ze dat nodig vindt. Binnen een paar jaar
bouwt ze een enorm netwerk op, van hoog
tot laag kent ze zeer veel mensen en
tientallen comités. En iedereen weet haar
te vinden.
In 1938 richt ze met andere vrouwen het
KVV (Korps Vrouwelijke Vrijwilligers) op
om hulp te kunnen bieden in verband met
de dreigende oorlogssituatie. In 1939 wordt
ze bestuurslid van het Burgerweeshuis.
Later zal haar man trots in een interview
vertellen, dat ze, toen de kinderloosheid
een feit werd, niet is gaan kniezen of
winkelen, maar sociaal werk is gaan doen
tot op het hoogste niveau. Hij is zijn
vrouw altijd tot steun geweest.
verlaat Truus in mei de Handelsschool en
Alkmaar, met een getuigschrift. Ze is dan
17 jaar.
In 1914 gaat Truus in de boekhouding
werken bij de Incassobank en daarna
als secretaresse bij de Rotterdamse
Bankvereniging. Ze is lid van de
Vereeniging voor Vrouwenbelangen en
Gelijk Staatsburgerschap en doet vrijwillig
sociaal werk.
In 1922 trouwt ze met Johannes F.
Wijsmuller en stopt met werken. Haar
man werkt als procuratiehouder en
hoofdkassier. Als duidelijk wordt dat het
paar geen kinderen zal krijgen, besluit
Truus de bakens te verzetten en zich
geheel aan sociaal werk te wijden. Een
diploma is nog niet nodig, het werk is
onbezoldigd. Ze werkt als bestuurslid
en coördinator voor verschillende
instellingen. Truus is geen bestuurder
op afstand, maar grijpt persoonlijk in als
Vanaf1936 raakt Truus betrokken bij hulp
aan Joodse vluchtelingen. Op verzoek van
kennissen haalt ze soms Duitse familie
leden op. Na de moorden en plunderingen
van de 'Kristallnacht' van 9 november 1938
nemen emigratie en vlucht razendsnel toe.
Nederland sluit de grens: alleen kinderen
worden nog toegelaten, en bij voorkeur
emigreren zij weer naar andere landen.
Kinderen die wel in Nederland kunnen
blijven worden door het CvJB, het Comitee
voor Bijzondere Joodsche Belangen, in
pleeggezinnen geplaatst.
Een eerste groep van zes Joodse kinderen
neemt Truus Wijsmuller mee als ze een
bezoek brengt aan de Nederlandse consul
in Hamburg Hij laat haar zijn
wachtkamer zien, waar al weken achtereen
elke dag wanhopige moeders wachten op
hulp voor hun kinderen naar het veilige
Nederland. Truus vraagt ofhij visa voor ze
heeft. "Als ik die had, had ik u niet nodig",
antwoordt hij. Op dat moment besluit ze
dat ze kinderen de grens over gaat
brengen, hoe dan ook. Het wordt de eerste
groep kinderen die ze onder haar hoede
neemt en per trein naar Nederland
begeleidt.
In de trein merkt ze dat in de coupé naast
haar prinses Juliana reist met de kleine
Beatrix. Als Nederlandse grenswachters in
de trein stappen en eisen dat de illegale
kinderen eruit moeten, doet ze iets
onverwachts. Ze dreigt met het zestal haar
opwachting te maken bij prinses Juliana.
Als ze er ook nog op wijst dat het zaterdag
is en de grenswachters daarom geen nadere
instructies uit Den Haag kunnen
verwachten, - ze kent er bovendien
mr. Tenkink van het Ministerie van
Justitie, - laten ze haar en de kinderen
met rust. Zo'n optreden is Truus
Wijsmuller ten voeten uit, vastberaden,
onverschrokken en vindingrijk. De
kinderen worden opgevangen door de
GGD in Amsterdam en verzorgd door
vrijwilligers. Na die eerste reis is Truus
betrokken bij het organiseren en leiden
van de reis van groepen kinderen.
In Engeland gaat in 1938 een delegatie
van gezaghebbende mensen bij de Britse
regering pleiten voor hulp aan Joodse
Duitsers. Besloten wordt de immigratie
beperkingen voor bepaalde groepen Joodse
kinderen te versoepelen. Een onbepaald
aantal tot 17 jaar uit Duitsland en door
Duitsland bezette gebieden mag Engeland
in. De kinderen krijgen een tijdelijk
reisvisum. Burgers en particuliere
instellingen zullen garant staan voor de
opvang en de kosten. In het Amerikaanse
congres wordt in dezelfde tijd een voorstel
om 20.000 kinderen op te nemen
afgestemd.
De uitvoering komt snel op gang en is in
handen van individuen en organisaties,
zowel seculier als religieus, in Engeland,
Nederland, Oostenrijk, Polen en Tsjechië.
In elk land worden Kindercomités
opgericht om de reis, aankomst en verblijf
te organiseren. Het zijn vooral vrouwen
die zich inzetten voor de Kindertrans
porten: ze zijn al actiefin zionistische
organisaties, het sociale werk, in de
vrouwenbeweging en in comités voor hulp
aan vluchtelingen. Ze kennen elkaar
rechtstreeks ofvia elkaars netwerken. In alle
steden werken ze samen met bestuurders
van Joodse gemeentes. In Duitsland is
Hannah Karminski, secretaris van de
Joodse vrouwenbond, initiatiefnemer.
In Engeland zit bijvoorbeeld Lola
Hahn-Warburg, die al eerder gedwongen
moest emigreren. Truus Wijsmuller is
in Nederland de spil van het
Pasfoto van Truus
Wijsmulder op een
document uit 1940.
Waarschijnlijk een
ouderefoto. NIOD
SOCIAAL WERK
HULP AAN JOODSE VLUCHTELINGEN
40 Oud Alkmaar 2015
DE KINDERTRANSPORTEN