ALKMAAR ALS
'ZEEHAVEN' IN 1834
Bob van der Schaaf
Z MFrs^n lUJImm
/C Jïcreirt éer /SZ4-,
O T KAJVAAJ
(7/trin ?j a a Ji c r*j2 ét /vZ ét
/o£4.
Jaarlijks aantal schepen naar en langs Alkmaar
Amsterdam was in de zeventiende en achttiende eeuw
een wereldhaven. De ligging aan de Zuiderzee werd
echter in de achttiende eeuw een steeds groter probleem
vanwege ondieptes bij Pampus. Toen na de Franse tijd de
grote vaart weer een enorme vlucht nam, gaf dit in 1819
aanleiding om te kiezen voor een rigoureuze oplossing:
een kanaal van Den Helder naar Amsterdam. De grote
intercontinentale zeeschepen konden zo, zonder
overladen of gebruik te maken van scheepskamelen,
direct van de Noordzee door het nieuw te graven kanaal
Amsterdam bereiken. Het nieuwe kanaal werd aangelegd
door slim gebruik te maken van bestaande (ring)vaarten,
kanalen en grachten. Die vaarten en kanalen, inclusief
een deel van de Alkmaarse singelgracht, behoefden wel
verbreding en verdieping om scheepvaartverkeer in
beide richtingen mogelijk te maken. Zo viel in 1821 onder
meer de Waterpoort van Alkmaar bij de aanleg van het
'Groot Noordhollands Kanaal' onder de sloophamer.
Hoewel het gebruik van bestaande waterwegen de
lengte van het nieuw te graven kanaal verminderde, was
het graven voor die tijd een heel groot waterbouwkundig
Profiel van het Groot [Noordhollands] Kanaal met de
elkaar passerende Christina Bernardina en het fregat
Bellona. Detail van een prent uit 1824, Collectie Regionaal
Archief Alkmaar
werk. Dat kwam ook omdat het voornaamste gereedschap
van de tienduizend arbeiders bestond uit niet meer dan
schop en kruiwagen. De betaling voor dat handmatige
grondverzet was zeer karig en de duizenden gezinnen,
die met de arbeiders meeverhuisden, leefden onder
erbarmelijke omstandigheden. De totale aanneemsom
voor het project bedroeg ca. zes miljoen gulden maar
de uiteindelijke kosten beliepen vrijwel het dubbele, nl.
11 miljoen gulden. De Nederlandse staat betaalde het
leeuwendeel, maar ook de steden en dorpen die aan het
kanaal lagen, droegen, na lange en heftige onderhande
lingen, bij. Het arrondissement Alkmaar heeft 150.000
gulden meebetaald. De verwachting van het Alkmaarse
stadsbestuur was dat de zeeschepen hun lading ook
zouden lossen en laden in Alkmaar, wat zou zorgen voor
een bloeiende handel en toenemende (scheeps)nijverheid.
8 - OUDALKMAAR
Tekening van een kofschip nabij de kust
ALKMAAR HALVERWEGE
Het duurde tot 14 december 1824 voordat het eerste
zeeschip, Z.M. fregat 'Bellona', door de Willem I-sluis te
Amsterdam het kanaal invoer naar de Koopvaarder
schutsluis in het Nieuwe Diep bij Den Helder. Deze en
twee tussengelegen sluizen, de Purmerendse sluis en
Zijpersluis, konden schepen schutten tot maximaal 65
meter lengte. In de periode van 1825 tot en met 1875
passeerden alle diepgaande zeeschepen die Amsterdam
als bestemming hadden de stad Alkmaar. Het diagram
geeft het verloop weer van de totale hoeveelheid zee
schepen door het kanaal en van de schepen die Alkmaar
en Purmerend aan deden. Slechts een fractie, maximaal
een paar procenten van het totaal aantal, blijkt Alkmaar
als eind- of beginhaven te gebruiken. Deze schepen
tellen dan ook nog twee maal, want een zeeschip kan
alleen Alkmaar als beginhaven hebben als het eerder
Alkmaar als eindbestemming had.
Verreweg de meeste schepen voeren stapvoets - want
getrokken door paarden, later door slepers - in nog geen
uur door Alkmaar. De eerste jaren kwamen er een paar
honderd zeeschepen door het kanaal, dus circa één per
dag. In 1829 waren het er twee per dag. In 1834 was het
aantal gestegen tot bijna 1200 schepen dus ruim drie per
dag. Op het hoogtepunt van het gebruik van het Groot
Noordhollands Kanaal rond 1870 waren het er bijna acht
per dag. Overigens dient men te bedenken dat er per jaar,
grof berekend, gemiddeld 20.000 binnenvaartschepen
langs Alkmaar kwamen: dat is bijna tien keer zoveel als
het aantal zeeschepen!
De grote zeeschepen zeilden nooit. Eerst sleepten
trekpaarden de zeekastelen door het kanaal, later werd
dit gedaan door stoomslepers. De tocht duurde een tot
drie dagen afhankelijk van de weersomstandigheden,
waarbij 's winters ijsgang de vaart regelmatig onmogelijk
maakte. Of er schepen, en schepelingen soms de nacht
doorbrachten in Alkmaar is onbekend, maar het lijkt
waarschijnlijk. Of er werven in Alkmaar werkzaamheden
uitvoerden aan passerende schepen is niet duidelijk.
Misschien kocht de kok onderweg nog verse groente en
kaas in op de Alkmaarse markt.
ALKMAAR ALS 'ZEEHAVEN': HET JAAR 1834
Om enig idee te geven van de aard van de bedrijvigheid
3000
2500
2000
1500
1000
1824 1829 1834 1843 1850 1853 1858 1864 1868 1872 1875 Jaar
Alle havens I Purmerend Alkmaar
Alle scheepsbewegingen door het Groot
Noordhollands kanaal, vergeleken met die
van en naar Alkmaar en Purmerend. De
blauwe balken geven aan het totaal aan
tal scheepsbewegingen door Alkmaar. De
rode balken geven de aantallen van zee
schepen die te Alkmaar losten of laadden.
De gele balken geven de scheepsbewegin
gen in Purmerend aan voor de relevante
jaren.
OUDALKMAAR - 9