dering gevonden van een herstelling of
versterking van een verzakte hoek van het
gebouw. Op de genoemde afbeeldingen
valt op, dat de dakgoot van het westelijke
deel kennelijk iets lager was dan het
oostelijke. Mogelijk markeert de in 2009
opgegraven hoekverzwaring een onder
scheid in twee bouwfasen, ofhet gebouw
kan uit twee bouwonderdelen hebben
bestaan waarvan de oostelijke als kapel
diende en de westelijke een andere
bestemming had, bijvoorbeeld dormter
(slaapzaal) ofrefter (eetzaal).
Van de overige kloostergebouwen, die
schetsmatig zijn aangegeven op slechts één
enkele kaart door Jacob van Deventer rond
1561 gemaakt, is helaas vrijwel niets meer
gevonden. Wel is aan de zuidkant van het
plein het puinspoor aangetroffen van een
zware oost-west lopende muur van circa 10
meter lengte, met aansluitend aan de west
zijde een funderingsrestant van een
dichtgezette doorgang. Een noord-zuid
lopend puinspoor zou wellicht erbij
gehoord kunnen hebben en dan samen de
zuid- en westgevel van een fors bijgebouw
hebben gevormd. De zuidgrens van de
begraafplaats zou dan zijn bepaald door de
noordgevel, wat uitkomt op een breedte
van dit bijgebouw van maximaal 9 meter.
Ten zuiden van deze zware muur is een
waterput gevonden waarvan de dempings-
grond een bijzonder vondstcomplex uit de
tweede helft van de vijftiende eeuw
opleverde: een verzameling van 13
gelijksoortige steengoed kannen uit Aken
ofRaeren en 20 identieke bekers van
steengoed uit Siegburg, met 9 zoutschaal-
tjes op voet van ongeglazuurd rood en wit
aardewerk. Het lijkt het opruimen van een
compleet servies, dat hoogst waarschijnlijk
uit het klooster afkomstig zal zijn. Ook
werd een complete ijzeren hak met steel
gevonden.
Na de sloop van het klooster was een open
terrein ontstaan, waar al snel een diago
nale looproute in ontstond tussen de
Koningsweg en de Paternosterstraat.
enkele afbeelding voorkomt, wordt
vermoed dat hij uit de negentiende eeuw
is. In de opgraving werden twee ofdrie
oude oppervlakten van de markt
waargenomen, de onderste zonder resten
van de straatbedekking met hooguit een
enkele losse keisteen. Uit de negentiende
eeuw dateren delen van een bestrating met
keien, met diagonaal over het plein een
langgerekt 4 meter breed tracé dat was
geplaveid met bakstenen en afgedekt met
een laag schelpen. Dit was een 'monster-
baan' waar men paarden heen en weer liet
lopen en draven ter keuring. Op oude
foto's is dit wegdek al weer vervangen,
terwijl in de twintigste eeuw minstens
eenmaal het terrein met zand is verhoogd
Ondanks de wat afgelegen locatie, met als
dichtstbijzijnde toegang van buitenafde
Bergerpoort, besloot het stadsbestuur om
hier een veemarkt van te maken, in de
zeventiende eeuw al gespecialiseerd tot
paardenmarkt. Na de demping van dat
deel van de Nieuwesloot werden er langs
de oostkant bomen geplant als beschut
ting. Mogelijk is toen al de eerste keienbe
strating aangebracht. Op een tekening van
J.A. Crescent uit 1790 is deze goed herken
baar, evenals rijen van hardstenen palen
voor het vastbinden van de dieren op de
marktdagen. Middenin het terrein werd
een grote bakstenen waterput gevonden,
die een deel van de begraafplaats had
verstoord. Aangezien deze put op geen
De Paardenmarkt
gezien vanafde
noordkant met
rechts de Paternos
terstraat, tekening
J.A. Crescent uit
1790. Collectie
Regionaal Archief
Alkmaar
VAN KLOOSTER TOT PAARDENMARKT
74 Oud Alkmaar 2014
Opgravingsplatte
grond van de
begraafplaats
(kistgraven
donkergrijs, twee
massagraven
donkerblauw) en de
sloot die deze
aanvankelijk
afschermde
(lichtblauw). Links
de resten van de
19de-eeuwse
bestrating en
monsterbaan.
Tekening
Hollandia
archeologen
Oud Alkmaar 2014 75