PADVINDERSHOEKJE.
Geuzengroep met poort op de Jamboree
En wat had Alkmaar verder te maken met een
evenement in Vogelenzang? Heel veel, want de vele
buitenlandse gasten werden op alle mogelijke ma
nieren verleid een bezoek aan Alkmaar te brengen.
De Alkmaar Packet adverteerde met een goedkoop
tochtje naar de Alkmaarse kaasmarkt, en kranten
foto's laten Engelse, Nieuw-Zeelandse en Indische
Uit de Haagsche Courant van 7-8-1937
PE 1311131'Hti pJk klk'i X BKEM
n tik!* Liart i* 1LUHI -■ I dl tn*im*rk". tn .Vlknuar.
rl, f—*b* TlrSfn, ME dtn
»Jl ri i— «-■■■'
ni.-.rr m 1't- r ri J "LJr
padvinders zien met Edammertjes in de handen.
Toch kon dit grootscheepse feest van saamhorigheid
niet voorkomen dat een nieuw godsdienstig conflict
de kop op stak. De Nederlandse rooms-katholieke
kerkleiding besloot dat de katholieke jeugd niet
onder leiding kon staan van een vereniging waarvan
het bestuur niet geheel uit katholieken bestond.
De RK-verkenners splitsten zich dus af van de NPV.
Omdat er volgens de idealen van Robert Baden-
Powell maar één landelijke vereniging kon zijn werd
een constructie bedacht waarbij de NPV en de KV
een eigen bestuur hadden maar zouden samengaan
in de Nationale Padvindersraad. Vanaf dit moment
waren er dus ook twee hoofdcommissarissen met
daarboven een koninklijk commissaris.
OORLOGSJAREN
In april 1940 schreef de Laurentius opgelucht in
haar jaarverslag dat er eindelijk weer een defini
tief verblijf was gevonden voor horde en troep,
nadat een jaar lang allerlei tijdelijke locaties waren
gebruikt. Maar de dreiging van de oorlog was al
voelbaar. De stam van de St. Laurentiusgroep, de
leeftijdsgroep boven de 18, noemde haar logboek in
1939 'het mobilisatielogboek': verschillende leden
waren immers opgeroepen, terwijl in onze stad
gelegerde militairen die elders 'V.T.er' (voortrekker)
waren zich juist weer aansloten bij de stam. Op de
laatst beschreven bladzijde valt te lezen: "De laatste
stamavond was juist geëindigd toen de vijand het
Nederlandse grondgebied betrad." Bij het uitbreken
van de Tweede Wereldoorlog telde Alkmaar twee
neutrale padvindersgroepen en vier katholieke
verkennersgroepen voor jongens, en een padvind-
Uit het dagblad Nieuwe Hoornsche Courant van 13-10-1939
Welpen-
weef, woef I
Nadfii "p lweemaal £cjanKH nrhPen wner de ikm-
de van iliiJn ■Wotv«ü van Ter over de Slome beu'
Velen, r ullen we nu weet- oïlwii mei oma ai gen
vrijen Mom op fnchl giian,
.Ï.h. /jiTi;ji[nïiidvjt om IlkII drie bij '1 yroephuïe,
bIh 1 mooi wefflr lm (onder fiein.
Ü|.'(iLvn veer r|e jnelil met rle ..Kanineïftten" in
Altrnaur en ometrpïiifn bij Aieela. Kuatrn «AS.
iflnjjiif efjoor!
BALOE
42
De Laurentiusgroep in 1940
stersvendel voor meisjes. In totaal speelden zo'n
400 kinderen in Alkmaar het spel van scouting en de
onzekerheid over de toekomst was groot. In 1933
hadden de nazi's in Duitsland namelijk alle scou-
tingorganisaties verboden. Men verwachtte dit ook
in Nederland, maar voorlopig gebeurde er weinig
en kon het spel van scouting doorgaan, hoewel het
kamperen verboden werd. Toen op 10 mei 1940
evacués uit Amersfoort geholpen moesten worden
werden de Alkmaarse padvinders ingeschakeld voor
het verrichten van allerlei hand- en spandiensten. In
juni 1940 werd vaandrig Nieuwenhuysen de nieuwe
hopman van De Geuzen en werd meegedaan aan
de nationale inzamelingsactie voor de slachtoffers
van het bombardement op Rotterdam. Na vergeefse
pogingen tot gelijkschakeling van de jeugdbewegin
gen te komen werd op 2 april 1941 de padvinderij
echter toch verboden. Als reden werd genoemd dat
"de Nederlandsche padvinders centraal vanuit
het internationale padvindersbureau te Londen
geleid werden en een actief instrument der Britsche
cultureele en politieke propaganda" waren.6
De gebouwen van de groepen werden in beslag
genomen door de Jeugdstormjongeren van de N.S.B.
Veel groepen bleven zonder uniform doordraaien
als wandel-, knutsel-, of natuurclub. In de zomer
van 1941 ging een groep van 24 verkenners van de
Dominicusgroep toch nog gewoon op zomerkamp.
Na de zomer van 1941 werd ook dit te gevaarlijk,
maar in kleine clubjes werden allerlei activiteiten
voortgezet. Of gewoon als 'een stel vrienden' zoals
vaandrig Van Sonsbeek voorstelde.
VERZETSDADEN
Gaandeweg kwamen enkele van deze jongeren
in aanraking met het georganiseerde verzet. Niet
geheel toevallig ging 'De Geuzenkorf' in oktober
1943 in vlammen op, net als een voor een de an
dere clubhuizen. Op 25 februari 1944 vond er een
overval plaats op het stadhuis in Alkmaar, waarbij de
jeugdige verkenners Jan Hoberg en André van Elburg
van de Don Boscogroep actief betrokken waren.
De overval mislukte, Jan Hoberg werd gearresteerd
en op 14 april 1944 op de Waalsdorpervlakte bij
Scheveningen gefusilleerd. Onder de Alkmaarse
scoutingleden viel met name Fritz Conijn op. Zes
jaar oud werd hij in 1930 welp bij de Kaninefaten,
waar zijn zusje Dicky akela was. Omdat het gezin
Conijn katholiek was werd Dicky in 1932 akela bij de
Dominicusgroep en Fritz werd er geïnstalleerd als
verkenner. Fritz werd direct in het begin van de oor
log actief voor de zogenaamde Zeemanspot: er werd
geld ingezameld en verdeeld onder de gezinnen van
zeelieden die door de oorlog niet naar huis konden.
Fritz gaf goochelvoorstellingen en schreef mensen
aan. "Voor een maximaal effect gebruikt hij voor de
43