Nuyens Bloemsierkunst
Agnes van Menen- van Lienen
Geboren in 1908 in een groot katholiek
gezin was Arie Nuyens gewend aan het
kerkelijke leven. Hij hoorde de klokken
luiden van de Heilige Corneliuskerk in de
stilte van het Limmer landschap, waar van
oudsher de bloembollenkwekerijen liggen.
Vaak werd zijn ziel in beroering gebracht
door de hemelse kleuren wanneer hij aan
de rand van het bloeiende lelieveld van zijn
vader stond. Een dromerig kijkend kind,
alles om zich heen in zich opnemend. Al op
de lagere school viel zijn kunstzinnigheid
op: hij schreefmet sierlijke letters en blonk
uit in tekenen. Daarnaast kon hij goed
hoofdrekenen en die talenten zouden hem
later goed van pas komen.
In 1918 werd zijn vader Cornelis ongenees
lijk ziek en kon het bedrijfniet meer
voortzetten. Arie was toen tien jaar en
begon met het venten van bloemen langs
de deuren. Later, na zijn vaders dood in
1935, reed hij met een T-Ford en met zestig
gulden handgeld naar de bloemenveiling
in Aalsmeer om bloemen in te kopen. Dat
zou hij z'n hele leven blijven doen, altijd
zelfzijn bloemen uitzoeken, nooit via een
grossier. "Mensen moeten zich bewust
worden van de schoonheid van de natuur,
van de bloemen en van de planten", was
een uitspraak van hem en: "Bloemschikken
is net als muziek maken, het is een kunst
en je wilt als mens toch een evenwichtig
boeket zien, zonder dissonanten."
Bloemrijke bewoordingen, want hier sprak
de kunstenaar en zo voelde hij zich ook en
als hij lachte zag je een gouden tand.
Binnen twintig jaar wist Arie, de bloemen-
man, met zijn vrouw Mien Nuyens-Berk-
hout een bloeiende zaak op te bouwen en
was Nuyens Bloemsierkunst een begrip in
Alkmaar en ver daarbuiten geworden.
Vele boeketten, bloemstukken en
grafkransen vonden, met het bekende
visitekaartje, hun weg naar het publiek via
Bloemisterij Nuyens, gelegen aan de
Kennemerstraatweg 1, schuin tegenover de
Molen van Piet in Alkmaar. Na de oorlog
begon de bloemenhandel te floreren,
Nuyens had de tijd mee. Mensen die wat te
besteden hadden wilden verse bloemen in
huis en kochten bij Nuyens, waar het hele
jaar door verse snijbloemen te krijgen
waren; goede bloemsoorten die lang
meegingen. Bovendien wilde men op die
manier ook blijk geven van een zekere
sociale status. Mensen die het niet zo breed
hadden plukten eerder een bloemetje uit
eigen tuin ofkochten aan de deur. Het
venten aan de deur bleefArie er dan ook
altijd bij doen om al zijn handel te
verkopen. De schaarse vrije tijd op zondag
werd vaak aan het schaak- ofdamspel met
de kinderen besteed, in de woonkamer
boven de winkel, terwijl Arie een bolknak
rookte.
Een van de gezelligheden in de winkel aan
de Kennemerstraatweg eind jaren zestig
was de aanwezigheid van dochter Lida
Nuyens. Nog pril, maar met allure wist zij
als een society-gastvrouw klanten aan zich
ter binden. De zaak werd druk bezocht en
sommige klanten kwamen speciaal voor
Lida.
Bij de heropening in 1970 werd de
bloemenzaak aan de Kennemerstraatweg,
hoek Nieuwlandersingel door locoburge
meester De Zeeuw 'de mooiste zaak van
Alkmaar' genoemd. "Ver buiten onze
grenzen, bij koningen en keizers in verre
landen bezorgt dit bedrijfAlkmaar, onze
Eind jaren dertig vestigde Arie Nuyens uit Limmen een bloemenzaak aan de Kennemer-
straatweg in Alkmaar. Het werd een ook in het buitenland bekend en bloeiend bedrijf dat
later door zijn zoon Co succesvol werd voortgezet.
Trots poserend bij de
opening van de
nieuwe zaak na de
verbouwing, 1977
60 Oud Alkmaar 2014
KENNEMERSTRAATWEG
Arie Nuyens en
Mien Berkhout,
ca.1948
Kennemerstraat 1 in
1969. Collectie
Regionaal Archief.
Oud Alkmaar 2014 61