É-M Ze vonden Alkmaar 'een lief stadje, maar wel een beetje stil'. -A>yrj M' Enkele van de vele brieven die de geïnterneerde Belgische soldaat Jean Lafosse tijdens zijn verblijf in Nederland ontving. Collectie Regionaal Archief Alkmaar gebracht naar hun nieuwe 'depot', Huize Rijs bij Bakhuizen. De Duitse militairen bleven in Bergen gehuisvest.7 JEAN PIETER FRANS LAFOSSE Toch bleven er ook na de opheffing van het internerings depot Duitse en Belgische militairen naar Alkmaar komen. Naarmate de oorlog vorderde verruimde men de mogelijkheden voor geïnterneerde militairen om buiten het depot te werken. Veel militairen vonden werk in Alkmaar. Ook lieten ze soms familieleden overkomen, die vaak in Alkmaar onderdak zochten. In Alkmaar waren in 1918 maar liefst 44 geïnterneerde Belgische militairen werkzaam, van wie ongeveer de helft werkte in de meubelfabriek 'Eik en Linden' aan de Lindegracht.8 Briefje van de zoon van Jean Lafosse, 1918. Collectie Regionaal Archief Alkmaar De geïnterneerde Duitse onderzeeboot UB 30 in Alkmaar, 1917. Op de achtergrond de Kanaalkade. Collectie Regionaal Archief Alkmaar Een van de vele in Alkmaar werkzame geïnterneerden was Jean Pieter Frans Lafosse. Hij was in 1885 geboren in het West-Vlaamse dorpje Kaster. Later woonde hij in het naburige Torhout. Hoewel getrouwd en vader van een zoon, moest hij toch in 1914 dienst doen in het Belgische leger. Als soldaat maakte hij de val van Antwerpen mee. Een deel van het terugtrekkende Belgische leger kwam toen in de knel. Vluchtend voor de oprukkende Duitsers zochten veel militairen, waaronder Jean, een veilig onder komen in Nederland. De militairen werden geïnterneerd. Jean's eerste verblijfplaats was een infanteriekazerne in Amersfoort. Na deze noodopvang werden de militairen in de loop van november en december 1914 overgebracht naar een nieuw ingericht interneringskamp bij Zeist. Hij bleef er tot rond mei 1916. Toen werd hij buiten het kamp tewerkgesteld in de gemeente Overschie bij Rotterdam. Hij bleef er tot januari 1918 en keerde toen terug naar het kamp in Zeist. In mei 1918 wist Jean opnieuw werk buiten het kamp te verwerven, dit keer in Alkmaar bij bloemist P.J. van Heugten. Hij woonde er aan de Nieuwlandersingel, aanvankelijk bij de bloemist en later bij diens moeder, de weduwe Anna M.H. den Hollander. Bij de Alkmaarse vreemdelingenregistratie stond hij ingeschreven als tuinman. In december 1918 keerde Jean terug naar België.9 Zijn verblijf in Nederland kunnen we reconstrueren aan de hand van de brieven en ansichtkaarten die hij bij zijn vertrek uit Alkmaar achterliet bij de weduwe Den Hollander.10 Haar kleindochter schonk het pakket aan het Regionaal Archief. De brieven die Jean ontving waren afkomstig van familieleden en vrienden die in het Belgische leger vochten of naar Frankrijk of het kleine stukje niet bezet België gevlucht waren. De brieven 4 - OUDALKMAAR NOTEN 1. Alkmaarsche Courant (AC), 10-8-1914; Evelyn de Roodt, Oor logsgasten. Vluchtelingen en krijgsgevangenen in Nederland tijden de Eerste Wereldoorlog (Zaltbommel, 2000), 26, 30. 2. Regionaal Archief Alkmaar (RAA), Collectie aanwinsten, inv.nr. 349. 3. AC, 10 t/m 13-8, 15-8, 17-8, 19-8-1914, 21-7-1979 (herinnerin gen van Albert de Selliers de Moranville aan zijn verblijf in Alkmaar). 