oorspronkelijke perkamenten exempla ren. Net als bij het enig overgebleven perkamenten zeil ontbraken de lijken, de leuvers en lussen die als aan hechting voor het lopend touwwerk standaard zijn voor textiele zeilen. De schoten bijvoorbeeld waren net als bij de originele bovenblinde met een knoopje aan de achter zijde van de stof geborgd. De zeilen waren ook niet op de gewone manier met rabanden of met een marlsteek aan de ra bevestigd, maar precies als het originele zeil met een grove steek om de ra genaaid, terwijl de gordingen en boelijnen eenvoudig door de stof waren gestoken en met een knoopje geborgd. Dat is in de modelbouw voor stoffen zeilen, die men graag van details als lijken met leuvers voorziet, een hoogst ongebruikelijke methode. De stang waaraan het model hing, bleek behalve informatie over het oorspronkelijke materiaal van de zeilen nog een aanwijzing te bevatten hoe het model er oorspronkelijk had uitgezien. Niet alleen wees de vorm 78 - OUDALKMAAR op een bol staand marszeil, maar omdat hij beneden de kromming recht was, was de enig mogelijke conclusie dat het grootzeil oorspronkelijk in geborgen toestand moest zijn weergegeven. Dat stelde me weer voor een nieuw probleem. Perkament kun je niet natuurlijk samenplooien tot een aanvaardbare weergave van een geborgen zeil. Opnieuw bracht Benita Jansma uitkomst. Zij stelde een zeer dun lapje leer van de goede kleur ter beschikking, dat ik na het te hebben natgemaakt, aan een proefstokje met behulp van bindgaren kon plooi en en opvullen met celstof tot de gewenste vorm was verkregen. RESTAURATIE VAN HET KERKSCHEEPJE Het tuigen van het model was daarna nog een standaard klusje. Als referentie heb ik het boek over De Zeven Pro vinciën van G.C. Dik genomen. De originele onderwanten, sommige stengewanten en de onderste stagen van fok- kemast en grote mast waren grotendeels nog in redelijke staat en konden behouden blijven. Er was al eerder ge tracht de rest van de touwladders te vervangen, maar het gebruikte materiaal zag er duidelijk anders (en slechter) De stoffen zeilen zijn precies zo gemaakt als wanneer ze van perkament waren geweest. Er zijn geen lijken omheen genaaid en onder meer de spruiten van de boelijnen zijn door de zoom gestoken en met een knoopje geborgd. Dit zeil is in de jaren 1994-1996, toen de kerk werd ge restaureerd en het model tijdelijk was ondergebracht in het Stedelijk Museum van Alkmaar, al eens onder handen geweest van restaurator mevr. E. van Dienst te Amsterdam, die het heeft voorzien van een dubbe ling. Dat was hard nodig, want het zeil was tegen de mars van de boegspriet van het schip ernstig ver kleurd en bros geworden en de vele kleine scheurtjes waren ook nu weer zichtbaar, maar nog steeds goed gehecht aan de dubbeling. Nu was er echter ook een groter gat ontstaan van ca. 4 cm aan de rechterkant. Perkament is een lastig ma teriaal. Door uitdroging kan het net zo hard worden als een eierschaal en even broos. Ook als men uiterst voorzichtig lijmt, wordt vocht toegevoegd en daardoor kan het gebeuren dat het materiaal opeens verandert in gelatine en dan valt er niets meer te redden. Het was dus zaak zo voorzichtig mogelijk te opereren. Om de randen van de scheur weer naar elkaar toe te brengen werd ultrasone mist gebruikt, koude water damp, waarbij het zeil langzaam terug in vorm werd gedwongen door zowel aan de boven- als aan de onderkant zandzakjes te gebruiken. Het gat kon ver volgens worden vastgezet met een heel smalle strook darmhuid, een heel dun vliesachtig leer dat speciaal voor restauratiedoeleinden wordt gelooid en aange bracht met een heatset tissue. Toen het gat dicht was, is de opening vanaf de voorzijde gedicht met op kleur gebracht Japans papier, eveneens met de heatset tissue geprepareerd. Daarmee zijn de opstaande randen afgedekt en die zullen daardoor minder stof vangen en hopelijk langer blijven vastzitten. Het is niet uit te sluiten dat het zeiltje in de toekomst toch moet worden vervangen. Daarom is het van belang een goede foto te nemen van het opschrift, die dan als basis kan dienen om een goede replica te maken. OUDALKMAAR -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2018 | | pagina 12