Achterkant van de panden Laat 135 (rechts) en Laat 139 (midden), na de sloop van de panden Laat 137 en Laat 141.
Na sloop van Laat 139 verrees op het terrein de uitbreiding van Vroom Dreesmann. Foto 1970. Collectie Regionaal Archief
niet alleen het modern ogende en raamloze deel in
wat rodere steensoort, maar waarschijnlijk óók die
ene travée in jarendertigstijl. In het ondertekende
dus officiële bouwplan van 10-10-1969 vinden we op
de tweede verdieping in die travée de twee ramen
aangegeven.
De nieuwbouw werd in gebruik genomen zonder
officiële opening, want de nieuwe gevel was nog niet
gereed. De voorhanggevel van architectenbureau
Bennink was niet goedgekeurd door de Alkmaarse
welstandscommissie. Het motief vond wel genade
maar de uitvoering in aluminium niet. Het advies dat
motief in te metselen bleek onuitvoerbaar. "Oplos
sing: de luifel langs het pand werd doorgetrokken,
een derde ingang aan de Laat gecreëerd, 17 etalages
gevormd en de nieuwe gevel in baksteen gebouwd,
terwijl deels de oude gevel werd doorgetrokken."13
De uitbouw van 1969/1970 zou de laatste zijn.
Hiermee had de winkel een omvang gekregen van
11.500m2 waarvan ruim 9000m2 verkoopop
pervlakte.
Aan de buitenkant van het gebouw zouden geen
grote veranderingen meer komen, hooguit het logo
van V&D, de luifel en wat uithangborden. En niet te
vergeten het verdwijnen van de entree aan de
Ridderstraat. Laat 119 was in 1960 Laat 135 gewor
den, het pand van Vergnes. Dat bleef staan en is als
de zaak Naaldkunst nog steeds de buurman van het
grote V&D.
ROLTRAPPEN
Ook het interieur van de Alkmaarse vestiging wijzig
de voortdurend. De eerste etage werd in 1934 met
300 m2 winkelruimte vergroot, door de kantoren
en offerte-kamers bij de expositie te betrekken. De
hoedenafdeling kreeg hierdoor drie maal zoveel
ruimte en werd bovendien gemoderniseerd door het
aanbrengen van moderne tafels en spiegels. "Voor
de meer gekleede hoeden is een aparte afdeeling
gemaakt met fitrinen, waarin de dames een rustige
pasgelegenheid vinden." Ook de afdelingen dames-
confectie en babygoederen werden vergroot en in
72
de schoenafdeling konden nu wel vijftig mensen
tegelijkertijd hun schoeisel passen. Misschien is nog
wel het meest bijzondere dat dit allemaal in de krant
werd vermeld, met de conclusie dat "hetgeen in de
Europeesche hoofdsteden geboden wordt niet beter
en voordeeliger kan worden verkregen".14
Er kwam een levensmiddelenafdeling en de
lunchroom werd vergroot. In de jaren vijftig kregen
vrijwel alle winkels van V&D zelfbediening en het
assortiment werd opnieuw groter, met onder
meer grammofoonplaten, sport- en drogisterijarti
kelen.
In 1959 kwamen er roltrappen in het warenhuis in
Alkmaar. Dat laatste was iets bijzonders en kranten
schreven er weken van te voren over. Het was ook
een spectaculaire operatie: de roltrappen van om en
nabij de dertien meter lang en van prachtig roestvrij
staal moesten van het station naar de Laat worden
getransporteerd. De laatste etalage aan de Laatzijde
werd tot aan de vloer uitgebroken om de roltrappen
door de pui naar binnen te kunnen slepen en te
plaatsen, met slechts 2cm. speling. De ingebruikna
me werd feestelijk gevierd in aanwezigheid van drie
generaties van de familie Berentzen en met gebakjes
in de vorm van roltrappen.
Latere veranderingen liggen waarschijnlijk wat verser
in het geheugen. Op het dak van de nieuwbouw van
1969 was ooit de kampeerafdeling. De supermarkt,
ooit op de begane grond aan de Ridderstraatzijde,
verhuisde naar de oostzijde van de Laatkant en nog
later als Vendet naar het deel waar later de Scapino
werd gehuisvest. De porseleinafdeling in de kelder
moest plaats maken voor een boeken-en platenaf-
deling. En voordat La Place zich met een prachtig
dakterras nestelde aan de Oudegrachtkant zat daar
toch de schoolcampus? Constant was de firma bezig
met restylen en herindelen, om de zaak bij de tijd te
houden, in te spelen op de wensen van het publiek
en de veranderende markt. Er kwamen noviteiten
zoals een reisbureau en een dameskapsalon met
wel 35 zitplaatsen. In de jaren tachtig werd een
geheel nieuw modeconcept ontwikkeld: "Poppen
zullen verrassend nonchalant en net echt worden
aangekleed volgens de nieuwste modesnufjes. Zij
zullen in groepjes staan rondom een blitse auto of
telefooncel..."
FAILLISEMENT
Inmiddels was in 1948 de Coöperatieve Handels
onderneming Vroom Dreesmann Nederland
opgericht. De centrale inkoop werd niet langer door
de directie gedaan maar door hiervoor speciaal aan
gestelde experts en er kwam een vijf leden tellende
hoofddirectie waarbij altijd een nazaat van Willem
Vroom en Anton Dreesmann een plek in het hoofd
bestuur zou krijgen. Vanaf 1971 werd kleinzoon
Anton Dreesmann directeur van de warenhuisketen.
Onder leiding van deze derde generatie Dreesmann
werd V&D een van de grootste winkelketens van
ons land, want de familie kreeg meer ketens in
haar bezit, zoals Edah, Kijkshop en Hunkemöller. De
twintig nv's waaruit het bedrijf bestond, werden in
1982 door hem ondergebracht in het grote con
glomeraat Vendex International. Rond 1995 werd
Vendex International beursgenoteerd en konden de
familieleden hun aandelen verkopen. Twee jaar later
werd het gesplitst in detailhandelsbedrijf Vendex en
dienstenbedrijf Vedior. In 1998 fuseerde Vendex met
Koninklijke Bijenkorf Beheer (KBB) tot Vendex KBB
(later Maxeda). In 2005 werd het vastgoed voor 1,4
miljard euro verkocht en teruggehuurd.
Van dit alles merkte het publiek natuurlijk niet zo
veel, maar V&D was wel een begrip in de stad. Deed
u ook de was in een Vendomatic? Heeft uw gezin
de decembercatalogus verslonden? Wel eens een
Het dakterras met kampeerspullen. Op de achtergrond de
toren van de Dominicuskerk
73