WMim
HANS LION
FRANKENBERG
QOL DSCHRÏDT
Prentbriefkaart van de Langestraat met rechts de winkel van Frankenberg. Ook deze kaart is uitgegeven door L. Frankenberg.
Collectie Regionaal Archief Alkmaar
In 2015 schreef de in Brazilië wonende Louis Frankenberg de tekst van de volgende pagina's in het
Portugees. Hij liet er een Engelse vertaling van maken om daarmee postuum Joop Kila te bedanken
voor het schrijven van Kaddiesj voor joods Alkmaar, een boek over alles wat Alkmaarse joodse
families in de jaren '40-'45 hebben meegemaakt. Dit boek verscheen in 1992 als themanummer van
ons tijdschrift, waarvan Joop tussen 1999 en zijn plotseling overlijden in 2006 ook nog redacteur is
geweest. De familie Frankenberg komt in Kaddiesj voor joods Alkmaar echter alleen in de lijst van
weggevoerde joden voor, maar in een iets uitgebreidere tweede druk uit 1995 wordt over deze
familie wat meer verteld. Intussen overweegt het Regionaal Archief een heruitgave van dit boek te
maken. Daartoe verricht Jan van Baar aanvullend onderzoek, maar vooral naar de lotgevallen van de
familie Drukker. Wij brengen hier een bewerking in het Nederlands van wat Louis Frankenberg zelf
over zijn familie heeft gezegd en geschreven bij het plaatsen in 2015 van twee 'Stolpersteine' voor
zijn ouders bij hun winkel in de Langestraat. Louis is in mei 2017 ook nog in Alkmaar geweest voor
het plaatsen van twee herdenkingsstenen bij het laatste woonhuis van zijn ouders aan de Juliana van
Stolberglaan. Zowel de Engelse tekst als enkele foto's zijn te vinden op de website
www.herdenkingsstenenjoodsalkmaar.nl.
48
Louis Frankenberg
Alkmaar is de stad waar ik geboren ben en waar ik
maar zes jaar geleefd heb. Mijn zuster woonde er tot
haar negende. Wij, mijn zuster en ik en onze ouders
en grootmoeder zijn door de nazi's weggevoerd op
5 maart 1942. Alleen mijn zuster en ik overleefden
de holocaust.
Ofschoon ik maar kort in Alkmaar woonde houd ik
erg van deze stad die mijn familie veertig jaar lang,
van 1902 tot 1942 zeer warm opnam. Meer dan
zeventig jaren zijn voorbijgegaan maar al die tijd heb
ik mijn geboorteplaats, waar ik vaak kom en waar ik
me steeds thuis voel, nooit vergeten.
Ik bezocht J.D. Kila thuis in Alkmaar in 1992 toen hij
juist het boek Kaddiesj voor joods Alkmaar had ge
publiceerd. Dit boek is een eerbetoon aan de joodse
burgers van Alkmaar die daar vele eeuwen in vrede
hadden geleefd maar door de nazi's tijdens de Twee
de Wereldoorlog werden afgeslacht. Ik vertelde J.D.
Kila toen verhalen over mijn familie die hij opnam in
de tweede druk van zijn boek.
Ik wil daarom graag hulde brengen aan J.D. Kila als
dank voor zijn spontaan gebaar van solidariteit met
Alkmaars vrijwel uitgeroeide joodse gemeenschap.
Zijn boek voorzag mij van informatie voor mijn
autobiografie en voor de biografie die ik schreef over
mijn ouders en grootmoeder. Ik zal die informatie
hier nu ook gebruiken als herinnering aan wat
andere joden uit mijn geboortestad is overkomen.
Alkmaar is heel belangrijk geweest voor de geschie
denis van joden in Nederland. Het was de eerste
stad die joden weer toeliet twee eeuwen nadat zij
werden vervolgd, gedood of verdreven, op oneerlijke
wijze ervan beschuldigd in 1349 de pestepidemie
te hebben veroorzaakt die Holland en de rest van
Europa zoveel schade toebracht.
De joden kwamen weer terug naar Holland nadat
zij in 1492 uit Spanje door de Spaanse inquisitie en
in 1497 uit Portugal door de Portugese inquisitie
verdreven waren. Velen vluchtten eerst naar België,
maar toen in 1585 Antwerpen door de Spanjaarden
veroverd was, moesten zij ergens anders iets vinden
om naar toe te gaan en een van hun bestemmin
gen was toen Holland. De Unie van Utrecht in 1579
gesloten tussen de noordelijke gewesten bepaalde
dat niemand vervolgd kon worden om zijn geloof. Dit
gold ook voor de joden die in deze streek leefden.
In 1602 opende rabbi Uri Ha-Levie het eerste joodse
kerkhof in Alkmaar. Twee jaar later werd Alkmaar
de eerste Nederlandse stad die joden toestond om
er zich te vestigen. Dat begon met Portugese joden
waarvan de voorouders voor de inquisitie gevlucht
waren. In 1747 werd aan de Westerweg te midden
van een mooi bos en vlak bij andere kerkhoven een
joods kerkhof geopend waar twee eeuwen later mijn
grootvader van vaders kant zou worden begraven. In
1792 werd de eerste gebedsruimte, dat wil zeggen
een kleine synagoge, in Alkmaar gebouwd. In 1796
werd de joodse godsdienst in Holland officieel
erkend. Hierdoor zouden de joden gelijke rechten en
volledig burgerrecht krijgen, waardoor zij overal in
Nederland mochten wonen.
Beetje bij beetje begon de joodse bevolking in Alk
maar te groeien. Er woonden 81 joden in 1810, 165
in 1824, 187 in 1848 en 232 in 1850. Als aanvulling
op hun Hebreeuwse namen gingen ze als gevolg
van een wet van Lodewijk Napoleon vanaf 1811 ook
burgerlijke voor- en achternamen gebruiken.
Herdenkingsstenen bij winkel Langestraat 24
VQ$R \j££H
AittiORPflPfHANÜF!. 1MU
GÊB. f904
gedebuteerd 1&43
UIT WESTER BEJRK
VERMOORD 23. 7. 15)43
SflBlBOR
viWlitT'N
i' I Oiri'lf .^iAl.inrt. VAr;
OER, TBQ7
QBOmtttEERO 1B4
'"ïSTERBGRK
TD 23.7.1943
ÏÜR