In de jaren 1924-1927
maakten gemiddeld
150.000 personen
per jaar gebruik
van de tractortram.
Drie autobussen
van de dienst
Alkmaar-Bergen op
de Steenenbrug in
1923. In het jaar dat
de tractortram in
Alkmaar de dienst
regeling startte,
reden er al bussen
in de regio. Binnen
de stad moesten
exploitanten nog tot
1929 wachten om
een stadsdienst op
te zetten. Collectie
Regionaal Archief
Alkmaar.
door de tegenstanders niet netjes gegaan: ze waren
langs de deuren gegaan, in plaats van dat ze de petitie
op bepaalde plekken ter ondertekening beschikbaar
stelden. Bovendien zouden sommige mensen gedacht
hebben vóór behoud van de tram te tekenen, maar door
vage bewoordingen van de handtekeningverzamelaars
op het verkeerde been zijn gezet. 4
Hoe dan ook, de tractortram bleef met steun van de ge
meente nog een paar jaar rijden. Naast de kaartverkoop
verdiende de tram aan het voeren van houten borden
met reclame op de wagons, bijvoorbeeld van de Amster
damse kledingmagnaat Peek en Cloppenburg. De N.V.
nam reclamebureaus in de arm, om het contact met de
reclame-aanbieders te onderhouden en de gelden te
innen. Maar dat ging niet altijd vlekkeloos. Zo blijkt uit
het archief van de N.V. dat de reclamebureaus de pacht
regelmatig te laat betaalden en dat het ene bureau in
het andere opging, zonder dat de N.V. daar duidelijk
zicht op had.
Ook ging er tijdens de tramritten zelf wel eens iets niet
helemaal soepel. Er waren af en toe aanrijdingen (met
bijvoorbeeld een telefoonpaal en een stilstaande kar),
drooglopende kogellagers en lege tanks. De reizigers
waren ook niet altijd tevreden. Zo zijn er klachten over
trams die te laat vertrokken, of die vertrokken terwijl er
duidelijk nog iemand aan kwam rennen om de tram te
halen. Ook wordt er geklaagd dat er geen abonnement
kan worden afgesloten, zoals bij andere vervoerders. Een
reiziger meldde zelfs 'gebrutaliseert' te zijn door een con
ducteur nadat hij ('onbewust natuurlijk') op de grond had
gespuugd. Hem was toegang tot de tram ontzegd, iets
wat volgens hem duidelijk op machtsmisbruik van de
conducteur wees.5 Desalniettemin maakten in de jaren
1924-1927 gemiddeld 150.000 personen per jaar gebruik
van de tractortram.
VAN TRAM NAAR BUS
Maar de financiële problemen hielden aan. De gemeen
telijke steun die de N.V. sinds 1926 ontving, was net
voldoende om de zaak een paar jaar draaiende te
houden. Maar uiteindelijk speelde hetzelfde probleem
op als bij de paardentram: het materieel verouderde en
de financiën waren niet toereikend om het te vervangen.
- OUDALKMAAR
NOTEN
1. Alkmaarsche Courant 23-6-1922. Brief ingezonden
door de heer R. Keuter, waarin hij de geschiedenis
van de tram beschrijft. De gedrukte brief werd ver
spreid door Jan Pot.
2. In 1909 was er al sprake van het liquideren van de
paardentram, maar door een financiële bijdrage
van K.A. Cohen Stuart en enkele stadsgenoten
kon de tram nog blijven rijden. In de AC
van 20-5-1922 geeft Cohen Stuart uitleg over de
financiële problemen die de tram had gekend.
3. Zie het Dagblad voor Noord-Holland, Alkmaarse
editie 7-7-1923 voor de ingezonden brief, en de
Alkmaarsche Courant van 16 en 17 juli 1923 over de
officiële opening en eerste dag van de tractortram
4. RAA, gemeente Alkmaar 1920-1944, inv. 1520;
Dagblad voor Noord-Holland, Alkmaarsche editie,
9-4-1926;Alkmaarsche Courant, 16-4-1926
5. RAA, N.V. Alkmaarsche Stadstram 1921-1930, inv. 12
BRONNEN EN LITERATUUR
RAA, N.V. Alkmaarsche Stadstram 1921-1930
RAA, gemeente Alkmaar 1920-1944, inv. 1518, 1519
en 1520
P. Brouwer, G. van Kesteren en A. Weersma, Berigt
aan de heeren reizigers. 400 jaar openbaar vervoer
in Nederland (Den Haag 2008)
A. Dijkers e.a., Paardetrams in het westen van
Nederland (Rotterdam 1977), Trams en Tramlijnen
27R.G. Klomp, De stadstram te Alkmaarin Op de
Rails 30 (1962)
J. Kok, Stoomtrams rond Alkmaar. Boot-, trein
en tramverbindingen met Alkmaar, alsmede de
Alkmaarse stadstram (Schoorl, 1981)
G. Mom en R. Filarski, Van transport naar mobiliteit.
De mobiliteitsexplosie [1895-2005] (Zutphen, 2008)
Dit keer kwam er geen redding uit gemeentelijke hoek:
de N.V. vroeg nog om extra subsidie, maar dat verzoek
werd geweigerd. De stadsbus werd nu door bijna het
gehele gemeentebestuur gezien als adequaat stedelijk
vervoermiddel, en de tram was inmiddels een hoofdpijn
dossier geworden. 3 juni 1929 werden twee buslijnen
geopend binnen Alkmaar. Het was het doodvonnis voor
de stadstram. 14 juni 1929 viel het liquidatiebesluit voor
de tram, 22 juni zwaaide Alkmaar haar stadstram uit bij
de laatste rit. De tractortram, die eigenlijk van meet af
aan 'met drie wielen in het graf had gestaan', was
niet meer. Begin 1930 werden de laatste bezittingen
van de N.V. overgedragen aan de gemeente in ruil voor
kwijtschelding van de openstaande schulden. Ook werd
het archief, op voorstel van de gemeentecontroleur,
overgedragen aan de gemeente. De enige tram die na
1929 nog reed in Alkmaar was een goederentrammetje.
Die tram, die goederen vervoerde tussen het station en
de Kanaalkade, reed als sinds 1883 en bleef tot 1 januari
1960 in gebruik.
De Alkmaarse stadstram leidde, zowel met paarden- als
met tractoraandrijving, een groot deel van zijn leven een
financieel noodlijdend bestaan. Het al dan niet in stand
houden van de tram, de overgang van paardenkracht
naar motoraandrijving en de aanpassingen van de route
- de stadstram heeft de nodige gemoederen beroerd
in het gemeentebestuur, op krantenredacties en onder
de Alkmaarse bevolking. Hoewel het vehikel duizenden
Alkmaarders heeft vervoerd in zijn tijd, en het straatbeeld
van de stad bijna een halve eeuw heeft gekleurd, was
het einde niet onverwacht. Ons resten de foto's, kranten
artikelen en het archiefmateriaal van deze episode in de
Alkmaarse transportgeschiedenis.
OUDALKMAAR - 43