9 PÏERIVS: cog no kagnvs 7. tBERTATl s ASSERT OR - Illustratie van Grote Pier in een boek uit 1622. Pier draagt hier echter geen 16de-eeuws maar een 17de-eeuws kostuum. Collectie Fries Museum Leeuwarden aan meededen, sinds 1498 mocht hij zich tevens 'gubernator en potestaat' van de gewesten Friesland en Groningen noemen. Hij overleed echter al in 1500 toen hij een poging deed deze taak in Groningen uit te voeren. Zijn zoon en opvolger George van Saksen zou hierna proberen deze taak ook in Friesland op zich te nemen, maar hij kreeg daarbij te maken met Karel van Egmond, beter bekend als hertog Karel van Gelre. Deze wist in 1514 eerst in Groningen die taak van George over te nemen en liet in datzelfde jaar zijn troepen ook Friesland binnenvallen. Verschillen de Friese heren sloten zich bij hem aan, vaak met tegenzin omdat zij niet wisten wat de beste keuze was van de drie mogelijkheden: de Friese vrijheid waarvoor nog een andere 'Zwarte Hoop' vocht, Saksen of Gelre. HET RELAAS VAN OCKO Dan breekt het jaar 1515 aan en daarvoor laten we 'Ocko' aan het woord: Vanaf 10 januari 1515 begonnen de Gelderse Friezen te Stavoren, Hindelopen, Workum, Molkwerum, Gaasterland en Sloten schepen te bouwen en pakten daarmee op de Zuiderzee bovenmatig veel goederen af van hun vijanden, vooral van Hollanders maar ook van anderen die goederen naar het gebied van hun vijand brachten. Ook roofden zij op Texel, Wieringen en Vlieland en namen veel mensen gevangen die ze naar Sneek brachten, waar zich toen het Gelderse hof bevond. Het hoofd en de kapitein van al deze piraten, vrijbui ters en zeerovers was Grote Pier, een man van won derbaarlijke stoutmoedigheid, die te voren nochtans van nature goedaardig en vreedzaam was, ja een rijke eigengeërfde boer, die voordien veel genoegen schiep in zijn bezit. Maar toen de Saksen het hele dorp Kimswerd waar hij woonde in brand staken en hij al zijn goederen verloor, is hij er vandoor gegaan en had voor niemand nog ontzag. De Hollanders vreesden hem alsof hij de duivel zelf was want zij wisten wel dat hij niemand van hen zou sparen. Dus hadden zij groot ontzag voor hem.(...) De Saksen hadden veel schepen naar Holland gestuurd om de Geldersen uit de Zuiderzee te verdrijven, maar Grote Pier is op 19 maart 1515 voor Hoorn een heftige strijd met hen aangegaan, die ten slotte door de moedige aanvallen van Grote Pier in het voordeel van de Gelderse Friezen is geëindigd waarbij zij alle schepen van de Saksen veroverden. Nadat de hertog van Gelre zijn soldaten nog vier maanden achterstallige soldij had uitbetaald ging Grote Pier weer de zee op en ontnam de Saksen nog twaalf Rijnschepen en twee andere schepen vol kruit, lood en laken als soldij voor soldaten in Harlingen, Franeker en Leeuwarden. Op de schepen sloegen zij zestien mensen dood en namen alle an deren gevangen. Voorwaar een grote triomf want zij hebben hierdoor de Zuiderzee geheel vrij gekregen. De Hollanders hielden zich overigens geheel afzijdig en kwamen de Saksen dus niet te hulp. Op 14 mei 1515 vertrok Hieronimus Snees met zesendertig schepen uit Enkhuizen om geld naar 10 Friesland te brengen waarmee hij 'De Zwarte Hoop' en Saksische soldaten zou betalen. Grote Pier trok er daarom onversaagd met zestien goed uitgeruste schepen op af en pakte ze zo hevig en stoutmoedig aan dat hij ze op acht na veroverde. Maar het be langrijkste deel van de buit ontkwam. Grote Pier trok met de overwonnen schepen, waarin veel geschut en vierhonderd gevangenen waren, naar Workum om de overwinning met een triomftocht te vieren. Toen 'De Zwarte Hoop' hoorde welk een nederlaag de vloot met het voor hen bestemde geld geleden had, trokken ze naar Workum, maar Grote Pier was intussen met al zijn schepen naar Stavoren vertrok ken, dus trok 'De Zwarte Hoop' naar Bolsward en stak die stad in brand. Op de mooie dag 11 december 1515 lag Grote Pier met zeven jachtschepen op de Zuiderzee voor anker toen daar een koggeschip uit Amsterdam voorbij voer met vierentwintig personen waaronder zeventien Hollanders die veel geld bij zich hadden. Hij heeft het schip aangeklampt en veroverd en de Hollanders hun geld afgenomen omdat hij dat als het van hem afgenomen erfdeel van zijn vader be schouwde. Daarna heeft hij de Hollanders overboord gezet en de anderen die Geldersen waren heeft hij laten doorvaren. Op 27 april 1516 maakte Grote Pier met zijn schepen voor Enkhuizen een hulk buit die goed beladen was met rogge, hout en fruitbier en bracht die naar Workum. Beeld van Grote Pier in het bos van Olterterp Prent van A. Hahn jr. uit het boek van D. L. Broeder Op 3 mei 1516 ging Sako Offingahuys, een bastaard doch een zeer onversaagde en stoutmoedige krijgs man, met Jancke Oenema vanaf Stavoren op weg naar Gelderland, maar ze werden tussen Urk en Ens door een Hoorns schip gevangen genomen. Dit schip wilde hen naar Hoorn brengen, maar door tegen wind bleven ze bij Urk liggen zodat Grote Pier, die met Offingahuys goed bevriend was, tijd kreeg om met zeven schepen daarnaar toe te varen. Toen die van Hoorn dat zagen, sloegen ze hun anker stuk en wilden verder zeilen maar Sako Offingahuys en Oenema verhinderden hen zodanig de zeilen te hijsen, dat Grote Pier tijd had om er bij te komen. Niettemin was Offingahuys zo gewond dat hij niet in leven kon blijven. Toen Grote Pier dit doorkreeg ont stak hij omdat hij uitermate veel van hem hield in zo grote razernij, dat hij met zijn mannen op het Hoornse schip sprong, waarbij ze er dertien overboord gooi den en de zeven anderen dood sloegen. Nadat Grote Pier het Hoornse schip in brand had gestoken werd Offingahuys, die vlak hierna gestorven was, naar Stavoren gebracht en is daar ook begraven.(...) Toen nu de Bourgondische heren weer uit Workum 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2017 | | pagina 7