3i OUD ALKMAAR ALKMAARSE ZOEAVEN Inhoudsopgave VERLEDEN EN TOEKOMST IN BALANS? Jaargang 41, nummer 1 - 2017 1 Jos Kaldenbach en Marlies ten Berge Alkmaarse Zoeaven 8 Jan Drewes Grote Pier en Alkmaar 13 Tiny Opdam-Pieterse Kunstschilder Hendrik Pieterse. Een wandeling door zijn Alkmaar 1915 - 1965 22 Rudolf N. Ferro Recepten van Soecker 25 Alkmaar varia 27 Verenigingsnieuws Oud Alkmaar is een uitgave van de Historische Vereniging Alkmaar. Het tijdschrift verschijnt drie keer per jaar. Oude nummers zijn te koop via een e-mail naar info@hvalkmaar.nl. Redactie Marlies ten Berge, Netty Bleichrodt-Vegter, Jan Drewes, Eelkje Knol, Lisa Oskamp Redactieadres Kopij voor Oud Alkmaar en te bespreken publicaties zenden aan: Redactie Oud Alkmaar, p/a Historische Vereniging Alkmaar, Nassaulaan 43, 1815 GJ Alkmaar, of naar redactie@hvalkmaar.nl Opmaak GreyFish grafische Vormen, Alkmaar Druk Krijgsman Drukwerk, Alkmaar Historische Vereniging Alkmaar. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Historische Vereniging Alkmaar Omslag Voor: De Molenbuurt geschilderd door Hendrik Pieterse Achter: Schoolplaat met strijders onder de pauselijke vlag De geschiedenis van onze stad is een duurzame bron van studie en aangenaam tijdverdrijf. Voor ieder nummer van Oud Alkmaar blijken er steeds weer nieuwe boeiende artikelen beschikbaar te zijn. In deze nieuwe aflevering leert u de Alkmaarse zoeaven kennen, ruikt u als het ware de heerlijke bakkerijgeuren terug van Soecker, ontdekt u het werk van de schilder Hendrik Pieterse en krijgt u antwoord op de vraag hoe waarschijnlijk het is dat Grote Pier daadwerkelijk zelf 500 jaar geleden heeft huisgehouden in onze stad. Ook aan de opmaak is weer veel zorg besteed. Oud Alkmaar is het visitekaartje van onze bloeiende vereniging. Laat u het maar eens aan kennissen zien, die nog geen lid zijn en verleid hen zich aan te sluiten. Want zeg nou zelf, wat is €20 per jaar om zo'n mooi doel (zie de tekst naast de agenda!) voor onze stad te kunnen steunen. Je krijgt er heel wat voor terug. Zoals bijvoorbeeld: Pinksterdrie! Op 6 juni mag u met ons mee naar Leeuwarden, in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa. Nu al ziet de historische binnenstad er prachtig uit. Op de heenweg bezoeken we een zestiende-eeuwse state en een achttiende-eeuws hofje. In Leeuwarden worden we na de koffie ontvangen in het Historisch Centrum Leeuwarden. Met de gidsen van onze zuster vereniging wandelen we door de oude stad. De lunch genieten we in Hotel Het Stadhouderlijk Hof. En zou een boottochtje daar net zo aardig zijn als in Alkmaar? We gaan het ervaren. Lees de bijgaande brief voor het hele programma en meld u zich snel aan als u interesse heeft. Er is plaats voor 80 deelnemers. Wie het eerst komt (en betaalt), die het eerst maalt. Komt u naar de jaarvergadering? Zie het verenigingsnieuws en de agenda. Graag tot ziens! Leen Spaans Jos Kaldenbach en Marlies ten Berge Ruim 11.000 vrijwilligers uit de hele wereld kwamen tussen 1864 en 1870 in het geweer om paus Pius IX en de Kerkelijke Staat te verdedigen. Van deze 'zoeaven' of paussoldaten waren 691 afkomstig uit Noord-Holland en dan in het bijzonder uit de katholieke streek tussen Alkmaar en Enkhuizen. De stad Alkmaar zelf leverde 27 mannen. De Sint Pieter in Rome. Foto M. ten Berge 2014 In 754 schonk Pepijn de Korte enkele gebieden in het midden van Italië aan de toenmalige paus. Die gebieden vormden sindsdien een onafhankelijke Ker kelijke Staat met de paus als staatshoofd. Pas door de opkomst van nationalistische bewegingen in het midden van de negentiende eeuw kwam het voort bestaan van die Kerkelijke Staat in gevaar. Leiders als Victor Emanuel, de koning van Piëmont-Sardinië, en generaal Guiseppe Garibaldi streefden naar een verenigd Italië en bevrijding van buitenlandse machthebbers. Ook binnen de Kerkelijke Staat waren er velen die dit streven ondersteunden. In 1859 scheidden de gebieden rondom Bologna, de zogenaamde Romag- na, zich af van de Kerkelijke Staat en sloten zich aan bij Piëmont-Sardinië. Het pauselijk leger bleek veel te klein en slecht georganiseerd om het Piëmontese leger tegen te houden. In reactie hierop werd in 1860 een Franse generaal aangesteld die vrijwilligers meenam om de pauselijke strijdkrachten te verster ken. Ze werden gekleed in een voor die tijd moderne uitrusting: een blauwgrijze pofbroek, vest en een soort kepie, gebaseerd op de kleding van de Alge rijnse stam der Kabylen, ook wel Zouaven genoemd. Aan deze kledij danken de zoeaven hun naam. In 1861 verloor paus Pius IX opnieuw enkele gebieden aan koning Victor Emanuel van Piëmont-Sardinië. Enige tijd kon de paus nog rekenen op de steun van de Franse keizer Napoleon III, maar deze steun was tijdelijk. Het pauselijk leger zou moeten worden uitgebreid. In Vlaanderen maar vooral in Nederland kwam de stroom vrijwilligers goed op gang.1 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2017 | | pagina 2