I R.H.F.C. Berentzen. Bij de openingsadvertentie stond vermeld: 'verkoop uitsluitend a contant en zondags gesloten'. WINKEL AAN DE HOUTTIL De winkel aan de Houttil in Alkmaar startte met vijftien personeelsleden die grotendeels inwonend waren. Het was typerend voor het personeelsbeleid van Vroom Dreesmann. Op deze wijze kon de firma haar personeel ook buiten werktijd in de gaten houden en had je dus personeel van onbesproken katholiek gedrag. Zo kreeg de firma een goede naam als werkgever én bij de klanten. De eerste decennia werkten de V&D-medewerkers zeven dagen in de week. Als een van de eerste zaken in Nederland voerde Vroom en Dreesmann de zondagssluiting door. Verrassend, nu wij weer zo gewend zijn aan opening van de winkels op zondag. In Alkmaar hadden de Gebr. Berentzen de zondags sluiting al eerder ingesteld. Om concurrentie tegen te gaan werden in Alkmaar afspraken gemaakt over de openingstijden: op 26 mei 1917 stond in de Alkmaarsche Courant een gezamenlijke kennisgeving van zaken als Bervoets, Cloeck, Köster en Spruyt (en Vroom en Dreesmann) "dat hunne zaken Zondags den geheelen dag en op werkdagen 's avonds om 8 uur gesloten zijn behalve des Zaterdags". De zaak bleef groeien. De panden aan het Houttil liepen helemaal door tot aan de Achterstraat 23. Op de gevel stond 'Vroom en Dreesmann'. Die groei was ook nodig want de winkels van Vroom en Drees mann kregen een steeds groter assortiment. Naast de manufacturen kwamen er artikelen voor woning inrichting, zoals gordijnen, meubels en vloerkleden. Gestaag groeide een afdeling kantoorartikelen. De catalogus van Alkmaar en Hoorn uit 1906 noemde ook nog bont boa's, bont colliers, bolero's, korsetten en paletots voor jonge dames als producten die bij Vroom en Dreesmann te koop waren. Een adverten tie in het Katholiek Nieuwsblad voor Noord Holland in 1908 wees op de verkoop van najaars- en wintermantels. In 1912 werd in de Kalverstraat in Amsterdam door Vroom en Dreesmann het eerste moderne waren huis van Nederland geopend. Het pand, ontworpen door architect F.M.J. Caron, bevatte voor die tijd behoorlijk wat technische snufjes waaronder een lichthal, telefooncentrale en een luxe personenlift, een heuse attractie voor winkelend publiek. Wat in Amsterdam begon, kreeg later ook vorm in de andere vestigingen van Vroom en Dreesmann. Ze groeiden uit tot prachtige warenhuizen. Ook in Alkmaar liep de winkel goed. Er was behoefte aan uitbreiding, maar dat was op deze plek in de binnenstad niet goed mogelijk. De goederen lagen verspreid over meerdere panden. Besloten werd een groot nieuw pand te bouwen en de keuze viel op de hoek Ridderstraat/Laat. SLOOP AAN DE LAAT Op 30 december 1916 viel in de Alkmaarsche Courant te lezen dat verschillende percelen werden opgekocht: "Naar wij vernemen zijn gisteravond 8 uur door den makelaar M.P.H. van Engelen uit Amsterdam de perceelen van den heer Lissone Ridderstraat hoek Laat en Vijvertje, het perceel van Combinatie van een foto van de Laat uit 1871 en een moderne foto. Mark Alphenaar/ Regionaal Archief Alkmaar De te slopen panden hoek Ridderstraat/Laat met grote uitverkoopborden, 1920. Collectie Regionaal Archief den heer Vermeulen en het perceel van de wed. Henneke aan de Laat en de haarwaterfabriek van de firma Bijloos aan het Vijvertje, aangekocht. Door dezen aankoop is de beschikking verkregen, om een terrein van 1000 M2. De frontbreedte aan de Laat is ongeveer 23 M., die aan de Ridderstraat ruim 40 M. De gezamenijke verkoopprijs bedraagt een kleine f 80.000. Bij de verkopers is de lastgever van de heer van Engelen niet bekend. Wat het nu worden moet? Allerlei gissingen worden gemaakt. Met stelligheid hoorden wij evenwel verklaren, dat er een confectiepaleis van f 100.000 gebouwd zal worden." De journalist sloeg de plank niet ver mis. De notariële akten geven aan dat de heer R.H.F.C. Berentzen de koper van de percelen was.3 Voor de bouw van het nieuwe pand moesten uit eindelijk meerdere huizen en pakhuizen/fabrieken gesloopt worden aan de Laat, Ridderstraat en Het Vijvertje. Volgens de paginagrote advertentie van 17 oktober 1924 zouden zes panden vanaf de hoek Ridderstraat worden afgebroken. Het ging in eerste instantie om de nummers Laat 133-143. Na aankoop werden de panden een tijd gebruikt als opslagruimte voor Vroom en Dreesmann, zoals duidelijk blijkt uit de foto uit 1920, waar in het hoekpand, ooit eigendom van meelhandelaar Lissone, een 'Totale uitverkoop wegens nieuwbouw' werd gehouden. Maar daarna ging toch echt de sloophamer erin. In 1925 zijn al deze nummers inderdaad uit het adresboek verdwenen. Een van die panden, Laat 137 maar vroeger genummerd 69, was het huis waar Jan Wils op 22 februari 1891 geboren werd. Hij zou een landelijk bekend architect worden, maakte enige tijd deel uit van de kunstbeweging De Stijl en kreeg grote bekendheid door het ontwerp voor het Olympisch Stadion in Amsterdam. De plaquette aan de Laatzijde van het winkelpand van V&D is het enige dat herinnert aan wat er vóór het warenhuis heeft gestaan. Vóór de start van de nieuwbouw waren al belang rijke aanpassingen nodig. Door aannemersbedrijf Ringers werd in 1925 een hulpwinkelgebouw gebouwd bij de Grote Kerk, naast de Keuringsdienst. Dit is de plek van het latere politiebureau, inmiddels in gebruik genomen als restaurant Fellini. Er zou een ruime ingang komen met tochtdeuren en acht etalagekasten. Naast de keuringsdienst was de in gang voor de expeditie gepland met daarachter drie werkplaatsen. "In het te maken hulpgebouw worden de afdeelingen die op het tapijtvak, het meubelvak, de beddenmakerij en de stoffeerderij betrekking hebben ondergebracht waarbij 12 vaklieden te werk zijn gesteld. Dat de firma voor Alkmaar er eene van groote betekenis is, bewijst reeds het feit dat hier 140 menschen te werk zijn gesteld."4 Dat per soneel was inmiddels niet meer intern, zoals blijkt uit een advertentietekst uit 1930: in een reclame voor lakens werd geschreven, dat 'toen V&D jaren geleden nog inwonend personeel had' ze natuurlijk heerlijk sliepen onder de lakens van dat merk. In het pand op de Houttil zou men zich nog twee jaar concentreren op de verkoop van manufacturen en confectie. Later werd het verbouwd tot pakhuis van V&D en rond 1974 zou het een supermarkt worden. De noodwinkel op het Kerkplein ca. 1925. Collectie Regionaal Archief 65

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2016 | | pagina 6