Jaap Heemskerk
Willem Hofdijk
Frederik de Houtman
Hoewel daarvoor al actiefals een tamelijk linkse activist
is Jaap toch vooral bekend geworden door zijn strijd voor
het behoud van zijn Spoorbuurt tegen afbraak en
verloedering. Toen men in 1971 wilde beginnen met
afbraak van huizen om die te vervangen door kantoor
complexen en een brede ringweg, vormde Jaap een
wijkcomité dat via een enquête buurtbewoners maar ook
de gemeenteraad achter zich kreeg. Intussen waren
souteneurs bezig geweest in verlaten en vervallen huizen
prostituees te vestigen, zodat het wijkcomité ook
daartegen actie ging voeren. Toen buurtbewoners foto's
maakten van hoerenlopers, reden enkele bordeelhouders
met een auto daarop in en Jaap kon met de ook aanwezige
wethouder IJssels ternauwernood een huis binnenren
nen. Toch werd zo de Spoorbuurt uiteindelijk wel gered.
Willem werd onderwijzer en vervolgens klerk op het
stadhuis. Hij kreeg van de gemeente de middelen zich te
bekwamen in het schilderen en tekenen. Bij gebrek aan
groot talent legde hij deze droom naast zich neer en ging
schrijven. Hij zocht contact met zijn beroemde stads
genote Truitje Toussaint. Door bemiddeling van Van
Lennep werd hij benoemd tot leraar in de Nederlandse
Taal aan het Amsterdams gymnasium. In deze periode
schreefHofdijk poëzie en gedichten en vergaarde daarmee
landelijke roem. Hij schreefzeer romantische Kennemer
Balladen waarin hij in dichtvorm de geschiedenis van onze
streek liet herleven. Aan deze bundel dankt hij de titel
'minstreel van Kennemerland Ook schreefhij met trots
in Alcmaria Victrix over het Alkmaars Ontzet, dat elke
oprechte vaderlander met trots zou moeten herdenken.
Frederik werd op 28 april 1590 als Frederick
Pietersz. van der Goude ingeschreven als poorter
van Alkmaar. Vanafi6i4 werd hij een invloedrijk
lid van de vroedschap in Alkmaar. Hij is een aantal
keren benoemd tot schepen en hij was actiefals
kapitein in de schutterij. De Houtman is echter
vooral bekend geworden door zijn reizen naar
Indië. In 1592 begafFrederik zich met zijn broer
Cornelis naar Lissabon om op verzoek van
Amsterdamse kooplieden inlichtingen in te
winnen over de vaart naar Oost-Indië. Houtman
nam onder bevel van zijn broer Cornelis deel aan
de eerste Nederlandse reis naar Indië in 1595. Het
was het begin van diverse Nederlandse expedities
naar 'de Oost'. Op een tweede reis werd hij in Atjeh
gevangengenomen en leerde hij in de twee jaar
van gevangenschap Maleis. Teruggekeerd in
Nederland schreefhij een taalgidsje over de talen
van Maleisië en Madagaskar met daarbij ook
woorden uit het Turks en Arabisch. Het bevatte
ook een catalogus van 303 sterren van het zuidelijk
halfrond. Zowel de taalkundige als de astrono
mische bijdragen die de Houtman noteerde, waren
bijzonder belangrijk voor de latere koloniale
expansie van de Nederlanders in de Indische
Archipel. De Houtman ligt begraven in de
Sint-Laurenskerk van Alkmaar. Het grafschrift,
dat deels is uitgesleten, vermeldt: 'Hier laeyt
begraeven Freederick Pietersoon Hovtman, in syn
leven geweest gouverneur van Amboina mede
eerste raet van OostIndien ende raet mitsgaders
schepen deser stede Alcmaer ooverleyt den 21 der
maendt October 1627'.
Oudesluis 1921 - Heiloo 2006
Alkmaar 1816 - Arnhem 1888
32 Oud Alkmaar dec. 2015
Gouda 1571 - Alkmaar 1627