Adriaen Anthonisz. Anna Aukes-Timmers Jan Arentsz. Adriaen Anthonisz. was de zoon van de eerste Alkmaarse zoutzieder Anthoenis Heertgisz., maar werd zelfopgeleid als landmeter en was verder wiskundige en vestingbouwkundige. Hij verkreeg veel kennis over de nieuwe ontwikkelingen in de Italiaanse vestingbouw en zette dit om naar de Nederlandse omstandigheden. Allereerst paste hij deze inzichten toe in Alkmaar. Vlak voor het beleg liet hij de stadsmuren vervangen door wallen en bolwerken van aarde en klei waardoor vijandelijk geschut minder kans kreeg er doorheen te schieten. En op de uitstekende bolwerken liet Adriaen zo kanonnen plaatsen, dat ook de buitenkant van de stadswal bestreken werd en de vijand dus moeilijker de wal kon beklimmen. Tevens werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om de stad met het terrein tussen Oudegracht en Nieuwlandersingel te vergroten. Zijn inzichten werden vervolgens toegepast in vele Hollandse vestingsteden. Hij werd in 1578 fortificatiemeester van de Staten van Holland en later superintendant van de fortificatiën in Holland en Utrecht. Ook in andere provincies is nog werk van hem te zien zoals Bourtange in Oost-Groningen, dat er nog steeds bijna net zo uitziet als in zijn tijd. Adriaen was in Alkmaar vele malen burgemeester, een jaar schepen en tot zijn dood lid van de vroedschap. Hij leverde ook de landmeetkundige gegevens waardoor Cornelis Drebbel zijn stadskaart van Alkmaar kon vervaardigen. Van zijn acht kinderen hebben er twee een wetenschappelijke carrière opgebouwd; zij worden verderop besproken als Adriaan Metius en Jacob Metius. Anna komt in 1880 in Alkmaar wonen en wordt in 1919 een van de twee eerste vrouwelijke raadsleden in Alkmaar, voor de Vrijzinnig Democraten. Ze staat haar mannetje. Ze bemoeit zich meteen met de verkiezing van wethouders en het lukt haar direct om als liberaal een coalitie met de rooms-katholieken te sluiten om zo de socialisten buiten het nieuwe college te houden. Ze profileert zich als een zeer actief raadslid. Tijdens de eerste begrotingsvergadering torpedeert ze een voorstel van de socialisten om 5000 gulden beschikbaar te stellen voor arme Weense kinderen. Bij haar afscheid in 1922 noemt burge meester Wendelaar haar een van de lastigste raads leden en levende propaganda voor het feminisme. Én een uitnemende huisvrouw en moeder! Jan Arentsz. was mandenmaker te Alkmaar. Als een verkondiger van het nieuwe protestantse geloofhield hij hagenpreken voor soms wel 4000 mensen. Hij had de gave van het woord. Hij sprak onder andere in Deventer, bij Zwolle en Hoorn, in de Bergermeer, bij Haarlem en in Amsterdam, maar dit alles was niet zonder risico. Na de Beeldenstorm in 1566 en de reactie van het Spaanse bewind daarop, vluchtte hij naar Emden. Begin 1573 was hij weer terug in Alkmaar en drukte zijn stempel op de organisatie van de gereformeerde kerk in het Noorderkwartier. Hij was de eerste predikant van de 'hervormde' Grote Kerk. Hij organiseerde in maart 1573 de Alkmaarse synode waarop de leer en kerkorde besproken werden, maar stierf datzelfde jaar door ziekte. Alkmaar 1541 - Alkmaar 1620 Krommenie 1862 - Castricum 1935 Alkmaar 15.. - Alkmaar 1573 Oud Alkmaar dec. 2015 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2015 | | pagina 7