EN DE VERGUEDE STER r-EBOORTE -HOb VAN TOOSTJE PO.-ND dagelijks dronken. Misschien zag Hermanus Plasman juist daarom wel wat in de weduwe Poland. Hij trok in ieder geval vrij rap na het overlijden van vader Poland als commensaal bij haar in en ze gingen ook in ondertrouw, wat een maand later echter door een notaris weer ongedaan gemaakt werd. Dat betekende overigens niet dat hij niet de vader van nog een volgende kind van Joanna was. Dorus had vanafhet eerste moment een bloedhekel aan deze man, die zelden nuchter was, constant zijn moeder het hof maakte en de kinderen op rake klappen trakteerde. Dorus wilde hem zo snel mogelijk lozen en verzon zijn eerste krijgslist. Met het gedemonteerde loden tegengewicht van een schuifraam posteert hij zich 's nachts boven de voordeur. Als Plasman bij de voordeur aankomt moet het gewicht zijn kop verbrijzelen. Het gewicht komt echter niet op het zatte hoofd van Plasman terecht, maar op zijn rechterarm. Geluk bij een ongeluk: die arm raakt zozeer gewond dat Dorus de eerste weken niet hoeft te vrezen voor een draai om zijn oren. Als in mei 1808 onderofficier Piet Gronde- ling in huize Poland wordt ingekwartierd, zal het leven van Dorus grondig veran deren. Piet vraagt hem ofhij geen zin heeft om naar de militaire kweekschool in Den Haag te gaan. Dorus wil wel, maar vreest dat zijn moeder geen toestemming geeft. Nog diezelfde nacht rond twee uur verlaat hij via het bovenraam het ouderlijk huis. In herberg De Jager te Heiloo wordt hij 's morgens vroeg opgewacht door sergeant Grondeling en te voet gaan zij naar Den Haag. Op de militaire kweekschool heerst een ijzeren discipline. Zo moet iedereen alvorens 'aan te vallen' zijn boterham op commando in de hoogte steken. Wee degene die er al een hap uit genomen heeft. Hem wacht gegarandeerd de plak. Merkwaardig genoeg kon Dorus zich uitstekend in dit strenge regiem vinden. Hij leerde allerlei vaardigheden behalve lezen en schrijven. Koning Lodewijk Napoleon wilde soldaten en geen geleerden. Als de kwekeling zijn moeder en beide zusters in Alkmaar bezoekt, ontvangen zij hem hartelijk, maar Plasman maakt meteen weer ruzie. Dit keer treft Dorus geen halve maatregelen en wacht de stomdronken Plasman diezelfde nacht op. Hij denkt definitiefmet hem afte rekenen door hem over de brugleuning in de gracht te smijten en zo te laten verdrinken, maar Plasman overleeft ook deze daad en zou pas in 1844 overlijden. Dorus vlucht meteen weer naar Den Haag waar hij en zijn mederekruten ingelijfd worden bij het keizerlijke Franse leger. Dat stuit de Hollandse jongens tegen de borst, maar als de Franse keizer hen op krentenbrood en bier trakteert roepen ze al gauw: 'Vive l'empereur!' en ondergaan ze gewillig hun inlijving. Dorus gaat naar de marine en komt terecht op het linieschip 'Cesar', waar de meeste soldaten Fransen zijn. Linieschepen waren in de tijd van zeilschepen grote oorlogs schepen met tientallen kanonnen aan boord. Al spoedig spreekt Dorus een aardig mondje Frans en vallen zijn loyaliteit aan het systeem en zijn ijver op. Toch laat hij het er doelbewust bij zitten als men van hem een legermuzikant wil maken. Hij speelt opzettelijk vals op de fluit en slaat telkens het trommelvel aan flarden. De vrij harde spiegelgevechten met zijn maten aan boord liggen hem een stuk beter. Het gevecht wordt bittere ernst als in 1811 JOH AN FABRICItJS ->q - Het pand Verdronkenoord_90 waar Dorus Poland geboren is. Foto uit 2009, Marlies ten Berge 8 Oud Alkmaar 2016 IN FRANSE KRIJGSDIENST VJUMfcftPOLÊON Oud Alkmaar 2016 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2016 | | pagina 6