I ï-4- '*A- =fl i6óo J ALKMAARSE ZOEAVEN Wie waren deze jonge mannen die bereid waren hun leven te geven voor een religieuze staat? Verreweg de meeste zoeaven waren eenvoudige jongens, vaak afkomstig uit grote gezinnen. Ruim 40% kwam uit de ambachts- of middenstand. Hun drijfveer bestond vaak uit hun geringe stand en hun achtergesteld geloof, want katholieken waren in die tijd nog tweederangs burgers. Het was ook een kans om roem te vergaren en iets van de wereld te zien. Om zoeaaf te kunnen worden moest men natuur lijk katholiek zijn, ongehuwd en een verklaring van goed gedrag kunnen overleggen van de plaatselijke pastoor. In Alkmaar waren het de neven Cornelis, Piet en Willem Hes, de gebroeders Bernard en Hendrik Huybers, zoons van meelmolenaar Barend Huybers, Gijsbert en Petrus van Ophem, zoons van een smid, en de kleermakerszoons André en Severijn de Vos. Johannes Mattheus Visser geboren op 21 septem ber 1845 te Alkmaar, was een Alkmaarse bloemist en sloot zich samen met zijn tien jaar oudere neef Tekening van J.M. Visser, ingestoken in zijn dagboek. Katholiek Documentatie Centrum Oudenbosch Johannes Visser aan bij het zoeavenleger. Andere Alkmaarders, voor zover gevonden, waren Herman Antonius Amelsbeek, Ben Bierman, Jacobus Johannes Blokdijk, Reijer Buijs, Gerrit Hand, Jacobus Kraakman, Willem Kuiper, Piet Noort, Jacob Johan Otten, Wybren Vogelpoel, geboren in 1850 en daar mee een van de jongste zoeaven, Pieter Zonderhuijs en Henri Zweekhorn.2 Verschillende Alkmaarse zoeaven waren afkomstig uit aanzienlijke families, zoals de broers Frans en Felix Aghina, zoons van de goud- en zilversmid Johannes Stephanus Aghina en neven van makelaar Frans Aghina, die voorzitter was van de Kamer van Koophandel, president van de Sint-Vincentius- vereniging en schenker van het Maria-altaar in de Laurentiuskerk. Ook Coenraad Melchior Witte, de brouwerszoon, kwam uit een rijke familie. NAAR ITALIË In Nederland was het onder andere pastoor Willem Hellemons die in het instituut St. Louis te Ouden bosch een opvangcentrum voor die vrijwilligers stichtte en de verdere reis organiseerde. Vandaar werden hele groepen met de trein naar Brussel vervoerd, waar ze een medische keuring kregen, het bewijs moesten overleggen dat ze hun dienstplicht hadden vervuld (of waren vrijgeloot) en voor twee V- 2 Ilhnuir,* COJWOTifl K+mm Ifn» taaicr-i hfrtkd* ii MS4 II 2 4ml(iaalJ i, Fns^Cfit <1 f MkÜju PrniirJ U r t g a i e i| p-r ml r iuirt AU ■t pr BH( I li H' BdpfifcirtM (i pr éééI i Aati hJ l« ftt «y.i Uin M ie pe* ualI -|,i Deel van de inschrijving van Melchior Witte jaar tekenden. Daar ontvingen ze hun inschrijfnum- mer en reisden vervolgens per trein naar Marseille en met de boot naar Civita Vecchia bij Rome. J.M. Visser stapte in februari 1866 op de trein naar Rotterdam, die hem richting Oudenbosch bracht. Hij vertrok naar Rome als lid van de Compagnie Noord-Holland van het pauselijk zoeavenleger en hield een dagboek bij van zijn belevenissen. Hij begon het zo: "Altijd is het mijn hartelijk verlangen geweest mij eenigermate verdienstelijk en nuttig te maken jegens Christus' kerk op aarde en om tot dat doel te geraken zond ik menig gebed ten Hemel, op dat de goede God mij, onwaardige, wilde verhooren; en ziet, de Plaatsbekleder van Jezus' kerk werd be dreigd, het scheepje van Petrus werd door de woes- te golven der verlichte, ongeloovige negentiende eeuw heen en wêer geslingerd aanstonds deed de goede God in de harten der jongelingen een hei ligen ijver ontvangen voor het voorvaderlijk geloof, en uit alle oorden der Christen wereld stroomen een menigte jongelingen toe."3 Enkele rijke Nederlandse jongens kozen voor eigen comfortabeler vervoer van huis uit, zoals Melchior Witte. Zij missen dan ook hun Brusselse inschrijf- nummer. Frans Aghina schreef later over Witte: "Veel leed die goede Witte, inderdaad een braaf jong man, die met 10-tal anderen het vorig jaar per schip om Spanje heen naar hier was gekomen, op eigen kosten." In het Italiaanse Rijksarchief, het Archivio di Stato Eerste bladzijde uit het brievenboek van J.M. Visser. Katholiek Documentatie Centrum Oudenbosch

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2017 | | pagina 3