mi .m
BLINDEN VOOR HET WILDEMANSHOF
MBi
-n
A
Tijdens de restauratie van het Wildemanshof aan de Oudegracht in 2014 is on
derzoek gedaan naar de blinden die ooit de regentenkamer en de gevel van het
Wildemanshof zouden hebben gesierd. Waren zij voorzien van geschilderde
bas-reliëfs van beeldhouwwerk?
Rob de Vries
Montage van de blin
den in een fotobewer
king van Joop Elzinga
met een kleurvoorstel
van Harold Bos
Men spreekt van blinden als luiken aan de binnenzij
de van de vensters zijn aangebracht; luiken zitten aan
de buitenzijde van vensters. Beschilderde blinden
zijn in het verleden met enige regelmaat toegepast.
In het boek Het Nederlandse Interieur (in beeld)
tussen 1600-1900 worden meerdere voorbeelden
genoemd. Als gevolg van de vele ontwikkelingen in
architectuur en interieur zijn veel beschilderde blin
den echter verdwenen of verborgen onder dekkende
verflagen. Hierdoor zijn ze zeldzaam en is onderzoek
ernaar dus ingewikkeld.
Er zijn aanwijzingen voor de aanwezigheid van blin
den in het Wildemanshof, maar de gemaakte foto
montage zorgde voor gerede twijfel over de beschrij
ving van de blinden. De vraag rees of een bas-reliëf
van de twee beelden en daardoor een verdubbeling
van elementen in de voorgevel wel aannemelijk
was. Werden dergelijke 'letterlijke architectonische
citaten' wel op blinden geschilderd?
BESCHILDERDE BLINDEN
Het is de vraag of de beschilderingen de architectuur
van de gevel aanvulden of juist de rijkdom van het
interieur aan de buitenwereld toonden. Voor 1620
waren alleen luiken bekend die zich aan de buiten
kant van de kozijnen bevonden. De vroegst beken
de afbeeldingen en voorbeelden van blinden zijn
beschreven in het boek Rijk interieur uit 1620 van
46
Detail van een schilderij van Jan Verkolje uit 1674, getiteld
Man en vrouw met muziekinstrumenten in interieur
Adriaen van de Venne. Beschildering van deze luiken
is niet bekend.
Op de tekening van Pieter Philippe bekend als
Ontvangst van Karel II in de bovenzaal van het
Mauritshuis (20 mei 1660) zijn beschilderde blinden
met guirlandes zichtbaar. Bij het Mauritshuis is het
mogelijk de voorstellingen op de luiken te vergelijken
met de uitvoering van de gevel. Duidelijk wordt dat
de blinden in gesloten toestand deel uitmaken van
de classicistische architectuur. Omdat ook het interi
eur classicistisch is, sluiten de blinden eveneens aan
bij de binnenafwerking van het pand.
Op een schilderij van Jan Verkolje uit 1674, getiteld
Man en vrouw met muziekinstrumenten in interieur,
staan binnenluiken, in twee delen boven elkaar en
in het midden scharnierend, met beschilderingen
die bij het sluiten van de luiken aan de straatzijde
zichtbaar waren. Het luik is beschilderd met een
medaillon met daarop een vrouwenafbeelding. Er
zijn onderdelen geschilderd die met de omlijsting
van het medaillon te maken lijken te hebben. Aan
wijzingen naar de architectuur van het pand zijn niet
afleesbaar.
HET WILDEMANSHOF
Wat betreft het Wildemanshof beschikken we over
twee bronnen die verwijzen naar de beschilderde
blinden. Op de tekening van A.S. Hempenius uit
1847 zijn achter de hoge vensters afbeeldingen
geschilderd waarvan wordt vermoed dat het beschil
derde blinden zijn. Daarnaast zijn de verschillende
kozijntypen in de gevel opmerkelijk in de tekening.
Uit archiefonderzoek blijkt dat de vensters aan de
Oudegracht in 1847 vervangen zijn. Het lijkt erop
dat Hempenius halverwege deze activiteiten zijn
tekenwerk heeft verricht. Duidelijk zichtbaar zijn de
zware kruiskozijnen met onderluiken. De dakka
pellen hebben een kleinere zeventiende-eeuwse
roedeverdeling, terwijl de grote verticale vensters
van de regentenkamer zijn voorzien van luxe grote
afmetingen. De uitgebreide beschrijving van deze
kozijnontwikkeling kan relevant zijn in het onder
zoek naar beschilderde blinden. Het is bekend dat
blinden over het algemeen werden voorzien van een
indeling die een relatie had met de vensters waar
achter ze werden aangebracht. De beschildering met
de genoemde bas-reliëfs gaat aan een dergelijke
vensterindeling voorbij. Datering met gebruik van
informatie van vensterindelingen is dus nauwelijks
mogelijk.
Een tweede verwijzing naar de beschildering is het
volgende tekstfragment uit een handgeschreven
boek uit 1859, geschreven door C.P. Bruinvis. "De
verdeeling der ramen was op denzelfden voet, doch
deze waren slechts van kleine glasruiten voorzien,
waarvan die des voorgevels met binnen-luiken
konden gesloten worden, op elk van welke aan de
Tekening door A.S. Hempenius omstreeks 1847.
Collectie Regionaal Archief
47