als baldakijn voor een cartouche met de sierlijk geschreven tekst Alkmaer 1657. De sokkel is links en rechts beschilderd met een gebeeldhouwde dolfijn. Vruchten festoenen, opgehangen aan sierlijke linten en bovenaan vastgehouden door een gevleugelde jongeling, versieren het geheel. Deze genius of engel blaast stevig op twee bazuinen; zijn ademdamp komt zichtbaar uit de bekers, het uiteinde van de instrumenten. De allegorische figuur verbeeldt de 'faam' en/ofde 'victorie' van Alkmaar. De compositie van het 'zwevende' wapen met ornamenten van rolwerk komt overeen met het wapenraam van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen. Op beide ramen schilderde Sparreboom onderaan, over de gehele breedte, een zeegezicht ofeen waterrijk landschap. Zijn voorkeur voor golvende wateren met veel bootjes is opvallend. Zo'n watergezicht past uitstekend bij het polderdorp De Rijp. Het wapen lijkt in de lucht boven het water van de ringvaart van de droog gemaakte Schermeer te zweven. Op de ritmisch geschilderde golven van de vaart gaan de roeibootjes en het veerpontje afen aan om personen en goederen heen en weer tussen de Overdie aan de zuidkant en Oudorp aan de noordzijde te brengen. Links, op het Alkmaarse Zeglis, staat een forse molen met een huis. Dit zou de oliemolen Koning David zijn. Het raam toont ons in totaal zeven molens. Bij het verdwijnpunt van het centrale perspectief van de vaart, doemt vaag de Grote Sint Laurenskerk op. De Waag staat dichterbij dan de Grote kerk, en oogt dus groter. De rode daken van de huizen geven het panorama van Alkmaar een kleurig aanzien. Hoe dit geschilderde landschap er oorspronkelijk heeft uitgezien, weten we niet. Het is net als de rest van het raam tijdens restauraties grondig aangepakt en veranderd. Rond 1904 was er slechts weinig over van de oorspronkelijke schildering. Restauratieatelier J. Sabelis Co uit Haarlem legde toentertijd het probleem voor aan referendaris J.A. Royen van de afdeling Kunst van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Deze besprak dit met zijn voorganger, jhr. mr. V.E.L. de Stuers. Hij adviseerde het landschap geheel te wijzigen volgens de calque (lijntekening op ware grootte) en verder 'passende landschappen waar deze geheel of gedeeltelijk ontbreken', aan te brengen. Hoe de calque die men de ambtenaren had voorgelegd eruit gezien heeft, weten we niet. In elk geval is er ook een aquarel van Willem Pieterszoon Spaarman (geboren in De Rijp 1848) uit 1884 op tafel gelegd. De uiteindelijke raamschildering is een nauwkeurige kopie van deze aquarel. Maar hoe het landschap van Sparreboom er oorspronkelijk uitgezien heeft, is dus de vraag. Bruinvis meldt in zijn catalogus dat Spaarman het oorspronkelijke raam in 1884 heeft nageschilderd. Dit is mogelijk, maar welke veranderingen zijn aange bracht bij restauratie weten we niet. De oliemolen links was misschien nog wel zichtbaar op het raam, want die was in de tijd van Spaarman al lang verdwenen (gesloopt kort na 1803). Het zou ook kunnen zijn dat tevens gebruik is gemaakt van schetsen van Sparreboom, bijvoorbeeld van het Heemraadschapsraam van de kerk van Schermer, het huidige Stompetoren (1680). Het kerkraam dat Sparreboom naar deze schets heeft gemaakt is helaas al voor 1695 tijdens een storm verloren gegaan. De schets is echter tot nu toe bewaard gebleven. De hierboven beschreven belangstelling van hogerhand voor een beschadigd wapenraam uit de zeventiende eeuw was tot ver in de negentiende eeuw ondenk baar. Kerkbesturen achtten in die periode hun oude, vervallen wapenramen niet meer de moeite waard om voor veel geld te Detail van het wapen van Alkmaar, de handtekening van Sparreboom. FotoJ. van Zanten GEZICHT OP ALKMAAR 6 Oud Alkmaar 2015 RESTAURATIES 'Boven. Vergezicht vanafhet Zeghs. Voto M. Onder: De aquarel van W. Bzn. Spaarman uit 1884 Oud Alkmaar 2015 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2015 | | pagina 5