Nederlanders trok het stadje Albano in om de zieken te verplegen en de doden te begraven. Drie Nederlanders raakten besmet en overleden aan de cholera. "Onder deze 3 jongelinge heeft Alkmaar de eer gehad hem binnen zijn vensters te zien geboren worden welken als verdediger van Pius IX is opge treden en als martelaars der Liefden zijn leven heeft gegeven." Deze stadgenoot was Gijsbertus Johannes van Ophem, 26 jaar oud, "die de cholera in het hos pitaal had opgedaan, en door pater Wilde bediend op den 15 Aug., den feestdag van O.L.V., ten Hemel ging." Voor hem en twee andere onverschrokken helden is een marmeren gedenksteen op het oude kerkhof in de muur gemetseld naast de Delle Stella kapel, bij het monument van de Horatiërs. J. Faber, zelf een oud-zoeaaf, schilderde hen tijdens een begrafenis te Albano. Ook Coenraad Melchior Witte stierf aan de cholera, op 17 juli 1867 in het Santu Spiritu Hospitaal te Rome, nog geen 20 jaar oud. NA TERUGKEER Op 20 september 1870 kwam er een einde aan de pauselijke staat en keerden de 11.000 zoeaven terug naar huis, onder hen de circa 3000 Nederlanders. Ze werden bijna allemaal staatloos, want ze hadden in vreemde krijgsdienst gestreden. Slechts 200 mannen hadden keurig hun vertrek bij de autoriteiten aange vraagd en toestemming verkregen, vooral in Roomse gemeenten. Een enkeling vroeg en kreeg daarna een hernieuwd Nederlanderschap, verleend door het Kabinet des Konings in Den Haag. Berichten hierover kun je in de kranten van die tijd nog terugvinden, zoals het volgende: "De kantonrechter te Alkmaar heeft verworpen het beroep van A. Kusters op de afwijzende beschikking van B. en W. tot plaatsing van drie Oud-Zouaven op de kiezerslijst te Alkmaar, op grond, dat zij, als zijnde zonder vergunning in vreemden krijgsdienst getreden, hun Nederlander schap hebben verloren en niet hebben bewezen, dat Zouavenbroederschap Fidei et Virtute met vaandel, 1900. Collectie Regionaal Archief Prent van zouaven, uitgegeven door van Brepols en Dierckx zoon, Turnhout l QUA H fS. iGUAVEN zij dat terug hebben bekomen."7 Het nam niet weg dat de zoeaven trots waren op hun daden. De paus had hen voor de verdediging van Rome beloond met de medailles Pro Petri Sede (voor de zetel van Petrus) en Fidei et Virtuti (voor het geloof en voor de deugd). Deze laatste naam zou ook de naam worden van de kleine zoeavenbroederschap in Alkmaar, opgericht in 1885. Zij bezat een prachtig vaandel dat op hoogtij dagen werd meegedragen. Het waren niet alleen de mannen die in 1866 uit Alkmaar waren vertrokken, ook andere oud-zoeaven woonden in de stad. André Nuyens bijvoorbeeld, geboren in Grootebroek, vestigde zich na de val van Rome als boekhandelaar in Alkmaar. Na 1875 woonde hij in Roermond en publiceerde in 1892 het Gedenkboek der Pauselijke Zouaven. In een advertentie voor een huisknecht ten dienste van een pensionaat strekte het oud-zoeaaf- schap tot aanbeveling. In overlijdensadvertenties werd met trots aangegeven dat men zoeaaf was geweest en het leverde soms een apart rubriekje in de krant op: "Te Alkmaar overleed in den ouderdom van 86 jaren de heer J.F. Feldberg, oud-zouaaf, waar door het geringe aantal oud-zouaven weer met een verminderd is". In december 1937 overleed in de Piusstischting te Alkmaar de heer P.S. Brouwer, 92 jaar oud.8 Hij was de laatst overgebleven pauselijke zoeaaf in Alkmaar. NOTEN 1 Samenvatting uit het artikel van Ramses Peters, "Zoeaven: vrome helden of roomse jihadisten" gepubliceerd in Kleio 2015 nr. 7, pag. 5 t/m 11 2 Daarbij kunnen nog genoemd worden Nicolaas Johannes Sikkes, Johannes Stolte en Cornelis van Veen uit Oudorp 3 Katholiek Documentatie Centrum Oudenbosch. Archief J.M. Visser en J. Visser. Inventarisnummer 3. In te zien op internet via www.ru.nl/kdc 4 Inschrijvingsformulier van Melchior Witte. KDC Oudenbosch 5 KDC Oudenbosch. www.ru.nl/kdc. Archief J.M. Visser en J. Visser. Inventarisnummer 8. Uit de brief van 19 febr. 1866, vierde bladzijde 6 Brief van J.M. Visser uit Viterbo, d.d. 10 september 1867 7 De Tijd, 11-5-1907 8 Bericht in de Nieuwe Tilburgsche Courant van 6-12-1937 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2017 | | pagina 5