RECEPTEN VAN SOECKER
In het archief van bakkerij Soecker trof ik een handschriftje met recepten aan van een
banketbakkerswinkel
dat dateert uit 1782. Een interessante vondst, want oude banketbakkersrecep
ten zijn zeldzaam. Er zijn slechts twee boekjes uit de achttiende eeuw bekend.
Opvallend is dat in 1782 de bakkerij 'Soecker' nog
niet bestond. Dus zou dit manuscriptje van zijn voor
ganger Smabers kunnen zijn. Bakker Andries Joseph
Smabers was rond 1726 geboren en trouwde in 1779
met de dertig jaar jongere Alida (roepnaam Aaltje)
Coster. In 1782 kocht hij de bakkerij aan de Lange-
straat, huidige telling nummer 39. Toen hij twaalf
jaar later overleed, kwam Aaltje er alleen voor te
staan. Dat was echter maar voor even, want ze her
trouwde op 7 april 1793 met Adolph Soecker in de
Grote Kerk van Alkmaar. Adolph was geboren in 1761
te Gescher in Münsterland (vlakbij Winterswijk) en
via Purmerend in Alkmaar beland. Hij woonde toen
al enige tijd in Alkmaar want hij liet op 11 december
1789 testament opmaken bij notaris De Lange.
Door dit huwelijk werd hij mede-eigenaar van de
banketbakkerij in de Langestraat. Aaltje had al twee
kinderen uit haar eerste huwelijk en kreeg met
Adolph nog twee kinderen. Ze stierf in 1809 en werd,
net als haar eerste man, begraven in de Grote Kerk
van Alkmaar. Een paar jaar later, in 1813, hertrouwde
Adolph Soecker met Maria Meijer. De Soeckers ble
ven in Alkmaar wonen, de banketbakkerij ging ruim
twee eeuwen lang over van vader op zoon.
Begin negentiende eeuw werd de bakkerswaar on
der andere opgesteld in een glazen kast. Verder wa
ren er volgens de inventarissen van de boedel glazen
flessen, beschilderde trommels en dozen aanwezig.
Daarin zaten waarschijnlijk de ingrediënten. Ook
waren er spullen die de zaak wat meer allure gaven
zoals een grote staande klok, een barometer, drie
beeldjes en twee koperen kanonnetjes. De Soeckers
bleven de winkel zo nu en dan vernieuwen. Zo werd
de winkel in 1946 van binnen en buiten verbouwd.
In 1957 werd een tearoom toegevoegd en een paar
jaar later kwam er ook een snackbar in het Payglop.
Een tweede teamroom, een pand op de hoek Lange-
straat-Houttil, werd toegevoegd in 1975.1
22
RECEPTENBOEKJE
Hoewel het interieur veranderde bleef het bakken
centraal staan. In het archief van banketbakkerij is
een aantekeningenschriftje aangetroffen.2 Daarin
staan banketbakkersrecepten uit het eind van de
18de eeuw. De eerste recepten uit dit schriftje
stammen uit 1782. Daarom zou het geschreven
kunnen zijn door Andries Smabers. Het ligt vanwege
de Duitse invloeden echter meer voor de hand dat
dit schriftje werd bijgehouden door Adolph Soecker.
Zo wordt er bijvoorbeeld gesproken over 'behuft'
in plaats van 'behoeft' en over 'sprüts' in plaats
'sprits'. In het boekje is ook in de receptuur een
Duitse invloed merkbaar, bijvoorbeeld het recept
voor wolfenbutteltjes. Misschien was Adolf Soecker
in die tijd al als knecht in de bakkerij werkzaam. Er
staan in totaal 68 recepten in het schriftje. Meer dan
de helft betreft recepten voor het maken van koek,
verder staan er twaalf recepten voor het maken van
konfijten en negen recepten voor gebak in. Bijzonder
is dat er ook al een aantal recepten voor het maken
van chocola in staan. Verder een enkel recept voor
jam, drank en inmaak. Aan het eind van het manus
criptje gaat het verder met een andere hand. Van
wie en waarom is niet te achterhalen.
WOLFENBUTTELTJES EN ANDER LEKKERS
Op folio 4 recto staat een recept voor Wolfenbuttel
tjes (nr.13):
'Nemt een wenig fijne brood suijker, met een wenig
limoen sap, roert het met een spatteltjen heel feijen
en maakt daar balletjes van, de groote van een
groen erft, kookt dan een wenig suijker tot uleveltjes
haalt se dann door, en legt se op een tinnen bort.'
Vertaling: Neem wat suiker en voeg daar een beetje
limoensap aan toe. Roer dit met een spateltje heel
fijn en maak daar balletjes van ter grootte van een
groene erwt. Kook dan een beetje suiker tot ulevel
letjes en leg ze op een tinnen bord.
Een ulevel is een ambachtelijk snoepje, een vierkant
stukje gestolde suiker. Ulevellen worden gemaakt
door witte suiker te verwarmen met een klein beetje
water tot deze vloeibaar is. Hierna kan een smaak
aan de vloeistof worden toegevoegd, bijvoorbeeld
geraspte citroenschil. Vervolgens wordt de vloeistof
weer afgekoeld terwijl deze geroerd wordt. Als de
suiker dof wordt is het tijd om deze in druppels op
een koud aanrecht te gieten en af te laten koelen.
Uit het archief van de familie Soecker:
Getekend Den 10 meij 1819 Schets no 2 Gezigt een Huijs
van Banketbakker in den Zuijdzijde Langestraat no 566
Tuschen Paijglop en Pastoor steeg in den Stadt Alkmaar
Jacobus Andreas Crescent Fecit (1768/69 -1819)
Op folio 6 recto nr. 23 staat een recept voor tulband,
zonder verder bereidingsvoorschriften:
'Tullebant van Collombienen
5/8 lb eijers lb en 2 loot meel
lb suijker'
Vertaling: Een tulbant van Collombienen: 5 eieren
(een lb is een pond is 464 gram,3 dus hier 290 gram
23