4. AC, 19 t/m 21-8 en 21-9-1914 5. AC, 20-8, 24-8 en 25-8-1914. 6. RAA, familiearchief De Lange, inv.nr. 265,15-10-1914 7. AC, 19-8 en 25-8; Roodt, 30. 8. RAA, archief gemeentepolitie Alkmaar, inv.nr. 1183 en 1220. 9. RAA, archief gemeente Alkmaar 1920-1944, inv.nr. 222; archief gemeentepolitie Alkmaar, inv.nr. 1220. 10. RAA, Collectie documentatie Eerste Wereldoorlog, inv.nr. 31 11. Ibidem, 14-11-1918 (datum poststempel). 12. Zie verder Harry de Raad, 'Hoe verlang ik toch om U te omhelzen' brieven uit de Eerste Wereldoorlog' Jaarboek geschied- en heemkundige kring Houtland Torhout 2016 (Torhout, 2016) 114-140. Het artikel is te raadplegen bij het Regionaal Archief. 13. Zie voor het verhaal over de onderzeeboten L.J.W. Everts, 'Alkmaar als 'onderzeeboothaven' 1915-19" Oud Alkmaar 9 (1985) nr. 2 blz. 678-681. werden eerst door de militaire censuur geopend en pas daarna doorgestuurd. Al die jaren wist Jean niet hoe het gesteld was met zijn vrouw en kind. Torhout lag vlakbij het front en de Duitsers stonden postverkeer in gevechts- gebieden vaak niet toe. De eerste brieven die Jean uit zijn oude woonplaats ontving dateren pas van na 16 oktober 1918, toen Belgische troepen Torhout heroverden. Vertederend is het briefje dat Jean's vrouw Julie toevoegde aan een van de eerste brieven die ze in 1918 aan hem stuurde. Met grote hanenpoten schreef zoon Cyrille aan zijn vader: "Lieve vader, hoe verlang ik toch om U te omhelzen en te kennen, uw zoon Cieriel."11 Het pakje brieven laat goed zien wat de gevolgen van de oorlog waren voor Belgische families. Centraal thema is het sterke verlangen om terug te keren naar het geliefde vaderland en de vele pogingen die werden ondernomen om contact te krijgen met de achtergebleven familieleden in het door de Duitsers bezette deel van België.12 ONDERZEEBOTEN Op een merkwaardige manier werden de Alkmaarders gedurende de oorlog herinnerd aan het feit dat vlakbij de stad in Bergen het interneringsdepot voor Duitse militairen gevestigd was. Drie keer werd een Duitse onderzeeboot, die in Nederlandse wateren was beland, naar Alkmaar vervoerd.13 De bemanning werd onder gebracht in het Bergense interneringskamp. Vanuit Bergen konden de militairen dan toch nog onderhouds werkzaamheden verrichten aan de boten. Dat zal de reden zijn geweest dat de boten naar Alkmaar werden vervoerd. In november 1915 arriveerde voor het eerst een onderzeeboot in Alkmaar, de UC 8. De boot was gestrand bij Terschelling. Omdat de stranding geheel te wijten was aan een fout van de bemanning, werd de onderzeeboot op Nederlands grondgebied vastgehouden. In 1917 werd de UC 8 door de Nederlandse regering gekocht, waarna de boot naar Den Helder werd vervoerd. Twee andere onderzeeboten, de UB 30 en de UB 6, werden in 1917 naar Alkmaar vervoerd. De UB 30 was gestrand bij Domburg en de UB 6 bij Hellevoetsluis. De UB 30 moest later dat jaar weer worden teruggegeven aan Duitsland, na bemiddeling door een internationale arbitragecommissie. De UB 6 bleef in Alkmaar tot het eind van de oorlog. In 1918 kreeg de onderzeeboot nog gezelschap van een Duitse bewapende trawler die bij Terschelling was gestrand. Na de oorlog werden de boten overgedragen aan de geallieerden en naar elders vervoerd. OUDALKMAAR - 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2018 | | pagina 4