EEN NIEUW PAND
Inmiddels waren de plannen voor het nieuw te
bouwen warenhuis uitgewerkt. Als architect werd de
Amsterdammer Francois Marie Joseph Caron aange
trokken. Hij was de architect geweest van de eerste
winkel van V&D aan de Weesperstraat 68-70. Die
samenwerking tussen architect en opdrachtgever
was kennelijk goed bevallen, want Caron heeft later
in zijn leven vrijwel uitsluitend gebouwd voor Vroom
en Dreesmann, in Amsterdam maar ook in Deventer,
Breda en Alkmaar.
In Alkmaar ontwierp hij een gebouw in laat Amster
damse Schoolstijl maar gebruikte daarbij ook Art
Deco details. Bij eerste ontwerpen zou het pand aan
de Laat een derde verdieping hebben en zelfs een
toren. Dat ging echter niet door. Het winkelpand
kreeg twee verdiepingen onder een plat dak, boven
de winkelpui opgetrokken in gele baksteen. Zowel
aan de Ridderstraat als aan de Laat kwam een en
tree. Het was veel kleiner nog dan nu, want de gevel
aan de Laat was symmetrisch en kende toen nog vijf
raampartijen. Boven de vensters is decoratief met
selwerk te vinden en op de hoeken smalle natuur
stenen blokken met een zaagtandprofiel. Opvallend,
nog steeds, de klok op de hoek en de naam 'Vroom
en Dreesmann', aangebracht in vergulde letters.
In 1921 deed men een verzoek aan de gemeente om
de rooilijn van de Ridderstraat een paar meter terug
te brengen. Hierdoor zou het ontwerp van het pand
Het nieuwe warenhuis in aanbouw. Maart 1926.
Collectie Regionaal Archief
beter uitkomen en de straat breder worden. De
gemeente zag dat laatste wel zitten omdat de Rid
derstraat steeds belangrijker werd als toegangsweg
naar het Emmakwartier waar twee nieuwe scholen
werden gebouwd. Na veel briefwisselingen over de
prijs van de vrijgekomen grond, gaf V. en D. uitein
delijk de grond gratis aan de gemeente maar met de
voorwaarde dat ze het wel snel zouden bestraten.
Op 14 maart 1927 gingen de deuren van het nieuwe
warenhuis dan eindelijk open en ruim 12.000
belangstellenden kwamen op de openingsdag kijken.
En veel was er te zien: etalages van mahonie- en
palissanderhout, een geruisloze lift met liftboy, vijf
modelkamers en een chique lunchroom met 'soda-
fontein'.
Niet gerealiseerd ontwerp voor het nieuwe warenhuis
uit 1920. Collectie Regionaal Archief
Van het oorspronkelijke interieur uit de bouwtijd
is niet zo veel over. Het betonskelet met vierkante
kolommen is bewaard gebleven, net als het trappen
huis met de centrale lift en het in zwart en wit mar
mer uitgevoerde trappenhuis van de oorspronkelijke
entree naar het restaurant op de eerste verdieping.
De voormalige directiekamer op de eerste verdie
ping, de laatste jaren in gebruik als magazijn voor de
damesmode-afdeling, heeft nog steeds de gekleurde
glas-in-loodramen in Art Decostijl naar ontwerp
van Bogtman. Het kwam weer tevoorschijn toen in
de zomer van 2016 De Karavaan haar intrek in het
gebouw nam.
De opening van het nieuwe winkelpand werd ver
richt door een nieuwe generatie Berentzen. In dat
zelfde jaar 1927 zou de heer Ferdinant Berentzen te
Montreux in Zwitserland overlijden, slechts 61 jaar
oud. Hij had toen de directeursfunctie al overgedra
gen aan zijn zoon Bernard Ferdinand Johannes. Het
was een rijke en notabele familie. R.H.F.C. bewoonde
een prachtig pand aan de Nieuwlandersingel 55 en
liet daar een schitterende tuin aanleggen. Zoon B.F.J.
had een woning aan de Nassaulaan. Het was een
familie met landelijke connecties: de advertenties
waarin om een dienstbode werd gevraagd stonden
in veel kranten verspreid over het land, net als
het simpele bericht van een inbraak in de villa van
Berentzen terwijl de bewoners in het buitenland
verbleven en er alleen personeel aanwezig was. De
families Dreesmann en Berentzen schonken een
bedrag van ca 70.000 Duitse marken voor de bouw
van een nieuw ziekenhuis in Haselünne en in 1931
gaven ze geld voor een katholiek verenigingsgebouw
in dezelfde plaats. In het Alkmaarse notabele leven
ben ik de naam niet tegengekomen.5
SOCIALE KWESTIES
Buitengewoon trots was men op dit nieuwe 'ma
gazijn' in Alkmaar waar men beschikte over een
oppervlakte van 4400m2 en waar ongeveer 200
personeelsleden werkten. Wel was het een triest
toeval dat op 12 september 1927 de heer Lissone,
meelhandelaar en oud-eigenaar van het hoekpand,
"met zijn rijwiel op de Oude Gracht tusschen een
boom en een bestelauto van de firma Vroom en
Dreesman bekneld (is) geraakt" en later in het Sint
Elisabethziekenhuis overleed.6
In de crisisjaren had ook V. en D. het niet makkelijk
De oude directiekamer nu. Foto Joost Buchner
en zeker haar personeel niet. Begin september 1928
was er een conferentie tussen Vroom en Dreesmann
en de voorzitter van de Nederlandsche R.K. Naai
sters- en Kleermakersbond. Personeel had zich tot
de bond gewend vanwege de lonen en de toepassing
van sociale maatregelen bij de firma. De sociale be
palingen zoals ziekte-uitkeringen en vakantie werden
beter geregeld, maar wat betreft de lonen kwam
men er niet uit. Onderhandelingen werden door de
directie op de lange baan geschoven. Op 25 februari
1929 ging de staking op de ateliers van Vroom en
Dreesmann in. Vijftig van de zestig personeelsle
den legden het werk neer en er werd gepost bij de
ateliers in de Houttil. "Gisternamiddag kwart over
zes werden een paar werkwillige meisjes door een
der chefs met een auto van de firma Met van het
atelier gehaald. Op de Laat hoek Boterstraat werd
een steen door de portierruit geworpen."7
Vroom en Dreesmann was de trots van de stad,
maar ook een kapitalistisch grootwinkelbedrijf
waarin de directie goed voor zichzelf zorgde en
waartegen de kleine winkelier of ambachtsman niet
kon concurreren. In 1930 stond een ingezonden brief
in de krant van een schoenmaker die reageerde op
een advertentie waarin V. en D. aankondigde ook
schoenen te gaan repareren. Hij beschouwde dit als
valse concurrentie die hem het brood uit de mond
zou stoten. Gelukkig voor hem besliste de firma
haar schoenreparatie-inrichting weer op te heffen.
Andere winkeliers zullen minder overlevingskansen
hebben gehad naast dit warenhuis.
Wat in de negentiende eeuw, vooral door het
bedrijf zelf natuurlijk, nog geprezen werd als zorg
en betrokkenheid voor het personeel, werd in 1932
door de sociaal-democratische Tribune in nogal
67