HET GRAF VAN JAN THIJMANSZ.
rSrV
Emmy Reijngoud
In het tijdschrift Oud Alkmaar, 2016 nr. 1, staat de zoektocht beschreven naar
de oorspronkelijke bewoner van Oudegracht 241. Het bleek 'Cappiteijn Jan
Thijmansz. van Emeloort' te zijn. Ik ging op zoek naar zijn graf.
het pand Oudegracht
241
Tijdens zo'n zoektocht heb je het idee zo'n persoon
een beetje te leren kennen. Hij leefde aan het eind
van de zestiende, begin zeventiende eeuw en kwam
uit het dorpje Emeloort (Emmeloord) op Schokland.
Het kleine eiland in de Zuiderzee bood weinig
perspectief op een goede toekomst. De meeste mo
gelijkheden lagen voor hem op zee. Hij trad in dienst
van de Admiraliteit van West Friesland, klom op tot
kapitein en bestreed de Spanjaarden als Watergeus.
Misschien was hij een slim en dapper man, hij heeft
in ieder geval alle confrontaties overleefd.
En dan zijn huis. Het wapen op de gevel, de oor
logsschepen, het achteruit varende schip om uit te
beelden dat zijn beste jaren verstreken waren, de
kanonslopen. Hij liet weten: 'hier woont een creatie
ve vechtersbaas met humor, die kan relativeren'. Hij
had een voor ons zichtbare sociale kant. Er ging veel
geld naar de armen in allerlei steden (ik denk meer
50
dan voor een plaatsje in de hemel nodig zou zijn) en
hij gunde de volgende bewoners van zijn huis rustig
woongenot.
DE GROTE KERK
Hij is begin maart 1614 overleden en op '14 Martius
1614' begraven in de Grote Kerk. Het staat vermeld
in het Regionaal Archief Alkmaar in begraafboek nr.
39. De kosten voor zijn begrafenis waren ƒ4:0:0:. Ik
wou eigenlijk wel precies weten, waar hij gebleven
was, maar het boek vermeldt geen grafnummer
of -plaats. Om dat te weten zou een nieuw onder
zoek nodig zijn, maar ik had geluk. Bij toeval kreeg
ik een boek in handen: Genealogische en Heraldi
sche Gedenkwaardigheden in en uit de kerken der
Provincie Noord-Holland, deel 1, van mr. P.C. Bloys
van Treslong Prins en mr. J. Belonje, uitgegeven in
1928, waarin graven en hun bewoners beschreven
worden o.a. in de Grote Kerk in Alkmaar. Ik bladerde
er wat in en op blz. 191 viel mijn oog op de naam
'Cappiteyn Jan Thijmansz. van Emeloort'. De schrij
vers beschreven een dubbel graf in het koor, de zerk
droeg de nummers 149 en 150 en er was een wapen
met 4 letters en 2 afbeeldingen. Tussen een I en S
stond een ooievaar en tussen een O en een V een
handmerk. Zij dachten voor I en S aan Ian Sijmenz. of
Thijmansz. Even dacht ik het verdwenen wapen van
de kapitein te hebben gevonden. Maar de daarna
geraadpleegde grafboeken lieten mij weten dat dit
niet zo was.
ERFGENAMEN
Grafboek 56 vermeldt eigenaren van graven tussen
1604 en 1618. Achterin staat dat het dubbele graf,
destijds genummerd met 31 en 32, het eigendom
was van de erfgenamen van Jan Thijmansz., dus dat
is na zijn dood in 1614 opgeschreven. De aankoop
van het graf staat er niet in.
1- .f4'
Coer: xxxii
Een graff gequoteert met No 32. toecomende
d' erfgenamen van Jan Thijmansz. van Emeloort.
(hetzelfde staat bij nr. 31)
Uit grafboek 59 blijkt dat het kerkbestuur zich zorgen
maakte over het beheer van de graven. Blijkbaar was
de administratie niet optimaal. Zij maakte bekend
dat de grafeigenaren voor 1 juli 1624 aangifte
moesten doen van hun eigendomsrecht. Deden zij
dat niet, dan verviel het. Algehele erfgenaam van Jan
Thijmansz. en oomzegger Evert Albertsz., hopman
in Enkhuizen kwam er niet voor naar Alkmaar. Hij
machtigde ene Trijn Reijniersdr. Zij regelde het voor
hem.
,J IH H Kl H*'I'l4-
il ju «h1'; I- fV
Ip i-V.i_
i fpi ffVptfi.; ij f Vip-
Boek nr. 59:
149 ende 150 Coor
xxxi ende xxxii
Twee graeven onder d' enen blauwen sarck aen-
gegeven doorTrijn Reyniers dr. om geteeckent te
worden op Eevert Aelberts. hopman tot Enckhuysen.
In het grafboek staat naast de tekst een wapenvorm
met Jan Thijmansz.'s handmerk, ook wel huismerk
genoemd, de administrateurs van de kerk noemden
het een grafmerk. Zo'n merk was persoonsgebonden
en men gebruikte het als herkenningsteken om te
tekenen als men niet kon schrijven, maar ook als het
aanbrengen van een wapen of een handtekening te
veel werk was. Men bracht het aan op producten, als
de maker wilde laten weten dat ze zijn werk waren.
Jan Thijmansz. gebruikte zijn merk op zijn notariële
aktes en liet het ook in een wapenvorm op zijn graf
zerk beitelen, zoals de tekening in het boek aangeeft.
Hij kon overigens wel schrijven, want een testament
uit 1612 draagt zijn handtekening.
OOIEVAAR
Zolang neef Evert Albertsz., hopman, leefde stond
het graf op zijn naam. Maar toen hij omstreeks 1651
stierf, hebben de erfgenamen het graf verkocht. Het
dubbele graf kreeg in die tijd de nummers 149 en
150.
51