Programma van de demonstratieavond van de
Laurentiusgroep in 1932
als 'Pak den hoed' en 'Worstelen te paard' en diverse
liederen ten gehore gebracht. In 1933 werd de troep
uitgebreid met een welpenhorde onder leiding van
akela Cornelissen. De St. Dominicusgroep, genoemd
naar de andere binnenstadsparochie, had een club
gebouw tussen de Nieuwpoortslaan en de oprijlaan
van het sportpark bij de Alkmaarse Hout.
In 1938 werd in de Sint Josephparochie de RK Ver-
kennersgroep Don Bosco opgericht. Beschermheilige
van de nieuwe groep werd Don Bosco, een Italiaanse
priester die leefde van 1815 tot 1888 en in 1934
door paus Pius XI heilig was verklaard. Een actuele
keuze dus, en een zeer gemotiveerde want Giovanni
Bosco had zijn leven gewijd aan het opvangen en op
voeden van de verwaarloosde jeugd, niet met harde
hand maar met liefde en geduld. Met de installatie
van Aag Buur tot akela kon de welpenhorde van start
gaan en op 2 oktober 1938 werd het hordehol in
een schuur van boer Laan aan de Westerweg, waar
nu de Fritz Conijntunnel is, ingezegend en in gebruik
genomen. Herman en Emile Wagenaar organiseer
den op 9 november 1938 de eerste troepavond met
zes verkenners op het zolderkamertje van Herman
aan de Stationsweg. Voor 845 gulden werd door
aannemer S. Schaaf een houten troephuis gebouwd
op een stuk grond van bloemist J. Teerink aan de
Zandersloot, waar later het oefenveld van AZ kwam.
Op 25 juni 1939 werd het nieuwe hoofdkwartier met
een Canadese bijl feestelijk geopend door aalmoe
zenier Marcelis. Wethouder Bakker was blij met het
particuliere initiatief (dat was goedkoop voor de
gemeente) en hoopte dat het nieuwe hoofdkwar
tier zou bijdragen aan de vorming van karaktervolle
mannen en vrouwen. Burgemeester Van Kinschot
was ook van de partij en hij waagde het zelfs de 9,5
meter hoge seintoren te beklimmen.
OP KAMP
Kamperen was van het begin af aan een belangrijk
onderdeel van scouting. "In een paar tenten nabij de
rivier de Eem waren deze week een aantal padvin
ders uit Alkmaar gekampeerd. Zij stonden onder
bevel van den troepleider A. Hartwich." Het was
een gebeurtenis die in 1915 de Gooi- en Eemlander
haalde. Het zomerkamp was het hoogtepunt van het
jaar, in die tijd nog een ongekende mogelijkheid voor
jonge mensen om vakantie te hebben en te reizen.
In 1923 werd in Ommen de Gilwell Ada's Hoeve ter
beschikking gesteld als kampterrein. Groepen uit het
hele land konden daar gebruik van maken. Zo beleef
den De Geuzen er in 1935 hun eerste zomerkamp.
Zestien padvinders en hun hopman verzamelden
bij het station in Alkmaar en vertrokken naar Ada's
Hoeve in Ommen om er twee weken te kamperen.
De rest van de groep kwam met de fiets. Hoe het er
aan toe ging op zo'n padvinderskamp valt te zien op
een bijna 12 minuten durend filmpje van een kamp
van de Kaninefaten in Valkenswaard in 1935.5 In
het troepdagboek, waarin alle jongens om de beurt
verslag moesten doen van de activiteiten, werd het
De welpen van de Laurentiusgroep op kamp in Bussum in 1934
40
De welpen van de Laurentiusgroep op kamp in Bussum in 1934
beschreven als de 365ste oefening. Van de Laurenti
usgroep zijn enkele foto's bewaard gebleven van een
welpenkamp in Bussum in 1938 en een uitgebreid
logboek van het kamp van de welpenhorde in Rinne-
gom in 1939.
En hoewel de padvinders vaak op pad gingen, in bos
en duin en soms zelfs over de grens, vinden we hen
natuurlijk ook actief in hun eigen stad. Er zijn al in
1919 foto's van een eigen wagen voor de 8-oktobe-
roptochten, een jaarlijkse traditie. Op 12 september
1936 deden in ieder geval De Geuzen mee aan de
fakkeloptocht ter ere van de verloving van prinses
Juliana en prins Bernard die eindigde met een
vreugdevuur op het Doelenveld. Op Sint Jorisdag
1940 werd door padvinders en verkenners een
gezamenlijke vlaggenparade op het Hofplein
gehouden.
WERELDJAMBOREE
Niet alles was koek en ei binnen de padvinderij. De
katholieken hadden dus al een eigen positie in de
landelijke organisatie. In 1933 splitsten enkele scou
tinggroepen zich af van de NPV om de Padvinders
Vereeniging Nederland (PVN) te vormen. Ze hadden
er moeite mee dat ook jongens die geen god erken
den moesten beloven 'Hun Plicht te doen tegenover
God en hun Land'.
1937 was echter een bijzonder jaar voor de Ne
derlandse padvinderij en leek beide kampen te
verzoenen. In dat jaar werd de Wereldjamboree
in Nederland gehouden, in Vogelenzang. Koningin
Wilhelmina opende samen met Lord Baden-Powell
dit vijfde wereldkamp waaraan 28.750 verkenners
en leiders uit 54 landen deelnamen. In 1937 telde
Nederland in totaal ruim 20.000 leden, van wie meer
dan de helft in Vogelenzang aanwezig was. Ook Alk
maarse groepen waren van de partij. Natuurlijk, zou
je zeggen, want onze stad werd (vanwege het rijm)
met name genoemd in het jamboreelied van 1937:
"In negentien drie zeven. Dan zul je wat beleven: Dan
komt de Jamboree in Nederland. Dan staat van alle
landen, van alle ras en standen, De jeugd van blank
en bruin weer hand in hand. Dan zingen scouts uit
Labrador, Japan en Alkmaar, Op 't Nederlands grond
gebied heel vrolijk met elkaar: Jamboree, Jamboree,
J.A.M.B.O.R.E.E., Jamboree, ree, ree, Jamboree,
Jamboree, wij zijn verkenners van B.P."
De Laurentiusgroep had twee leiders en zeven ver
kenners als deelnemer ingeschreven "waarvan deel
nemers de eerste helft van het kamp meemaken en
daarna door een gelyk getal worden vervangen". De
Geuzen trokken er de aandacht met een door hen
zelf gebouwde poort die toegang gaf tot hun kamp.
In de poort waren twee kaasdragers met een berrie
verwerkt en er werden demonstraties gegeven over
het kaasdragen. De Kaninefaten hadden een poort
met het Alkmaarse wapen en de spreuk Alcmaria
Victrix.
41