Graafwerk aan en herbestraat. de begraafplaats, Direct onder dit pakket van ophogingen met rechtsvoor drie bevonden zich al de skeletten van de grafkisten op een begraafplaats, tot verbazing van de talrijke rijtje. Foto Hollan- toeschouwers op minder dan een halve dia archeologen meter diepte onder de vroegere parkeer plaats. Ongetwijfeld waren deze graven oorspronkelijk afgedekt door een pakket grond van een halve meter of meer. Metingen en registratie van skeletonderdelen in het veld. Foto HoOandia archeologen DE BEGRAAFPLAATS Van de begraafplaats zijn 186 kistgraven en 3 herbegravingen in beenderkisten aangetroffen. Door boomkuilen, de negentiende-eeuwse waterput en een twintigste-eeuwse afvalcontainer is ongeveer een kwart van de begraafplaats verstoord. In het algemeen was het botmateriaal matig geconserveerd, met name door de aantasting van boomwor tels. In eerste aanleg is de begraafplaats door een sloot langs de noord- en westzijde van de omgeving afgescheiden. Pas in tweede instantie is deze sloot gedempt. De begraafplaats valt in twee gedeelten uiteen, ten eerste een rechthoekig gebied tegen de zuidoever van de sloot dat intensief is gebruikt. De kisten waren hier in de lengte achter elkaar ter aarde besteld, met smalle ruimten tussen de rijen, wellicht van paden. Deze indeling is afwijkend van de gebruikelijke inrichting van begraafplaatsen, waarbij kisten zij-aan-zij worden geplaatst met gang paden tussen de hoofd- en voeteneinden. In een volgende fase lijkt de begraafplaats naar het westen en zuidwesten te zijn vergroot, met de individuele kisten meer verspreid. Een enkel grafis ook naast het oudste deel van de begraafplaats aangelegd op de gedempte kerkhofsloot. De doden zijn conform christelijke tradities allen begraven met het hoofd aan de westzijde, op een enkeling na. De uitzondering is een volwassen man en betreft vermoedelijk een priester, die dan zoals gebruikelijk in omgekeerde richting is begraven. De broeders van het klooster zijn waarschijn lijk niet op deze begraafplaats ter aarde besteld maar in de kapel, doch hiervan zijn geen graven meer gevonden. De doden waren zonder bijgiften begraven in houten kisten, waarvan vage sporen van houtpulp en ijzeren nagels zijn gevonden - ze hadden geen handvatten. De graven moeten aan het oppervlak gemarkeerd zijn 76 Oud Alkmaar 2014 geweest. Op sommige plekken waren meerdere kisten exact boven elkaar geplaatst, de beenderkisten duiden ook op het ruimen van oudere graven bij het delven van een nieuw graf. Kennelijk waren er familiegraven bij, waarin verwanten in hetzelfde graf ter aarde werden besteld. Het is echter nogal kostbaar en het materiaal leent zich er ook niet echt voor om dit aan de hand van DNA te onderzoeken. DE SKELETTEN Van de aangetroffen skeletten waren er slechts twee uit de leeftijdsgroep 1-3 jaar, verder 22 jongeren tot 18 jaar en bij de volwassenen 66 mannen en 83 vrouwen. De meesten waren overleden tussen de 36 en 45 jaar. De volwassen mannen hadden een leeftijd bij overlijden van gemiddeld 38 jaar en de volwassen vrouwen slechts 34 jaar, wat wel zal samenhangen met de risico's van het kraambed. De volwassenen waren tamelijk lang, de mannen gemid deld omstreeks de 1,75 m en de vrouwen rond de 1,62 m. Het gebitsonderzoek kwam uit op veel tandverlies voor de dood, een score van cariës bij 17% en abcessen bij 18% van de individuen, hetgeen slechter is dan normaal in die tijd. Dit wijst op een gebrekkige mondhygiëne en/ofeen slechtere algehele gezondheid. Aan het gebit waren bijzonder vaak sporen zichtbaar van voedingsgebreken in de jeugd - deze hadden storingen veroorzaakt in de ontwikkeling van het tandemail die zichtbaar zijn als putjes en lijnen (email hypoplasie) in maar liefst 50% van alle individuen. Het hebben van putjes in het botoppervlak bovenin de oogkassen (cribra orbitalia) had een hoge score van 22%. Hiervan wordt verondersteld dat dit eveneens met voedselgebreken te maken heeft gehad, of met ziekteverschijnselen van malaria. Maar liefst 50% van de individuen had 'hurkfacetten', een soort slijtplekken aan de voorkant bovenaan de scheenbenen die ontstaat wanneer iemand veel werkzaamheden heeft waarvoor hij of zij veelvuldig gehurkt zit. Aan de skeletten is ook nog een botanisch en parasitologisch onderzoek gedaan. In monsters uit de bekkenstreek bleken evenwel geen pollen ofzaden van voedingsresten meer herkenbaar te zijn vanwege de overheer sing door lokale (wilde) gewassen uit de omliggende grond. Wel werden in drie individuen darmparasieten gevonden, namelijk zweepworm. WIE LAGEN ER? Het ziet ernaar uit dat de populatie van deze begraafplaats grotendeels bestond uit gewone middeleeuwse volwassen Alkmaarders, zij het dat ze zich allen bijzonder aangetrokken moeten hebben gevoeld tot de minderbroeders, één van de redenen voor het zeer lage percentage kindergraven. Ofer dan ook sprake was van particuliere eigendomsrechten, zoals (later) in de Grote Kerk, valt niet uit te Frojectleider Menno Hoogland (Universiteit Leiden) past met succes een nieuw ontwikkelde werkwijze toe om skeletten met water en een waterstof zuiger schoon vrij te leggen. Foto Hollandia archeologen Oud Alkmaar 2014 77

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2014 | | pagina 12