reddingsprogramma. Ze leidt de transporten, onderhoudt alle noodzakelijke contacten en werkt samen met o.a. Gertrude van Tijn, secretaresse van de CvJB. De Nederlandse regering stelt als voorwaarde dat de kinderen die niet doorreizen de staatskas geen geld zullen kosten en hier tijdelijk verblijven. "We hebben voor dat werk eigenlijk altijd dubbeltjes moeten tellen", stelt Truus Wijsmuller zelf. Op 2 december 1938 wordt Truus gevraagd naar Wenen te reizen om daar aan ene Herr Eichmann toestemming te vragen voor het vertrek van Joodse kinderen. Eichmann is in Wenen hoofd van de afdeling voor verplichte emigratie van Joodse inwoners. Omdat onderhandelingen met de nazi's op niets zijn uitgelopen kan Truus het als kordate niet-Joodse vrouw van middelbare leeftijd misschien proberen. In de Joodse wijk van Wenen ziet ze met eigen ogen doodgereden en neergeknuppelde mensen liggen voor het emigratiekantoor. Ze is diep geschokt. Ze wordt gearresteerd en gaat net zo lang te keer tot ze Eichmann te spreken krijgt. Als ze op hem toeloopt, zetelt hij in een grote zaal op een podium, gekleed in het zwart, een hond naast hem. Ze steekt haar hand uit, die hij negeert. Ze vertelt hem, dat ze met hem komt praten over het vertrek van tienduizend Joodse kinderen naar Engeland. Aanvankelijk snauwt hij haar af, "Wij onderhandelen niet met vrouwen". Truus is daar niet van onder de indruk. Ze krijgt uiteindelijk slechts vijf dagen de tijd om 600 kinderen op de zaterdag mee te nemen, en daarna, als ze hierop zwijgt, zegt hij er nog eens 400 toe. Als haar dat lukt, kan ze de rest later meekrijgen. Ze vindt hem een engerd en een vieze vent, maar haar doel is bereikt. Na overleg met de Joodse gemeente in Wenen belt Truus met Lola Hahn-Warburg in Londen. Ze meldt haar dat ze zondagavond met 600 kinderen in Hoek van Holland is, en op 11 december ligt daar inderdaad een schip klaar dat 500 kinderen naar Engeland zal brengen. Ruim honderd kinderen van deze groep blijven in Nederland. Sindsdien reist Truus tot 1 september 1939 vier keer per week met de trein met een groep van 150 kinderen van bezet gebied naar Hoek van Holland, en daar vandaan gaan de kinderen door naar Engeland. In Nederland worden 1584 kinderen opgevangen. Alle ouders die hun kinderen opgeven voor de reis, beloven hun kind later ook te komen, anders waren de kinderen nooit vertrokken. Als de trein vertrekt, storten vele ouders in. Truus werkt met een groot gevoel van urgentie, want niemand weet wanneer de oorlog zal uitbreken. Op 24 augustus 1939 passeert ze voor de vijftigste keer de grens bij Bentheim. De Duitsers dwingen 'die verrückte Frau Wijsmuller' het jubileum te vieren. In die negen maanden reizen bijna 10.000 vooral Joodse kinderen naar Engeland, aanvankelijk uit Duitsland en Oostenrijk, en na de Duitse inval in Tsjechoslowakije in maart '39 ook uit Praag. In februari en augustus arriveren er treinen met kinderen uit Polen. De transporten gaan door tot 1 september 1939, als Engeland aan Duitsland de oorlog verklaart. Niet alleen de kindercomités, ook enkelingen brengen groepen Joodse kinderen in veiligheid naar Engeland. Op 30 augustus gaat de grens tussen Nederland en Duitsland dicht, maar de Duitsers laten nog kinderen gaan. Truus krijgt een telefoontje dat er een grote groep Joodse kinderen van een zionistische groep bij de grens staat. Ze regelt bussen en brengt ze naar Hoek van Holland. Dezelfde nacht nog haalt ze met de trein 150 jongens uit Kleefop en onverwacht staan daar ook 300 Pools-orthodoxe mannen op het perron. Ze gaat daarover 'een beetje smoezen' met de Gestapo, zoals ze dat noemt, en krijgt ze mee. Tot ver in de oorlog reist ze naar Kopenhagen, Stockholm, de Spaanse grens en Marseille om kinderen met hun ouders te herenigen. Ze werkt ook als onderhandelaar voor vluchtelingen die met schepen van en naar Nederland vertrekken. Meerdere malen wordt ze gearresteerd, maar ze komt steeds weer vrij. Op de dag van de Duitse inval in Nederland keert Truus hals over kop terug uit Frankrijk. De portier van het Burger weeshuis ontzegt haar de toegang, waarop ze de kinderen vraagt naar buiten te komen. Ze slaagt erin bussen en een doorgangspas te regelen. Met een laatste groep van 86 kinderen en slechts 40 mensen die ze onderweg nog kan oppikken bereikt ze IJmuiden. Tien minuten na het vertrek van het schip de 'Bodegraven' naar Engeland, capituleert Nederland. In '40-'41 organiseert ze transporten van voedsel en medicijnen naar kampen in het onbezette zuiden van Frankrijk. Ze begeleidt kleine groepen Joden met een visum, die voor de reis moeten betalen aan de SS, naar de Spaanse grens. In ruil voor BEZOEK AAN EICHMANN Het monument ter herinnering aan de kindertransporten in Hoek van Holland, gemaakt door Frank Meisier, een van de kinderen 'Channel Crossing to Life' werd in 2011 onthuld. 42 Oud Alkmaar 2015 HOEK VAN HOLLAND NEDERLAND BEZET Oud Alkmaar 2015 43

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2015 | | pagina 9