inwoneraantal van de stad opgelopen tot naar schatting 14.000. Het werd gevolgd door een langdurige
daling: in 1795 was het aantal Alkmaarders met wel 1/3 gekrompen tot een ruime 8000 inwoners. Daarna
werd een langzaam stijgende trend ingezet en pas aan het eind van de negentiende eeuw was het enorme
aantal van 14.000 weer bereikt. Maar dat was nog niets vergeleken met de groei in de twintigste eeuw. In
1950 kende Alkmaar iets meer dan 41.000 inwoners, een getal dat in de daaropvolgende halve eeuw
nogmaals verdubbelde. Inmiddels zijn het er bijna 100.000.
Een niet zo groot provinciestadje, maar als je al die inwoners door de eeuwen heen bij elkaar op zou tellen
kom je op aanzienlijke getallen. Als we voor het rekengemak even uitgaan van vier generaties in een eeuw
komen we voor de veertiende eeuw op 8.000, voor de vijftiende eeuw op 16.000 en voor de zestiende eeuw
op 30.000 uit. In de twintigste eeuw kom je op deze manier al uit op ruim 200.000.
Verreweg de meeste van die inwoners zijn voor ons onbekend. Van sommigen kennen we de naam omdat
ze behoorden tot een bestuurlijke elite, omdat ze geschilderd zijn, studies of boeken hebben nagelaten,
genoemd werden in notariële akten, in politierapporten, in krantenartikelen, zakelijke documenten,
notulenboeken ofalleen maar in de doop- ofbegraafboeken. Tussen die bekende namen hebben we
gezocht naar negentig Alkmaarders die op de een of andere manier interessant zijn, iets bijzonders
hebben gedaan, beroemd zijn geworden ofjuist berucht.
Tot de Alkmaarders rekenen we de mensen die in Alkmaar geboren zijn ofeen groot deel van hun leven in
Alkmaar hebben gewoond, waarbij we ongeveer tien jaar als een minimum hanteerden. Personen die
slechts kort in Alkmaar gewoond hebben zijn niet in dit boekje opgenomen. Dat doet niets af aan het
grote belang van sommigen. Onder hen bijvoorbeeld Johannes Murmellius die rector was van de Latijnse
school en heel veel studenten meenam; Passchier Lammertijn die als vaardig damastwever in 1607 naar
Alkmaar werd gehaald om de textielnijverheid een impuls te geven; Van Oostsanen, de gewelfschilder van
de Grote Kerk; Roel de Wit, die als burgemeester leiding gaf aan de grote uitbreidingsplannen van de stad.
Ook mensen die veel voor Alkmaar betekend hebben maar hier nooit gewoond hebben vielen af, zoals
AZ-voetballer Kees Kist, Jan Eyssen, die hier een smeerkaasfabriek begon, ofJaap Hemelrijk, rector van het
gymnasium. Toch hebben we ook een persoon opgenomen die wel in Alkmaar geboren is, maar toch geen
stadsgenoot was.
De basis van dit negentigtal bestaat uit de selectie van vijftig Alkmaarders die het bestuur van de
Historische Vereniging Alkmaar een paar jaren geleden gemaakt heeft voor de verkiezing van de grootste
Alkmaarder. Dit was een initiatief van de Alkmaarsche Courant en bood ons de gelegenheid veel interessante
stadsgenoten te presenteren. Van die vijftig is er uiteindelijk één afgevallen, namelijk Cornelis Cornelisz.
Buys I. Weliswaar wordt hij als schilder één keer in een archiefgenoemd, maar er blijkt geen enkele
zekerheid te zijn dat hij de aan hem toegeschreven werken ook inderdaad gemaakt heeft.
Het gaat ons echter niet om de wedstrijd. Beroemd? Dat hoeft niet. Er zijn ook Alkmaarders geweest die
iets bijzonders hebben gedaan, maar daar nooit voor in de schijnwerpers zijn gekomen. Jammer genoeg
zijn die mensen dus ook voor ons moeilijk op te sporen. Belangrijk houvast was natuurlijk wel dat
ALKMAARDERS
4 Oud Alkmaar dec. 2015
NEGENTIG
Oud Alkmaar dec. 2015 5